Direct naar artikelinhoud
InterviewTelevisie

Linde Merckpoel en Siska Schoeters: ‘Wij houden van echte, brede kerels’

Linde Merckpoel en Siska Schoeters: ‘Wij houden van echte, brede kerels’
Beeld Johan Jacobs

Linde Merckpoel (35) en Siska Schoeters (38) zijn er dit jaar allebei weer aan begonnen. In de tweede aflevering van Durf te vragen sloeg Schoeters een barones met verstomming door aan tafel nietsvermoedend brokken brood in de jus te dopen, en onthulde ze en passant het wezen van de adel. Merckpoel danste voor haar vlog met het verzorgend personeel van het ASZ Aalst de ‘Jerusalema’, en ontroerde zoals alleen zij dat kan. Ze is ook zwanger en veroorzaakte een hetze toen ze durfde te ontkennen dat ze op een roze wolk zit. Schoeters sprong meteen uit haar vel en op de bres, en bereidt Merckpoel nu voor: ‘Straks krijg je ook de borstvoedingsmaffia nog over je heen!’

We zitten samen aan een keukentafel in Gent. Linde Merckpoel en ik eten koekjes, en Siska Schoeters drinkt een dieetshake, waarover later meer. Ze hebben net gehoord dat ze door Studio Brussel zijn opgeroepen als hulptroepen, nu vijftig medewerkers in quarantaine moeten. Linde was er nog maar net weg.

Voelde je heimwee, Linde, of had je Studio Brussel met volle overtuiging achter je gelaten?

Siska Schoeters: “Waarom maakt iedereen er toch zo’n zaak van als iemand bij Studio Brussel vertrekt? Op een gegeven moment heb je er alles gedaan wat je kon doen en heb je er de mooiste tijd van je carrière beleefd, maar zit je tijd er gewoon op.”

Linde Merckpoel: “En het zal nooit beter worden dan daar, hè? Je bent er groot geworden en je hebt er vrienden gemaakt, maar er zit een houdbaarheidsdatum op ons profiel bij StuBru.”

Hebben jullie hetzelfde profiel?

Merckpoel: “Ja, we zijn alle twee types die graag spitsprogramma’s presenteren.”

Schoeters: “Ik ben ook alleen maar een presentator, en niet zo’n goeie redacteur. Als ik iets moet opzoeken, bel ik altijd naar een vriendin. Ik vind nooit iets – Tomas (De Soete, haar levensgezel, red.) lacht daar altijd mee. Behalve als ik een paar schoenen of een nieuwe jeans zoek: die vind ik supersnel.”

Merckpoel: “Voor mijn vlogs ben ik mijn eigen redacteur, ik doe alles: de telefoons, nadenken over een onderwerp, het uitwerken, beelden monteren en online zetten, samen met Arnout (Bracke, red.). Ik heb graag alles in de hand. Dan kun je ook snel inspelen op wat er leeft en iets maken wat scoort. Dat is wat wij willen: iets maken wat er mag zijn en waarmee we kunnen uitpakken. Dat ging bij StuBru niet meer. Ze zetten daar om de paar jaar op nieuwe mensen in, en ik was er niet meer bij. Als je dan vindt dat wat jij maakt het verdient om beter uitgespeeld te worden, moet je ergens anders naartoe.”

Het DNA van Studio Brussel is ook veranderd.

Schoeters: “Dat moest, om de early adopters weer mee te hebben. StuBru was één van de eerste zenders die groot waren op Facebook, Twitter en Instagram. Nu dat mainstream is geworden, hebben ze besloten om weer helemaal voor de muziek te gaan.”

Merckpoel: “Mijn video’s gaan niet vaak over muziek, dus het afscheidsgesprek met mijn baas was heel simpel, én aangenaam.”

En je kon meteen terecht bij Eén.

Merckpoel: “Ik had al een paar gesprekken met mensen van Eén gehad, waarin ik duidelijk had gemaakt dat ik video’s wil blijven maken. Na de video's die ik tijdens de coronacrisis vanuit mijn huiskamer had gemaakt (zoals het pakkende interview met verpleegster Elien, red.), zeiden ze: ‘Dit willen we.’”

