Direct naar artikelinhoud
AnalyseCoronacrisis

En op het einde winnen de Duitsers: het geheim achter het Duitse coronasucces

En op het einde winnen de Duitsers: het geheim achter het Duitse coronasucces
Beeld AP

Duitsland lijkt het in deze pandemie beter te doen dan andere westerse landen. Het aantal doden en nieuwe besmettingen ligt er lager dan bij ons. Wat is het Duitse geheim? Een combinatie van factoren, zo blijkt, én een topviroloog in een glansrol.

1) Voor we beginnen: een disclaimer

Ook in Duitsland gaan de besmettingscijfers bijna overal opnieuw de hoogte in. Alleen valt dat door de federale structuur van het land wat minder op. Duitsland bestaat namelijk uit zestien deelstaten, die elk hun eigen regering én hun eigen coronamaatregelen hebben. En de verschillen daartussen zijn immens. In sommige staten zijn mondmaskers op school verplicht, in andere dan weer niet. Sommige deelstaten willen de regels zo veel mogelijk versoepelen, andere willen ze zo streng mogelijk. En ook de coronacijfers verschillen erg van regio tot regio. Enkele steden zoals de hoofdstad Berlijn doen het een pak minder goed dan de plattelandsregio’s. 

Duitsland kampt ook met dezelfde problemen als de rest van Europa, meent Ab Osterhaus, de Nederlandse topviroloog die aan de Tiho-universiteit in het Duitse Hannover werkt. Hij wil het ‘Duitse succes’ voor een stuk relativeren. “Er is in Duitsland evengoed een probleem met jongeren die nu besmet raken en ook de acceptatie van de maatregelen gaat er fel achteruit”, zegt hij.  Afgelopen zondag waren in Düsseldorf alleen al tienduizend manifestanten op een protestmars en bij protesten in Dresden kwam het zelfs tot relletjes met de politie.

Met andere woorden: Duitsland is verre van een wonderland, waar alles in coronatijden geheel naar wens verloopt. We moeten Duitsland ook eerder zien als de optelling van zestien ‘Duitslanden’, waartussen de verschillen heel groot zijn. 

Maar dat neemt niet weg dat het land al de hele crisis over het algemeen een beter bilan kan voorleggen dan de meeste andere westerse landen. Een voorbeeld: Duitsland zat de afgelopen 14 dagen op 27 nieuwe vastgestelde besmettingen per 100.000 inwoners. België had er maar liefst 125. En sinds het begin van de crisis zijn er net iets meer Belgische (9.955) coronadoden gevallen dan Duitse (9.409), terwijl er meer dan 80 miljoen Duitsers zijn tegenover 11 miljoen Belgen. Zelfs als we in rekening brengen dat ons land de sterfgevallen ruimer telt en dat we in vergelijking met andere landen een veel oudere en dus voor dit virus kwetsbare populatie hebben, dan nog is het verschil significant.

Dat ons brengt bij de vraag: wat maakt Duitsland tot ‘Coronaweltmeister’?

2) Wie vroeg in actie schiet, blijft de hele crisis voorop

Noem het gerust ‘Hurenglück’ of in het Vlaams: ‘hoerenchance’. Als land een wereldvermaarde coronaviroloog in de rangen hebben wanneer er een coronacrisis uitbreekt, kan wonderen doen. Professor Christian Drosten, hoofd virologie in het Berlijnse universitair ziekenhuis Charité, was in 2003 de medeontdekker van het eerste SARS-virus waaraan het nieuwe coronavirus, met de wetenschappelijke naam SARS-CoV-2, verwant is. Hij wordt door heel wat collega’s, onder wie ‘onze’ Marc Van Ranst, zonder meer ‘de beste viroloog ter wereld’ genoemd.

Toen Christian Drosten begin januari bericht kreeg vanuit China dat er daar een nieuw virus lelijk huishield, was hij meteen gealarmeerd. Hij maakte stante pede zijn agenda vrij en schoot meteen in actie. De Chinezen zetten ook al snel een genoomsequentie van de boosdoener, de bouwplannen van het virus zeg maar, online. Tegen half januari had Drosten al een wetenschappelijke paper klaar waarin hij het had over een zogenaamde ‘pcr-test’ om dat vreemde – toen zelfs nog naamloze – virus op te sporen. Hij werkte daarvoor onder meer samen met professor microbiologie Herman Goossens (UAntwerpen), met wie hij een nauw contact heeft.

