Direct naar artikelinhoud
AchtergrondGriekenland

Teruggeduwd door mannen in het zwart: ‘Die Grieken zijn geen mensen’

Vluchtelingen worden in onderbroek teruggestuurd nadat ze Griekenland probeerden binnen te geraken via de Evros-rivier. Deze foto dateert van maart, maar de verhalen zijn er nog steeds.Beeld NurPhoto via Getty Images

Honderd tot 150 kwetsbare vluchtelingen, zou België bijkomend opvangen om Griekenland te ontlasten nadat het vluchtelingenkamp Moria afbrandde op het eiland Lesbos. Intussen doen de Grieken verder met hun pushbacks aan de rivier Evros. Vluchtelingen getuigen hoe ze mishandeld worden door mannen in zwart en in hun onderbroek teruggestuurd worden naar Turkije. ‘Voor mij zijn die Grieken geen mensen.’

Zeven keer al heeft Marwen (27) geprobeerd vanuit Turkije Griekenland binnen te komen. Zeven keer werd hij door de Griekse grenswachten teruggestuurd, de rivier de Evros over, met alleen zijn onderbroek aan, in een bootje of zwemmend.

Al die keren werd de grenswacht geholpen door ‘mannen in het zwart’, gewapende mannen met zwarte kleren en een zwarte bivakmuts. Zij droegen volop bij, zegt Marwen, aan het geweld waaraan de migranten bloot stonden. “Ik werd overal geslagen”, zegt hij. “Ik was bont en blauw.”

De mannen in het zwart zijn het grote mysterie van het harde uitzettingsbeleid van de Griekse overheid. Steeds talrijker zijn de meldingen van hun betrokkenheid bij ‘pushbacks’, het door de Griekse kustwacht terugduwen van bootjes met vluchtelingen op zee, richting Turkije. Ook bij de geforceerde terugkeer via de Evros spelen ze een rol, volgens migranten en mensenrechtenorganisaties.

De Griekse regering zegt niets te weten van mannen in het zwart, zoals ze overigens het hele fenomeen van de pushbacks ontkent. “Niets van waar”, zei premier Kyriakos Mitsotakis vorige maand tegen CNN. “We zijn het slachtoffer van een misinformatiecampagne.”

Wanhoopsbootjes

Veeleer echter lijken de migranten het slachtoffer te zijn van een Griekse campagne om hen te lozen, in strijd met internationale verdragen. Talrijk en eensluidend zijn de getuigenissen van vluchtelingen, veelal geschraagd door video’s, met telefoons gemaakt vanaf de wanhoopsbootjes.

“De bewijzen van misstanden zijn te veelvuldig om te negeren”, aldus Human Rights Watch (HRW) eind augustus in een rapport met tal van getuigenissen. Ook de Volkskrant vernam langs de Turks-Griekse grens geloofwaardige, gedetailleerde verhalen.

HRW vraagt de Griekse regering om opheldering. Net zoals de UNHCR en leden van het Europese Parlement duidelijke antwoorden willen. Over de pushbacks en over de aanwijzingen dat migranten zelfs vanuit het opvangkamp Daviata op het Griekse vasteland, waar ze al lang verbleven, in groep op de bus worden gezet en naar Turkije gestuurd, de Evros over. Oxfam Novib en WeMove Europe dienen dinsdag in Brussel een klacht in tegen Griekenland. Menige ngo vindt dat Europese landen wegkijken van wat Athene uitspookt.

Marwen kwam in 2019 aan in Turkije, na een verblijf van vier jaar en een vergeefse asielpoging in Duitsland. In zijn vaderland Marokko was hij werkloos en kansloos, maar niet politiek vervolgd. In de winterkou van december ondernam hij zijn eerste poging de Griekse grens over te steken.

Geholpen door een Syrische mensensmokkelaar, à raison van 100 euro, ging hij met een busje vol lotgenoten van Istanbul naar de grens. Eenmaal aan de overkant van de Evros werden ze opgepakt door de Griekse grenswacht en opgesloten in een detentiecentrum, een half uur verderop.

“Het was er overvol en heel vies”, zegt Marwen. Hij beschrijft de mishandelingen, volgens hem niet alleen tegen jonge mannen. “Vrouwen en kinderen slaan, wie doet zoiets? Voor mij zijn die Grieken geen mensen.”

Blootsvoets

Na twee dagen werd hij met anderen teruggebracht naar de grens. Alles werd afgepakt: ID-bewijs (Marwen: “Mijn paspoort werd verscheurd”), geld, telefoon en zelfs alle kleren, op het ondergoed na. Zo werden ze in een bootje gezet en langs een touw teruggetrokken naar de Turkse oever.

Daar liepen ze een paar kilometer blootsvoets, door de militaire zone, naar de bewoonde wereld. “We belden bij mensen aan voor hulp. We kregen water en iets te eten, wat kleren en geld voor de bus naar Istanbul.”