Schoeters: “Jij bent echt waar je moet zijn, hè. Je bent heel sociaal geëngageerd. Dat zit ook steeds meer in je video’s, zonder dat het pathetisch is. Alles is zo juist.”

Merckpoel: “Dat is precies wat ik net in de auto over jou zat te denken. Jij hebt ook gevonden wat je graag doet, je zit goed in je vel en dat straalt af op alles wat je doet.”

De aflevering van Durf te vragen over de adel was echt af. De blik van de barones toen jij nietsvermoedend je brood in de saus zat te soppen, was hilarisch. En je kwam zoveel te weten, terwijl de adel zichzelf anders zo afschermt.

Schoeters: “Er is wel een overkoepelend orgaan dat alles goed in de gaten heeft gehouden, hoor.”

Maar niemand is bestand tegen het ontwapenende wezen dat je bent, ook de adel niet.

Schoeters: “Merci. Dat is het voordeel van 35 plus te zijn: ik heb ontdekt wat ik kan en niet kan, wat ik belangrijk vind en wat niet, en met welke kleren ik sta en met welke niet. Daardoor komt er een rust over me die er ook voor zorgt dat ik alles waar ik aan begin, beter doe.”

Merckpoel: “Ik vind het tof om je zo ontspannen bezig te zien. Je lijkt helemaal geen drang te hebben om je te bewijzen.”

Schoeters: “Jij bent ook veel rustiger dan vroeger.”

Maar Linde maakt wel liever video’s dan televisie, omdat tv te sloom is.

Merckpoel: “Ik ben op mijn sterkst als ik video’s maak zoals ik destijds mijn ochtendshow op StuBru maakte. Ik zat alles nog te bedenken terwijl ik het al aan het maken was. Het ene moment hoor ik dat ik naar Amerika kan om de Belgian Cats te filmen, en het volgende moment zit ik al op het vliegtuig. Dan voel ik me wakker en heb ik het gevoel dat ik hard aan het leven ben.”

Terwijl je toch ook van controle houdt, en er bijvoorbeeld nu al op een briefje op de ijskast staat wat je volgende dinsdag zult eten.

Merckpoel: “Net daarom heb ik zo graag die snelle actie. Dan ben ik gedwongen mijn buikgevoel te volgen en heb ik geen tijd om te twijfelen en alles kapot te denken.”

Linde Merckpoel en Siska Schoeters: ‘Wij houden van echte, brede kerels’
Beeld Johan Jacobs

ZWIJGEN EN BAREN

Jullie hebben een plan en een duidelijke visie, dat is jullie niet altijd in dank afgenomen. ‘Op vrouwen met een mening wordt snel ingehakt’, zei jij al eens, Linde. En jij, Siska, zei dat veel mensen het nog steeds niet graag hebben als je als vrouw laat horen dat je ambitieus bent.

Schoeters: “Ja, dan ben je een bitch die de baas poept, die zo snel mogelijk aan de top wil raken en haar kinderen verwaarloost.”

In 2020?

Schoeters: “Ja. Wij in de media en de kunsten beseffen soms niet genoeg dat we in een niche leven en dat veel mensen heel andere prioriteiten hebben. Zij vinden bijvoorbeeld dat vluchtelingen hier niet welkom zijn.”

Merckpoel: “Blijkbaar mag je als vrouw ook nog steeds niet vinden dat je, ook al word je moeder, nog andere dingen verwacht van het leven dan alleen mama zijn. Hoeveel modder ik over me heen heb gekregen toen ik dat had durven te zeggen!”

Schoeters: “Je moet zwijgen en baren, hè.”

Merckpoel: “Vreselijk. En dan zeiden ze ook nog dat vrouwen tegenwoordig verwend zijn! Ik dacht: wat? Ben ik verwend omdat ik hetzelfde van het leven verlang als mijn partner? Dat is toch absurd?”

