Direct naar artikelinhoud
InterviewLust en liefde

‘Altijd is er wel een moment dat ik denk: waarom neemt hij niet een leuk jong meisje?’

‘Altijd is er wel een moment dat ik denk: waarom neemt hij niet een leuk jong meisje?’
Beeld Thinkstock

Al tien keer hebben ze het uitgemaakt, maar Olivia (42), gescheiden moeder van twee kinderen, en haar twaalf jaar jongere vriend blijven hun mooie momenten samen koesteren. Ook al weten ze dat hun relatie uiteindelijk onmogelijk is. ‘Hadden we beiden maar de moed om hier gewoon genoegen mee te nemen.’

“Zes jaar geleden ontmoette ik op mijn werk een jongen van 25, twaalf jaar­ ­jonger dan ik. Ik was net zwanger van mijn tweede kind en al snel werden we vrolijke collega’s. Vier jaar later waren we dat nog steeds, met dat verschil dat ik net gescheiden was. Op een dag liep hij mee naar de auto en begon een gesprekje over een of andere saaie collega. Ik had hem meteen door. Zijn aandoenlijke poging een onderwerp uit te melken dat we geen van beiden de moeite waard vonden, was bedoeld om het afscheid nog even uit te stellen en als een regelrechte flirt. Een paar weken later sloeg hij in een shabby cafeetje een arm om me heen en kuste me. In de weken erop deden we dat vaker, we kusten in de parkeergarage van het werk, of snel op straat, maar waakten ervoor om wat springerig en zonder verwachtingen begonnen was, te bederven met een waas van ernst. Er was ­vanzelfsprekend geen enkele sprake van dat wij iets serieus zouden krijgen, dus konden we het beter zo luchtig mogelijk houden.”

“Maar op de vooravond van mijn vakantie belandden we toch met elkaar in bed. Daarna lukte het niet langer te blijven doen alsof wij slechts oppervlakkig iets hadden. De verbindende kracht van seks hadden we onderschat.”

Niks met kinderen

“Onze groeiende wederzijdse betrokkenheid begon op liefde te lijken, en ik vroeg me af hoe lang ik dit alles kon blijven relativeren en meer nog, wat er zou gebeuren als het me níét lukte.”

“Hij had van in het begin laten weten dat hij niks met kinderen heeft. Eén keer liet ik hem een fotootje zien van een van mijn dochters, maar hij draaide zijn hoofd weg en zei dat hij het niet sexy vond, het idee dat er twee kinderen uit mij waren gekomen. Belachelijk natuurlijk en ­jammer, maar boos, nee, boos werd ik op zo’n moment nooit. Want hij was pas 29, rond hem begonnen vrienden voorzichtig met huizen kopen. Hij was in zijn stad de feestende vrij­gezel. Bovendien was het nooit de bedoeling geweest om in deze eeuwige flirt te aarden.”

“Ik bevond me in krankzinnige mindsqueeze. Want ja, de bedoeling... Het zou de eerste keer zijn dat mijn leven zich voegde naar mijn bedoeling. Hier was ik, eindelijk had ik de fijnste man op aarde gevonden, zo stabiel en charmant dat ik me voor het eerst sinds mijn vader op mijn 17de overleed, echt op mijn gemak voelde bij een man. Maar nu ik de liefde had, kon ik er niet aan toegeven omdat hij zo jong was.”

“Vorige week huilde hij. Ook hij zat in zijn maag met de impasse die we zo graag hadden willen vermijden. Maar op een idiote manier genoot ik van de diepgang die we kennelijk samen hadden bereikt; die coole jonge gast liet tranen om mij. Mijn eigen tranen, mijn eigen verdriet probeer ik zoveel mogelijk verborgen te houden, omdat ik intuïtief weet dat wij niet gedijen bij grote emoties. Voor je het weet, worden ze uitgelegd als claim. Op onze wondermooie avonden samen plaagt hij mij liefkozend met mijn kleine oren, we roddelen over collega’s, we maken woordgrapjes, houden elkaars handen vast op tafel, hebben heel veel plezier, maar over later, het favoriete onderwerp van veel jonge geliefden, hebben we het niet. Of hij naast mij nog andere meisjes ziet, ik denk het niet. Onlangs zei hij dat hij mij er dan in gedachten naast ziet staan en dat daten zo een beetje verwarrend wordt. Maar zeker weet ik het niet.”

“Wat als het andersom was geweest. Ik de man met de twee kinderen en hij de jongere vrouw, niemand die een wenkbrauw had opgetrokken. Is het niet raar dat ik, als universitair geschoolde, in een tijd waarin het denken over seksualiteit explosief is geëvolueerd, nog steeds in lang achterhaalde kaders denk als het gaat om mijn eigen liefdesleven? Ik blijf ervan uitgaan dat deze relatie op lange termijn onmogelijk is, ook al zijn er genoeg voorbeelden van vrouwen met jongere mannen. Of is er misschien iets anders aan de hand, en durf ik geen gesprek over de toekomst te beginnen omdat hij weleens zou kunnen vinden dat ik het niet waard ben om zich in mijn kinderen en leven te verdiepen. Durf ik het niet over mijn diepste wensen te hebben omdat ik bang ben dat hij afhaakt?”

Geen toekomst

“Ik ben trots als ik naast hem loop in het park en niemand die vreemd naar ons kijkt. Maar altijd is er wel even een moment dat ik denk: wat moet hij met mij? Waarom neemt hij niet een leuk jong meisje? En dan is er nog iets wat deze liefdesconstructie een vreemde twist geeft. Want als ik heel eerlijk ben, zou ik niet eens willen dat hij stond te trappelen om de nieuwe papa van mijn kinderen te worden. Die hele geïsoleerde wereld waarin wij samen zitten is juist zo fijn omdat die geïsoleerd is.”

“Hadden we beiden maar de moed om hier gewoon genoegen mee te nemen en op ongedwongen voet verder te gaan. De afgelopen paar maanden hebben we het zeker al tien keer uitgemaakt omdat we geen toekomst zien, alsof zekerheid, welke zekerheid dan ook, beter is dan dit naamloze schitterende wat wij hebben. Konden we op onze wekelijkse momenten dat ik de kinderen niet heb maar zonder gedachten blij zijn met elkaar. Ik zou willen ­kunnen zeggen: we zien wel, dat wat wij hebben heeft geen naam nodig, geen goedkeuring, geen publiek, geen houdbaarheidsdatum.”

“Maar de behoefte aan zekerheid lijkt bij ons beiden steeds meer aan de winnende hand. Hoe gelukkig onze dagen van wandelen en tv kijken en nootjes eten van de notenbar ons ook maken. Allebei zijn we huiverig voor een ­verhouding buiten de lijnen, ook al is al zo vaak bewezen dat zekerheden – mijn huwelijk, mijn vader die te vroeg overleed – vaak ­schijn­zekerheden zijn. Vreemd hoe abstracte begrippen als toekomst en ‘zo hoort het’ je dagelijks geluk in de weg kunnen zitten.”