Direct naar artikelinhoud
AchtergrondUitgezongen

‘The River’: de meest tijdloze en trieste song van Bruce Springsteen

Bruce Springsteen tijdens de ‘The River’-tour van 1980 en ‘81, samen met leden van zijn E Street Band (v.l.n.r) Clarence Clemons, Garry Tallent en Steven Van Zandt.Beeld Corbis via Getty Images

Fotograaf Anton Corbijn schoof ‘The River’ van Bruce Springsteen naar voor als een van zijn favoriete songs: óók een ongeëvenaard zwart-witportret. 

Zou het zijn allermooiste song zijn? De ­spionkop van The Boss zou vast wel een rist alternatieven kunnen opsommen. Maar als je het aan de gemiddelde radioluisteraar vraagt, blijft ‘The River’ onmiskenbaar de meest tijdloze en trieste song van Bruce Springsteen.

Met deze evergreen groeide de legende uit New Jersey uit tot patroonheilige van de Amerikaanse arbeider. Ook al beweerde Springsteen zelf dat hij nooit vijf dagen aan een stuk heeft gewerkt, laat staan de binnenkant van een fabriek heeft gezien, toch staat hij bekend als een working class hero. Een pleitbezorger van het werkvolk in geruit houthakkershemd, besmeurde jeans en ­afgetrapte cowboy boots.

In ‘The River’ richt Springsteen een standbeeld op voor de Amerikaanse werkman. Het is een muzikale novelle in vijf minuten, over dromen en desillusies. Tegelijk legt hij magistraal het verstrijken van de tijd, net als de zoektocht naar liefde en geluk vast in een coming-of-ageverhaal. De inspiratie daarvoor vond hij bij zijn schoonbroer Mickey. Die was net zijn baan in de bouw kwijtgeraakt: “I got a job working construction for the Johnstown Company”, maakte Springsteen daarvan. ‘But lately there ain’t been much work on account of the ­economy.” Net als velen in volle recessie moet zijn zwager ploeteren om het hoofd boven water te houden. Die doffe wanhoop tekent ‘The River’ goeddeels: de song gaat over alle teleurstellingen en beproevingen van het volwassen leven. Het is pompen of verzuipen.

Pessimistische sequel

De zus van Bruce wist bij een eerste beluistering meteen dat de “shotgun wedding” over haar eigen trouw ging. Het was een ‘moetje’, toen ze zwanger bleek te zijn. “Then I got Mary pregnant (…) And for my nineteenth birthday / I got a union card and a wedding coat.” Gesetteld raken in je tienerjaren? Een godsgeschenk is het niet. De protagonist zwelgt dan ook in melancholie. Zo haalt hij zich de onbezorgde zwempartijen met zijn door de zon gekuste vriendinnetje voor de geest: “I remember us riding in my brother’s car / Her body tan and wet down at the reservoir.”

De rivier uit de titel geldt als metafoor: enerzijds is het een bron van leven, met een sterke stroming die krachtig genoeg is om twee geliefden uit hun slaapstadje te vervoeren naar een beter leven. Maar net zo goed is er de verwoestende kracht van water, door een economie in vrije val. De dorre bedding van diezelfde rivier (“I know the river is dry”, klinkt het in de finale strofe) staat dan weer voor alle opgedroogde dromen van een werkloze adolescent. “Is a dream a lie if it don’t come true? Or is it ­something worse?” klinkt het met een verstilde snik. Net als elke jonge kerel wilde de man van Mary zich ontworstelen aan de kleinburgerlijke suburbs waarin hij opgroeide, maar daarin is hij miserabel mislukt.

Daarmee lijkt ‘The River’ een pessimistische sequel van ‘Thunder Road’. Die song eindigde met de belofte van verlossing en ontsnapping: “So Mary climb in / it’s a town full of losers, we’re pulling out of here to win.” In ‘The River’ blijken die dromen alweer uit elkaar gespat: “Now all them things that seemed so important / Well mister they vanished right into the air”. Springsteen ontkende echter categoriek dat het over dezelfde vrouw ging: “Ik vrees dat mijn ­katholieke opvoeding daar voor méér tussen zit. Mary is voor mij eigenlijk het archetype van de vrouw. Ze kan vrijgevochten zijn, machtig, of een stumperd. Ze is elke vrouw in deze wereld.”