Direct naar artikelinhoud
Familieklap

‘Soms hebben we de verkeerde mensen vertrouwd’: Coely en Mitch Mbueno, zus en broer

Coely en Mitch Mbueno. Coely: ‘Ik zorgde als achtjarige voor mijn broer, terwijl mama werkte in een fabriek.'Beeld Wouter Van Vooren

De oudste is 26, queen van de Belgische hiphop­scene, maar toch vooral een huis­mus die geniet van haar cocon. De jongste is 23, reist tussen België en Frankrijk voor de muziek en om zijn ruste­loze ziel in te tomen. Coely en Mitch Mbueno, zus en broer.

Coely

“Muziek is wat onze familie verbindt. Mijn mama was dirigente van het kerkkoor. Mitch speelt trompet in de fanfare van de kerk en pendelt momenteel ­tussen België en Frankrijk om te spelen op alle huwelijken die door corona werden uitgesteld. Mijn jongste broertje Archange (10) heeft een engelen­stem. En ik kan ondertussen leven van mijn muziek.”

“We komen van ver. Armoede heeft generaties lang onze familie overschaduwd. Ik zorgde als acht­jarige voor mijn broer, terwijl mijn mama werkte als poetsvrouw en strijkster in een fabriek. Nadat zij haar job verloor, leefden we van een heel bescheiden OCMW-uitkering. Geld maakt niet gelukkig, maar als je echt niets hebt… Pfoeh, we hebben echt zwarte sneeuw gezien. Toch heeft mama er altijd alles aan gedaan om ons leven zo goed mogelijk te maken.”

“Hoe goed de band met mijn moeder is, zo moeilijk is het met mijn vader gegaan. Na de scheiding werd ik de speelbal van mijn ouders. Ik moest hun boodschappen overbrengen naar de ander. Ik moest de verwijten over en weer aanhoren. Dat heeft voor heel wat wrijving gezorgd. Ik dacht altijd dat niets die speciale band tussen een dochter en haar vader kon breken, but boy was I wrong. Het is pas sinds een drietal jaar dat wij een vlotter contact hebben. Ondertussen kunnen we al eens samen praten of lachen. En toen ik een jaar geleden trouwde, was hij de eerste die me advies gaf. Hij is duidelijk gegroeid als persoon. Die momenten koester ik nu het meest.”

Gekke gewoontes

Coely over Mitch: “Mijn broer is Alex Agnew in de auto. Hij bootst constant geluiden na. Een vlucht­heuvel? BOEM!”

Mitch over Coely: “Coely doopt droge ­boter­hammen in cola of fanta. ­Maar eigenlijk is dat een familie­trekje, ­gestart door onze mama.”   

“Kort nadat mijn carrière van de grond kwam, kreeg mijn moeder een beroerte, waardoor ze deels verlamd werd. Ik nam haar rol over en zorgde voor mijn broertjes. Hoewel ik dat vol overgave en met heel mijn hart deed, werd ik ­doodmoe en belandde ik in een depressie. Het was te veel. Ik kon niet overal tegelijk zijn. Even heb ik gedacht dat het leven niet meer hoefde.”

“Daar ben ik doorgekomen, mede dankzij mijn broer. Hij was er altijd om met mij te praten. Hij begreep mij volledig, want hij zat in dezelfde situatie. Zwarte mensen praten niet zo makkelijk over hun psychologisch welzijn. Met hem lukte dat wel.”

“Sindsdien zie ik ook meer de gelijkenissen tussen ons: de gekke kantjes, onze liefde voor de Congolese keuken, onze humor. Maar we blijven tegelijkertijd zo verschillend. Ik ben eerder intuïtief en emotioneel. Mijn broer is de rationele kerel die altijd zegt waar het op staat. Hij is heel direct, net zoals mijn man. Dat heb ik nodig in mijn leven, want ik kan snel overvallen worden door twijfel.”

“Als ik niet moet touren of optreden, ben ik een echte huis­mus. Ik leef graag in mijn cocon, waar het rustig is. Mijn broer kan dat niet. Hij is een rusteloze geest die niet op één plaats kan blijven. Voor de crisis werkte hij dan ook bij Eurostar, maar zijn echte droom is om steward te worden bij een vliegtuigmaatschappij. Zo kan hij de wereld ontdekken en geld verdienen. Daarom ben ik ook zo trots op hem. Hij is heel ambitieus.”