Schoeters: “Waanzinnig. Ik word ook nog steeds achtervolgd door mijn uitspraak van de kleine fuckers (Schoeters zei in 2015 dat ze blij was dat ze om zeven uur ’s avonds van haar ‘kleine fuckers’ verlost was, red.). Echt elk interview begint daarmee, maar het is verdomme vijf jaar geleden dat ik dat heb gezegd.”

Ik dacht dat iedereen nu wel klaar was met het idee van de roze wolk waar je als moeder op hoort te zitten?

Schoeters: “Ik heb die wolk welgeteld zeven uur ervaren: de eerste zeven uur nadat Minnie was geboren, en ze sliep. Daarna heeft ze nooit meer doorgeslapen. Ze doet dat al vier jaar niet. Ik ben net nog met haar naar een crazy witch woman geweest. Ik heb echt álles al geprobeerd. Bij Lucien (9) is er zelfs nooit sprake geweest van een wolk, alleen maar van paniek. Iedereen zei: ‘Volg gewoon je buikgevoel.’ Maar de eerste vijf jaar was het enige wat mijn buik zei: ‘Ik weet het niet, want ik heb nog nooit een baby gehad.’”

Voor iedereen die het nog niet weet: de idylle van de roze wolk bestaat niet.

Merckpoel: “Vooral mannen hebben het daar moeilijk mee, merk ik. Veel vrouwen hebben zich na de hetze op Instagram achter mij geschaard.”

Schoeters: “Destijds hebben ook veel vrouwen me aangevallen, hoor.”

Merckpoel: “Echt?”

An Lemmens en Erika Van Tielen hebben er in ieder geval hun zegje over gedaan.

Schoeters: “Ik vind vrouwen vaak heel hard voor elkaar. Volgens mij zijn we dat zelf ook. Ik probeer daar nu echt op te letten. Ik snap wel dat vrouwen ervoor willen kiezen om thuis te blijven en voor hun kinderen te zorgen. Mijn moeder heeft dat ook gedaan – ze heeft er vier gekregen, en dat was een fulltimejob. Daar is nog steeds niet genoeg erkenning voor.”

‘Ik ga straks weer mee met de Belgian Cats,’ zei je, Linde, ‘ook al lig ik misschien te huilen op de hotelkamer.’

Merckpoel: “Ja, maar voor hetzelfde geld zie ik dat straks niet meer zitten. Ik zou vooral willen dat ik dat blíjf willen. Ik hou ervan dat ik ambitieus en nieuwsgierig ben. Stel je voor dat ik straks liever thuisblijf en denk: het kan me allemaal niet zoveel meer schelen. Dat vind ik zo eng, dat ik niet weet wat voor iemand ik straks zal zijn.”

Schoeters: “Als je straks wilt thuisblijven, is dat toch niet erg? Je zult straks de moeder zijn die je wilt zijn. Betekent dat dat je met je dochter de Kilimanjaro wilt beklimmen, dan dóé je dat gewoon. Alles kan. Als moeder krijg je een extra laag, maar echt veranderen doe je niet, hoor.”

Jij was toch ook blij dat je weer aan het werk kon? Ik herinner me nog dat werken opeens als vakantie aanvoelde toen ik moeder was geworden.

Schoeters: “(lacht) Ik kwam gisteren in de studio Sabine Hagedoren tegen, ze zag de grote smile op mijn gezicht en zei: ‘Uw congé is ook weer begonnen, zeker?’ Ik ben zo blij dat mijn kinderen weer naar school gaan. Maar ik vind het ook zalig om aan de schoolpoort te staan en ze in mijn armen te voelen – om er vervolgens om zeven uur van te genieten dat ze in hun bed liggen. (grijnst)

Merckpoel: “Weet je wat me ook zo kwaad maakte? Toen ik over mijn paniek over mijn zwangerschap had verteld, zeiden mensen: ‘Je had er vooraf over moeten nadenken.’ Natuurlijk heb ik er vooraf over nagedacht! Je kunt toch een jaar lang een wereldreis voorbereiden en als je op het vliegtuig zit, even denken: fuck, nu kan ik niet meer terug!”

Schoeters: “Toen ik zwanger was, was ik niet in paniek zoals jij, Linde. Ik was 30 kilo bijgekomen, maar ik voelde me mooier dan ooit.”

