Verpleger Philippe Iliaens, die dagelijks voor de verzorging van de moeder aan huis komt, merkte de brand op: “Bij de verwarming achteraan in de woning heeft iets vuur gevat. Dat is beginnen smeulen. Ik heb meteen de hulpdiensten verwittigd.”

Niet zo ver van het ouderlijk huis woont Alfons Vanerum, de tweede van de vier zonen van het gezin Vanerum. Hij snelde ook te hulp. “Toen ik hier toekwam, zaten onze ouders al in de ziekenwagen.”

De brandweer kon de brand beperken, maar het huis liep wel rook- en waterschade op. Daardoor was het niet mogelijk om in het huis te verblijven. Bovendien werd de verwarming uitgeschakeld en werd de stekker van een aantal toestellen uitgetrokken.

Burgemeester Erik Van Roelen kwam zich samen met verpleegkundige Philippe Iliaens van de ernst van de toestand vergewissen. In overleg werd beslist dat de bewoners elders onderdak krijgen. “De komende nacht zullen onze ouders nog voor verzorging in het ziekenhuis blijven”, vertelt zoon Luc. “Zelf krijg ik deze nacht onderdak in een noodwoning van het OCMW. Voor de volgende dagen moeten we bekijken wat mogelijk is.”

Een ploeg van de politie bracht de man naar zijn tijdelijke onderkomen. Voor tweede zoon Alfons roepen de gebeurtenissen een andere nare herinnering op. “Onze grootouders hebben het leven gelaten bij verstikking door een slecht werkende Leuvense stoof. Zij lagen mij heel na aan het hart. Bompa was tegelijk ook mijn peter.”