Zes maal zou zich dit de afgelopen maanden herhalen voor Marwen, met kleine variaties in het relaas. Soms werden de migranten vanaf de Griekse oever gewoon in het water geduwd, zegt hij, dan moesten ze zwemmen. Of midden in de rivier werden ze uit het bootje gekieperd. Begin september verdwenen zo twee jonge Marokkanen, kennissen van Marwen, in het water. Ze konden niet zwemmen.

Soms werden ze in Turkije opgevangen en op de bus naar Istanbul gezet door de politie, diverse malen door vrijwilligers van Josoor, een kleine Oostenrijkse ngo die vluchtelingen helpt wier rechten worden geschonden. Vluchtelingen hebben het recht om individueel asiel aan te vragen.

De Griekse premier Kyriakos Mitsotakis (l.) verwelkomde de voorzitter van de Europese Raad Charles Michel voor een vergadering vorige week.Beeld EPA

‘Poorten naar Europa’

Het opvangen gebeurt bijvoorbeeld bij het benzinestation van Türkiye Petrolleri net buiten de stad Uzunköprü. De migranten verzamelen zich op het vergane speelplaatsje erachter, waar twee afgebladderde draaimolenpaarden en een gehavende dolfijn in het vergeelde gras liggen. “Soms kunnen ze hier in de werkplaats blijven”, zegt de beheerder.

Toen de Turkse regering eind februari de “poorten naar Europa opende” en duizenden migranten naar de grensstad Edirne trokken om een poging te wagen Europa binnen te komen, breidde Josoor haar activiteiten uit van Griekenland naar Turkije. Een team van twee mensen verblijft sindsdien in Edirne, om uit te rukken bij elke melding van een groep migranten die de rivier over wordt gezet.

“Sindsdien zijn we bijna elke dag eropuit gegaan”, zegt Natalie Gruber, medeoprichter van Josoor. Of nacht eigenlijk, want gewoonlijk stuurt de Griekse grenswacht de migranten tussen twee en vijf uur ’s ochtends terug.

“We geven ze kleren, wat eten en geld voor de bus”, zegt Gruber. “Voor het vertellen van hun verhaal zijn ze te uitgeput. De getuigenissen schrijven we pas op in Istanbul.” Dat is een belangrijk onderdeel van het werk van Josoor. De verslagen komen op de site van het Border Violence Monitoring Network, waarmee Josoor samenwerkt.

Griekse soldaten houden een groep vluchtelingen aan in de Evros-regio in maart. Nog steeds zijn er getuigenissen van mishandelingen door de autoriteiten, zegt onder meer een rapport van Human Rights Watch.Beeld REUTERS

‘Pushbacks’

In aantallen ‘pushbacks’ doet de Evros volgens Gruber nauwelijks onder voor de Middellandse Zee, waar de Turkse kustwacht dit jaar zesduizend gevallen telde. De schrijnende taferelen daar lopen echter meer in het oog, ook doordat migranten in bootjes vaak een telefoon hebben waarmee ze kunnen filmen. Aan de grensrivier worden telefoons stelselmatig afgepakt.

Josoor houdt vanuit Turkije ook in de gaten wat aan de Turkse kust gebeurt met migranten die aanspoelen na een pushback. “We hebben ervan afgezien ons aan de kust te vestigen. De plekken waar migranten aan land komen, liggen veel te ver van elkaar.”

Ook de vele getuigenissen van op zee teruggestuurde migranten komen tot in detail overeen. Hun boot wordt door de Griekse kustwacht richting Turkije gesleept, de motor onklaar gemaakt. Bezittingen worden ingenomen. Of ze worden in kleine bootjes gezet en naar Turkije gejaagd, waar de Turkse kustwacht ze oppikt.

“We waren heel bang. Sommigen moesten overgeven”, zegt de 15-jarige Leila uit Syrië in het HRW-rapport. “Stel je voor dat je midden op zee bent en niet weet wat er met je gaat gebeuren. Het was nacht. Het bootje had geen motor.”

En ook op zee: mannen in het zwart. Ze opereren op schepen van de Griekse kustwacht, samen met de officieren. “En misschien zíjn het wel leden van de kustwacht”, zegt Gruber. Josoor heeft een filmpje van 11 juli waarop zes gewapende mannen in het zwart met bivakmutsen duidelijk te zien zijn. Hun shirts hebben het embleem van de kustwacht. Mogelijk ook zijn het volgens Gruber politie- of legermensen die in hun vrije tijd de vuile klusjes van de kustwacht opknappen.

Laatste ontwikkeling: mannen in het zwart die Duits spreken. Diverse migranten getuigden daarvan. Ook Marwen kreeg met ze te maken, tijdens zijn laatste inreispoging. “Ik was doodsbang dat ze zouden ontdekken dat ik Duits spreek.” Gruber: “Wie zijn het? Dat is de vraag. Vermoedelijk Duitse leden van de Europese grensbewaking Frontex. Alleen: bewijs het maar eens.”

Het schrikt Marwen, de jonge Marokkaan met zijn tot nu onbenutte informaticadiploma, niet af. Maandagnacht probeert hij het opnieuw, voor de achtste keer. “Ik heb niets te verliezen.”