Merckpoel: “Ik kan het soms griezelig vinden dat er een wezentje in mij groeit dat me van alles lijkt af te nemen: mijn energie, mijn goed humeur... Ik word gek van die hormonen die me alle kanten op jagen. Ik heb tegenwoordig de slappe lach en huilbuien tegelijk. En dat lichaam! Soms kijk ik in de spiegel en vraag ik me af: wie is dat? Ik heb ook helemaal niet graag van die grote borsten. Ze zijn twéé cupmaten groter. Soms denk ik: ik zie eruit alsof ik drie baby’s ga krijgen.”

Schoeters: “Ga je borstvoeding geven?”

Merckpoel: “Dat weet ik nog niet.”

Schoeters: “Oei oei, straks krijg je ook de borstvoedingsmaffia over je heen! ‘Linde, geef die borst, want dat is het beste voor je kind!’”

Merckpoel: “Mijn gynaecoloog heeft gezegd: ‘Doe gewoon wat je voelt dat je moet doen.’ Als ze straks geboren is en ik denk: ik ga eens borstvoeding proberen, dan doe ik dat. Voel ik het niet, dan ga ik me door niemand een schuldgevoel laten aanpraten.”

Schoeters: “Je hebt gelijk. In de tijd van onze moeders was het juist chic om flesjes te geven. Het is altijd iets. (neemt nog een slok van een witte shake) Ik zit aan de dieetshake. Ik ben nu op dieet omdat ik doodongelukkig werd toen ik de eerste beelden van Durf te vragen zag. Iedereen zei wel: ‘Je hebt zoveel uitstraling!’ Maar ik dacht alleen maar: ik ben te dik. Dan kan ik blèten, of ik kan ervoor zorgen dat ik bij het volgende tv-programma weer blij ben met de Siska die in beeld verschijnt. Dus zit ik nu aan de vanillepap.”

Merckpoel: “Dat zou ik ook doen. Als ik mezelf te dik vind in mijn filmpjes, merk ik dat alles begint tegen te zitten. Als ik lichter ben, voel ik me ook lichter in mijn hoofd.”

Is dat mede omdat je jezelf ook door de ogen van anderen bekijkt?

Merckpoel: “O, neen!”

Schoeters: “Ik ook niet. Er heeft nog nooit een baas tegen mij gezegd: ‘Je moet een paar kilo vermageren.’”

Merckpoel: “Dat gebeurt wel, hè, dat bazen tegen schermgezichten zeggen: ‘Er mag wel wat af.’”

Schoeters: “Tegen Tomas hebben ze dat laten vallen voor de opnames van Café Corsari. Ik vind het wel goed dat ze dat nu ook tegen mannen zeggen.”

HET RODE KNOPJE

Siska, jij zegt nu wel dat je jezelf niet door de ogen van anderen bekijkt, maar volgens jou kwam je carrière bij Studio Brussel maar langzaam op gang omdat je geen babe was.

Schoeters: “Dat is waar. Ik heb heel lang De afrekening mogen presenteren en vervangingen mogen doen, zonder dat ik een vast contract kreeg. Ondertussen werden andere vrouwen binnengehaald, zij kregen meteen een contract én werden babes op de cover van Humo. Dan is het toch logisch dat ik denk dat ik geen contract krijg omdat ik er niet goed genoeg uitzie om een uithangbord te zijn?”

Merckpoel: “Ik ben ook nooit een babe geweest, hoor.”

Schoeters: “Maar jij bent begonnen als redactrice bij Tomas, daarna was je sidekick en vervolgens heb je me ingehaald. Deze week zei Peter Van de Veire me toevallig dat hij nog wist waar hij was toen ik hem indertijd huilend belde omdat ik maar geen contract kreeg, en twijfelde of StuBru nog wel iets met me wilde doen.”

Werd dat gevoel niet ingegeven door het feit dat je je hele leven al onzeker was over je kwaliteiten?

Schoeters: “Nee! Ik denk dat iedereen in die situatie onzeker zou zijn geworden.”