“Hoewel mijn broer veel tijd in het buitenland doorbrengt, horen we elkaar toch regelmatig. Onze beste gesprekken gebeuren ongepland, bijvoorbeeld als we samen naar de winkel gaan om daar dan drie uur voor de inkom te praten tot het donker is. Of als we onverwacht allebei bij onze mama zijn. Ze wordt daar knettergek van, want als wij beginnen te praten, dan krijgt zij er geen woord meer tussen.” (lacht)

Mitch

“Wij Congolezen zijn erg trotse mensen. We paraderen graag. We houden ervan om onszelf te tonen. Ik heb dat gevoel als ik met mijn vriendin over straat loop. Coely ervaart dat ook als ze bij haar man is. Maar dat is niet de reden waarom mijn zus op een podium staat. Dat doet ze om mensen een leuke tijd te bezorgen en iets terug te geven aan haar fans.”

“Iedereen weet ondertussen dat we niet de makkelijkste jeugd hebben gehad. Onze ouders zijn hier begin jaren 90 toegekomen. Eerst onze moeder, pas twee jaar later onze vader. Ze waren verliefd, maar lieten te veel bemoeienissen van buitenstaanders toe in hun leven. Ze waren jong en hadden hun leven niet op orde. Dat moest wel voor problemen zorgen.”

“Uiteindelijk gingen ze uit elkaar toen ik zeven of acht jaar was. Er zijn veel dingen gebeurd - waarvan ik de details liever binnen de familie hou – die ons in een onstabiele positie brachten. Coely heeft daar erg onder geleden. Ik wist wat er speelde, ik keek en analyseerde, maar besloot om mijn mond te houden. Ik heb me niet laten beïnvloeden door wat er tussen onze ouders gebeurde. Daardoor kon ik wel contact houden met onze vader. Daar was ik een vaders­kind, bij mama een moeders­kindje. Het waren twee aparte werelden.”

“We hadden het niet breed, maar onze moeder heeft altijd alles gegeven. Eigenlijk is zij de echte queen van ons gezin. Ze is de typische Afrikaanse moeder met een veel te luide stem en te veel enthousiasme. Maar ze werd nooit boos met haar stem, wel met haar blik. Oh boy, als ze woest was, dan wisten we dat heel snel.”

Coely en Mitch Mbueno. Coely: 'Hij was er altijd om met mij te praten. Hij begreep mij volledig. Zwarte mensen praten niet zo makkelijk over hun psychologisch welzijn. Met hem lukte dat wel.'Beeld Wouter Van Vooren

“Daardoor moesten Coely en ik wel samen­spannen na een ruzie. Ik herinner me goed hoe ik ooit een pot choco naar Coely gooide tijdens een ruzie. We waren alleen thuis terwijl mama aan het werken was. De witte muur hing vol bruine vegen. Hoe fel die ruzie op het moment zelf was, hoe kalm we erna naar elkaar keken en wisten: ‘Shit, dit moet nú opgekuist worden’. Uiteindelijk was onze moeder zelfs niet boos om de pot choco, wel omdat we elkaar erbij wilden lappen en niet wilden vertellen wat er gebeurd was.” (lacht)

“Door onze situatie werd er vaak op ons neergekeken. Ik weet dat mijn zus dat ook heeft ervaren. We waren vaker wel dan niet het onderwerp van de moppen van anderen. Er werd veel achter onze rug gepraat. Anderen voelden zich altijd beter dan ons. We waren de dutskes die niet van zich af durfden te bijten. Dat heeft zijn sporen nagelaten. Door wat er in het verleden is gebeurd, word ik boos om de kleinste dingen. Eén verkeerd woord kan de lont aansteken en mij doen ontploffen. Ik ben me daar bewust van en probeer eraan te werken. Fitnessen helpt me om die woede te beheersen.”

“Dat we soms de verkeerde mensen hebben vertrouwd, kan ik nu naast mij neerleggen. Het raakt me weinig. Het gat dat racisme heeft geslagen, blijft veel groter aanwezig. Het hangt rond ons als een zwart aura. Dat merkte ik ook op mijn job. Omdat ik graag de wereld ontdek, werkte ik als begeleider op de Eurostar. Op weg naar Brussel-Zuid mag ik in eerste klasse reizen. Zit ik daar in mijn uniform, dan is alles oké. Zit ik daar in mijn trainings­broek, dan word ik vermanend aangesproken met de dwingende vraag me naar tweede klasse te begeven. Gast, alsof ik niet kan lezen en zelfs in jogging niet de financiële mogelijkheden zou hebben om daar te zitten. Zwarte mensen worden alleen aanvaard als ze iets kunnen, zoals voetballers, zangers of dansers, niet om wie ze zijn. We kunnen alleen maar hopen dat het voor onze kleine broer beter wordt.”