Christian Drosten is in Duitsland nog altijd dé expert naar wie geluisterd wordt. Door zijn populariteit zorgt hij ermee voor dat de maatregelen goed opgevolgd worden.Beeld via REUTERS

Drosten vond meteen ook een biotechbedrijf in Berlijn bereid om op basis van de paper testkits te produceren. Toen de eerste besmettingen opdoken, was Duitsland dan ook veel beter voorbereid dan welk ander westers land ook. Tegen 8 maart waren er ginder al 125.000 testen uitgevoerd. Ter vergelijking: op dat ogenblik woedde in ons land nog de discussie of die Covid-19 nu meer was dan een besmettelijk vallingske en of die experts die zeiden dat dit erg zou worden nu dramaqueens waren of niet. De Belgen kregen vooral de raad handen te wassen en elkaar niet meer te kussen.

Ondertussen namen de Duitsers een voorsprong, die ze nooit meer uit handen gaven.

3) Kordaat optreden loont

Al speelt het toeval ook een rol. Duitsland kreeg al heel vroeg te maken met het virus. Op 27 januari raakt een aantal werknemers van een auto-onderdelenfabrikant in de zuidelijke deelstaat Beieren besmet nadat een collega uit China het bedrijf heeft bezocht. Voor de meeste landen, waaronder het onze, was het vreemde virus toen nog een Chinese ver-van-mijn-bedshow. Maar dankzij Drosten liggen in Duitsland een aantal testen klaar en die worden meteen ingezet om niet alleen de werknemers maar ook al hun contacten te testen. De mini-uitbraak is snel onder controle, maar het zet de medische wereld in Duitsland volledig op scherp. Ziekenhuizen bereiden speciale afdelingen voor, laboratoria kopen extra voorraden in, bedrijven beginnen op grote schaal testen te produceren.

Een goeie maand later is het in heel wat landen chaos. Reizigers uit zwaar getroffen landen zoals Italië keren, vaak mét het virus, terug. Tegelijkertijd zorgen onder andere carnavalsfeesten voor een verdere verspreiding. Ook in Duitsland. Maar terwijl de meeste landen nog twijfelen over de juiste strategie en communicatie, zet Duitsland meteen de grove middelen in. Wanneer een koppel carnavalsvierders in Heinsberg, op de grens met België en Nederland, besmet blijkt te zijn, wordt meteen beslist om in de regio scholen en openbare gebouwen te sluiten. En alle aanwezigen en hun contacten massaal te testen.

De Nederlandse topviroloog Ab Osterhaus. 'Duitsers zijn van nature wellicht een stuk gedisciplineerder zijn dat bijvoorbeeld Vlamingen of Nederlanders.'Beeld Martijn Gijsbertsen

Hendrik Streeck, een viroloog uit Bonn, vertelde in The New York Times dat hij eind februari voor het eerst een besmette patiënt binnenkreeg. “Het was een 22-jarige leraar, die niet ziek was maar de besmetting had opgelopen op een carnavalsfeest. Er is meteen besloten om alle 235 collega’s en leerlingen te testen. De school ging meteen dicht.”

Volgens Streeck heeft die lokale aanpak van in het begin goed gewerkt. “In Duitsland kan elke deelstaat zijn eigen beleid bepalen. We konden op die manier telkens goed inspelen op lokale brandjes, waardoor de crisis beter onder controle te houden was.”

Duitsland besloot ook al vroeg in de crisis om niet te besparen op testing en tracing. De afgelopen maanden stopte de regering al miljarden in de infectiezorg, aankoop van materialen, het uitbreiden van testlocaties en het aantrekken van tracers. De redenering is dat die kosten zichzelf terugbetalen. Zoals de Duitse gezondheidsminister Jens Spahn zei: “Te weinig testen kost ons meer dan te veel testen.”

Al lukt dat ook in Duitsland lang niet overal meer, weet Ab Osterhaus. “Ik hoor toch binnen mijn eigen circuit dat het vaak te lang duurt vooraleer iemand getest kan worden of het resultaat ervan weet. Vooral in Nedersaksen, waar ik werk, en het nabijgelegen Noordrijn-Westfalen. Ook hier hangt het dus heel erg van deelstaat tot deelstaat af.”

