Direct naar artikelinhoud
InterviewPierre Van Damme

Epidemioloog Van Damme: ‘De bevolkingsdichtheid is een objectieve bondgenoot van dit virus’

Pierre Van Damme: ‘De snelheid waarmee dit virus zich verspreidt is enorm.’Beeld Wouter Van Vooren

Overal in Europa is het coronavirus aan een opmars bezig. Opvallend is dat ieder land opnieuw zijn eigen specifieke lokale maatregelen treft. Epidemioloog Pierre Van Damme (61) analyseert.

Hoe kijkt u naar die oplaaiende coronacrisis binnen Europa?

Van Damme: “We volgen dat van heel dichtbij. Ook al omdat het illustratief is voor ons om die moeilijke evenwichtsoefening te begrijpen: het evenwicht tussen de maatregelen, het gedrag van de mensen en de gevolgen daarvan op de epidemie. Bovendien is het ook bijzonder leerrijk voor ons op het vlak van voorspellende waarde. Welk land doet wat, en wat zijn de gevolgen.”

Wat kunnen we leren van de individuele aanpak van de landen?

“Ik vind het heel gevaarlijk om landen met elkaar te vergelijken. Omdat je nu ook vaak heel lokale uitbraken ziet, en die zijn elk op zich weer anders. Dat gezegd zijnde, we kijken natuurlijk wel naar de trends. En op dat vlak is Spanje zeer bijzonder. Het aantal gevallen dat heel snel de hoogte ingaat, de oudere bevolking die weer in het vizier van het virus komt en de stijgingen van de ziekenhuisopnames. Ik sta daar een beetje versteld van.”

Wat is de voorspellende waarde daarvan?

“Dat we de epidemie altijd voor moeten blijven, en steeds proactief moeten handelen. Dat is de boodschap die zeer belangrijk is, niet wachten tot de besmettingen stijgen, de ziekenhuisopnames volgen enzovoort. De snelheid waarmee dit virus zich verspreidt is enorm. Zodra je het wat ruimte geeft, is het vertrokken.”

We zien in landen als Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Spanje een enorme opmars. Tegelijk spreekt men in Zweden van groepsimmuniteit en het einde van corona?

“Ik heb net nog een heel kritisch artikel gelezen over Zweden, waarin wordt gesteld dat die groepsimmuniteit er niet is. En dat in medische kringen bang wordt afgewacht. Kijk, de tol in Zweden ligt hoog, zeker in vergelijking met de andere Scandinavische landen. Je moet het tot zijn juiste proporties herleiden. Ik denk dat elk land zijn uiterste best heeft gedaan, maar eerlijk, we zullen pas over twee jaar echt kunnen opmaken welke aanpak het beste is gebleken. Niet om met de vinger te wijzen, maar om lessen te trekken.”

Vooral de grote steden worden geraakt. Daar speelt de logica van de bevolkingsdichtheid wellicht?

“De bevolkingsdichtheid is zeker een objectieve bondgenoot van dit virus. Vandaar dat je inderdaad de opmars ervan eerst ziet in de steden. Ons land is eigenlijk één grote stad in dat opzicht. En dan heb je ook nog eens de grote internationale connectiviteit, wat de uitdaging nog groter maakt. De spill-over van de jongeren op de oudere generatie moeten we dan ook op de voet volgen. De theorie van de jongeren te besmetten, en de ouderen te isoleren is dan ook niet meer dan dat: een theorie.”

Wat leert ons dat voor de Nationale Veiligheidsraad van woensdag?

“We leren van andere landen hoe ze omgaan met bijvoorbeeld de quarantainemaatregelen. Moet dat veertien dagen, of kan het korter? Tegelijk moeten we ook durven tonen wat hier wel goed gaat. Bijvoorbeeld in Zweden zijn de scholen maar voor de helft open. In bepaalde landen gaan ze lokaal weer in lockdown. We kunnen de mensen aanspreken op het feit dat niemand dit wil en dat het ook niet hoeft. Maar dat we dat met zijn allen zelf in handen hebben.”