Direct naar artikelinhoud
Tour de France

Sloveense broedermoord zet Tour op zijn kop: Pogacar klopt Roglic

Tadej Pogacar.Beeld Pool via REUTERS

Hij oogt wat bleekjes, de laatste meters op de La Planche des Belles Filles, maar Tadej Pogacar oogt altijd wat bleekjes. Vreemd is het niet. Na zo’n inspanning, waarin je bezig bent wielergeschiedenis te schrijven, mag je tekenen van uitputting vertonen. Maar er trekt wel degelijk al de schaduw van een lach over het gelaat.

De Sloveen - 21 nog maar, maandag wordt hij 22 - is in de op een na laatste etappe in de Tour de France, een tijdrit over 36 kilometer, verantwoordelijk voor een zelden vertoonde ontknoping in de Tour de France. Niet de gedoodverfde winnaar Primoz Roglic, zo ongenaakbaar ogend in de afgelopen drie weken, gesteund door een ijzersterke ploeg met Nederlandse wortels die zoveel etappes domineerde, maar een debutant uit hetzelfde land draagt zondag het geel op de Champs-Élysées. Pogacar moest 57 seconden terugwinnen op de leider in het klassement. Aan de streep, bovenop de venijnige klim in de Vogezen, staat hij maar liefst 59 seconden voor.

Hij grijpt nog veel meer: de winst in de etappe, de bolletjestrui als beste klimmer en de witte trui als beste jongere. Hij kan het niet geloven. “Ik droomde ervan deel te nemen aan de Tour de France. Nu heb ik hem gewonnen.” Hij is de een na jongste geletruidrager in Parijs. In 1904 won de 19-jarige Henri Cornet.

Als Roglic (30) boven komt, is de verbijstering van zijn gezicht te lezen. De helm is naar achteren geschoven op het bezwete gezicht. Zijn ogen lijken zich vast te klampen aan de streep. Wanneer komt aan deze marteling een eind?

Ze leken op z’n minst gelijkwaardig in de afgelopen duels op de bergen in Frankrijk, de vrienden en rivalen tegelijkertijd. Soms was de jongste beter, dan weer de senior. Pogacar pakte twee etappezeges, Roglic één.

Maar de conduitestaat van de oudste renner op de tijdrit was voorafgaand aan de broedermoord beter. In de Vuelta van vorig jaar had hij hem nog ver achter zich gelaten. Hij won tijdritten in de Giro d’Italia. In 2017 greep hij op de WK in Bergen zilver, achter Tom Dumoulin. Dat Pogacar hem in juni op het Sloveens kampioenschap had geklopt was hooguit een accident de parcours. Het was mogelijk wat onderschatting geweest, de echte topvorm had hij daar nog niet te pakken.

Ontzetting bij ploeggenoten

Tussen de hekken kijken ploeggenoten Dumoulin en Wout van Aert met dezelfde ontzetting toe. Het was toch binnen? Dit kon toch niet misgaan? Zij hebben sterk gereden. De Nederlander wordt tweede, op 1.21 en stijgt naar de zevende plek in het algemeen klassement, de Belg is vierde, op 1.31. Dumoulin kan nauwelijks geloven dat hij na zijn uitstekende prestatie toch nog zoveel terrein heeft prijsgegeven aan de jongeling uit Komenda, Slovenië.

In de eerste kilometers lijkt er nog niet veel aan de hand voor Roglic. Op het eerste meetpunt geeft hij 13 seconden toe, later schommelt het rond de halve minuut. Dat moet toereikend zijn. Dat jonkie moet toch ook op de toppen van zijn kunnen rijden?

Het verschil wordt op La Planche gemaakt. Beiden wisselen van tijdritfiets naar de koersfiets – het gaat bij UAE Emeritas net wat gesmeerder dan bij Jumbo-Visma. Als de steiltes zich aandienen, loopt Pogacar snel verder uit. Hij rijdt een zwaardere versnelling dan zijn tegenstander, maar elke omwenteling is raak. Hij blijft vooral rustig, het is zijn kwaliteit, zegt het team. Roglic schuddebolt, zijn aerodynamische hoofddeksel waggelt, hij gaat vaak op de trappers staan, hij tuurt wanhopig in de verte. Als Roglic nog 4,3 kilometer verwijderd is van de top, slaat de tijdmeting in zijn nadeel uit. 0 wordt 9, 10, 20. Het zijn er 1.56 aan de finish.

Pogacar is alleen in de aanloop naar de klim op de hoogte van de tussentijden. Op de berg zelf gingen de aanwijzingen van de ploegleiding in zijn oortjes verloren in de toejuichingen van het publiek. Hij was vol vertrouwen geweest, vertelt hij na afloop. Met het team hebben ze het traject intensief verkend. “Ik kende elk weggedeelte, elke bocht, ik wist precies waar ik moest accelereren.”

Als Roglic geslagen over de finish rijdt, slaat Pogacar zijn handen emotioneel voor het gezicht. Het zijn de emoties van de winnaar die maar weinigen hadden verwacht. Roglic zakt ineen op het asfalt, de troostende woorden en schouderkloppen van Dumoulin en Van Aert lijken hem te ontgaan. Dan slaat hij ook de handen voor het gezicht. Het is het gebaar van de verliezer met wie nog maar weinig rekening hadden gehouden. Dan krabbelt hij overeind en loopt naar zijn landgenoot voor een omhelzing. Daar zijn het vrienden voor.

Lees ook:

Slovenië heerst in de Tour: ‘We hebben lang het karma van verliezers gehad’