Ook over Baden-Württemberg en Beieren, in het zuiden van het land, kwamen al verhalen over een falend testbeleid. In augustus moesten in Beieren enkele duizenden reizigers die terugkeerden van een vakantie in het buitenland ongeveer een week wachten op hun testresultaten.

4) Een goed uitgebouwd ziekenhuisnetwerk is een meerwaarde

Het was al een tijdje een groot debat in Duitsland: moet de uitgebreide ziekenhuiscapaciteit wel behouden blijven? Duitsland heeft in verhouding een pak meer ziekenhuis- en intensive carebedden dan de andere Europese landen. Duitsland heeft 34 ic-bedden per 100.000 inwoners. In Italië bijvoorbeeld zijn dat er maar negen en in Nederland zelfs zeven. Ons land heeft er zeventien. Bij ons bestond een plan om dat aantal af te bouwen, maar die afbouw was nog maar net ingezet. Net ons hoge aantal ziekenhuisbedden heeft er tijdens de eerste golf mee voor gezorgd dat het gezondheidssysteem overeind gebleven is. 

Maar de beelden van overvolle Italiaanse ziekenhuizen deden bij ons wel alle alarmbellen afgaan. Wat als ons systeem alsnog zou instorten? Dan zouden er, net als in Italië, patiënten die normaal gered kunnen worden toch sterven. Omdat er geen plaats is voor hen. En dus kwamen er adviezen vanuit de beroepsverenigingen van intensivisten en geriaters om oudere, erg verzwakte patiënten niet meer naar het ziekenhuis te brengen. Dat zorgde dan weer in de woon-zorgcentra voor heel wat verwarring. Want die adviezen werden daar begrepen als: hou jullie bewoners maar zelf bij. Iets waarvoor de rusthuizen helemaal niet uitgerust waren. Maar liefst 65 procent van de overlijdens door corona vielen net in die rusthuizen.

Protestmars in Düsseldorf. 'De acceptatie van de maatregelen gaat fel achteruit.'Beeld Fabian Strauch/dpa

In Duitsland was er plaats zat in de ziekenhuizen. Het land had in 2014 de ebola-uitbraak in West-Afrika heel serieus genomen en had voorgenomen zich klaar te houden voor een volgende uitbraak van een ziekte. Er zijn toen honderden miljoenen gestoken in infectiecentra, met eigen bedden en gespecialiseerd personeel. In Duitsland hebben ook de kleinere ziekenhuizen een infectieziektencentrum en een aanzienlijk aantal ic-bedden. Dat kostte Duitsland in vredestijd handen vol geld, vandaar het debat, maar kwam tijdens de pandemie bijzonder goed van pas. “Net door onze grote capaciteit zijn we nooit in de problemen gekomen”, zegt Martin Stürmer, viroloog uit Frankfurt in Le Monde. “Op die manier kon én kan nog altijd het aantal sterfgevallen goed onder controle gehouden worden.”

5) Eenheid in communicatie werkt motiverend

Als er redenen gezocht worden voor het Duitse ‘coronasucces’ wordt doorgaans in de richting van bondskanselier Angela Merkel gekeken. Zij wordt door heel wat internationale waarnemers als het geheime wapen van Duitsland in deze crisis beschouwd. Haar kalme uitstraling en vooral haar vermogen om maatregelen bevattelijk uit te leggen aan de burgers worden alom geprezen.

Ook bij ons kijken experts ietwat jaloers naar wat Frau Merkel de hele crisis al doet. In een blogpost schreven tien experts, onder wie Marc Van Ranst, Erika Vlieghe, Pierre Van Damme en Niel Hens, deze week nog dat de kanselier “regelmatig, duidelijk en met politiek gezag” communiceert. Terwijl er in ons land volgens hen vooral een duidelijke doelstelling ontbreekt.

De blogpost was een nauwelijks verholen kritiek op de communicatie van onze premier Sophie Wilmès (MR), die donderdag in de Kamer zelf verwarring zaaide door te waarschuwen dat er binnenkort meer beperkingen zullen komen – een dag nadat de overheid een aantal wijzigingen had doorgevoerd, die door het grote publiek vooral als versoepelingen gezien werden.

Volgens onze topexperts moet Wilmès dus meer een soortement Merkel worden. Maar volgens viroloog Ab Osterhaus is de factor Merkel maar een deeltje van het Duitse succesverhaal. Hij wijst vooral in de richting van, alweer, viroloog Drosten, die erin slaagt om nog altijd een meerderheid van de Duitsers achter zich te krijgen. “Hij is een wereldvermaarde coronaviroloog, die al zolang ik hem ken met coronavirussen bezig is”, zegt Osterhaus. Drosten werkt ook hard aan zijn communicatie. Hij duikt niet alleen, Van Ranst-gewijs, constant op in de media. Hij heeft, net als Merkel zelf overigens, een eigen podcast over het virus. En ruim 400.000 volgers op Twitter. Al krijgt hij ook kritiek. Hij wordt weleens de ‘coronafluisteraar van Merkel’ genoemd, wat hem kwetsbaar maakt voor aanvallen van tegenstanders van Merkel en haar beleid.

Maar het feit dat Drosten en Merkel meestal op dezelfde lijn zitten, zorgt er wel voor dat er eenheid in communicatie is. Daardoor is de boodschap voor de bevolking duidelijk en is die ook meer geneigd om mee te stappen in het verhaal. Iets waar zelfs Osterhaus met gezonde afgunst naar kijkt. “Ik heb in Nederland al herhaaldelijk laten blijken dat ik het niet eens ben met het officiële beleid”, zegt hij. “En ik doe dat altijd op basis van wetenschappelijke evidentie. Maar zulke discussies zijn inderdaad niet goed voor de duidelijkheid naar de bevolking toe. Daar ben ik me jammer genoeg van bewust.”

Drosten heeft dus als het ware ‘geluk’ met iemand als Merkel, die zelf natuurwetenschappen heeft gestudeerd en begrijpt hoe wetenschap werkt. Dat wetenschap het soms moet doen met tegenstrijdige data en dat er zoiets bestaat als voortschrijdend inzicht. En dat zoiets helemaal niet problematisch hoeft te zijn, zolang je dat maar goed kan uitleggen en kaderen. 

Maar ook Merkel heeft ‘geluk’ met een viroloog als Drosten, die er door zijn populariteit mee voor zorgt dat de maatregelen over het algemeen goed opgevolgd worden. “Al moet natuurlijk ook gezegd worden dat Duitsers wellicht van nature een stuk gedisciplineerder zijn dat bijvoorbeeld Vlamingen of Nederlanders”, vindt Osterhaus. Iets wat volgens de viroloog ook wel voor een stukje kan meespelen.

Drosten heeft tijdens de crisis nochtans ook steken laten vallen. Hij kwam in juni met de voorlopige resultaten van een onderzoek waaruit bleek dat kinderen even besmettelijk zouden kunnen zijn als volwassenen. Zijn bedoeling was om, zoals dat gaat binnen de wetenschap, zijn resultaten voor te leggen aan vakgenoten. Hun kritiek was vernietigend: in het onderzoek bleken grote statistische fouten gemaakt te zijn. Drosten had zich volgens zijn collega’s wat vergaloppeerd en gaf dat ook vrij snel zelf toe. Maar het boulevardblad Bild, dat al een hele crisis lang campagne voert tegen Drosten omdat het vindt dat hij te veel meeheult met Merkel, greep dat aan om op zijn voorpagina te koppen dat de ‘sterviroloog grove fouten gemaakt had’.

Het heeft Drosten zeker niet blijvend beschadigd. Want terwijl in ons land experts al eens over elkaar durven rollen, is Drosten in Duitsland nog altijd dé expert naar wie geluisterd wordt. Osterhaus: “Je ziet het in Duitsland ook, hoor. De mindere goden onder de experts, die eigenlijk van hun leven nog nooit met een coronavirus te maken hebben gehad, gaan zich in de discussie mengen en geven afwijkende meningen. Maar die stoorzenders krijgen in Duitsland, in tegenstelling tot in andere landen, weinig kans. Omdat de credibility van Drosten heel erg groot blijft.”

Drosten zelf, die liever geen interview geeft aan De Morgen omdat hij volop wil focussen op zijn eigen land, blijft bovenal heel voorzichtig. Als de Franse krant Le Monde hem afgelopen weekend vraagt waarom Duitsland relatief gespaard is gebleven van de epidemie wijst hij vooral naar het feit dat er in zijn land meer mensen alleen wonen dan in bijvoorbeeld de meer zuiderse landen. Maar, benadrukt hij meteen: “Duitsland is geen eiland. Daarom moeten we te allen tijde voorzichtig blijven.”