Oké, maar die onzekerheid viel wel op heel vruchtbare bodem. Je had geen hoge pet op van jezelf.

Schoeters: “Ik heb mezelf altijd heel klein gevoeld, dat is waar. Dat heeft te maken met mijn jeugd, vooral met het jezuïetencollege waar ik naartoe ging, en waar ik niet de beste leerling was. Daarna werd ik niet toegelaten aan het Lemmensinstituut. Achteraf gezien is mijn parcours een interessant leerproces geweest en is het goed dat ik langzaam heb kunnen rijpen. Maar destijds heeft dat moeilijke parcours me wel onzeker gemaakt.”

Als thuis tegen je wordt gezegd: ‘Je bent oké en je kúnt iets’, dan doet het er toch niet zo toe dat je niet de beste van de klas bent of ergens niet wordt aangenomen?

Schoeters: “Maar dat werd niet gezegd. Nog altijd niet, trouwens. Vorige woensdag vroeg ik nog aan een vriend: 'Als jij een nieuw programma hebt, sturen je ouders je dan een sms na de eerste uitzending?' Jouw ouders doen dat wel, hè, Linde? Ik weet dat je pa een tijd heel trots is geweest en gesigneerde stickers van jou uitdeelde en zo, en dat je je daaraan stoorde. Maar mijn ouders sturen nooit iets. Ik maak Durf te vragen, een zomerhit waar een miljoen mensen naar kijken. Ik weet het wel, het is maar in Vlaanderen en het stelt niet zoveel voor, maar mijn ouders hebben nog nooit gezegd: ‘Goed gedaan!’ Ik ben nu wel op een punt in mijn leven dat ik kan denken: ze zijn nu eenmaal zo. Maar zo komt het dat, als iemand anders wel ‘Goed gedaan!’ tegen me zei, ik meteen dacht: wat zeg jij nu? Ik zocht er altijd iets achter: komt er nu een ‘maar’? Of wil die mens iets van mij?

“Jij hebt veel meer vertrouwen, hè, Linde. Je gelooft altijd dat mensen het goed bedoelen.”

Merckpoel: “Vroeger kon ik ook snel oordelen, hoor. Nu probeer ik ervan uit te gaan dat iedereen ook maar zijn best doet. Het aangename daarvan is dat het ruimte schept voor nuance en empathie. Daardoor kun je beter zien waar bepaald gedrag vandaan komt.”

Schoeters: “Ik ben achterdochtiger en harder. Tegelijk ben ik een pleaser en verlang ik ernaar dat mensen me tof vinden. Jij hebt dat ook, toch?”

Merckpoel: “Ja, en het is vooral van de mensen die je geen complimenten geven, dat je die complimenten wilt. Bij jou heb ik dat ook lang gehad. Ik kon niet lezen of je me leuk vond of niet, en ik hengelde ernaar: heb me nu toch eens graag! Ik deed daar hard mijn best voor. Nu weet ik dat het vanzelf gebeurt, zodra je het loslaat. Of ook niet, en dan is dat maar zo. Tomas zei me eens: ‘Het is niet erg dat niet iedereen je plezant vindt. Het is misschien juist goed, want dat betekent dat je ergens voor staat.’”

Maar hij wil toch ook pleasen, Linde, terwijl jouw ouders echte fans zijn.

Schoeters: “Jij staat graag op een podium: dat is iets wat in jouw aard zit, hè. Daarin lijk je op je vader, toch?”

Merckpoel: “Dat is waar. Mijn vader is een gangmaker, en ik ben ook zo. Ik was altijd de beste in voordrachtwedstrijden, samen met Niels Destadsbader: hij bij de jongens, ik bij de meisjes. We hebben allebei het Rodenbachjuweel gewonnen, jawel!”

Jij speelde vroeger ook verbale spelletjes met je vader: je zocht zijn grenzen op.

Merckpoel: “Dat was in mijn puberteit. Ik weet niet wat voor duivel er toen in mij was gevaren, maar ik was de hele tijd aan het zoeken naar zijn rode knopje: wat kan ik zeggen om hem te doen ontploffen? Ik gaf commentaar en steken, terwijl ik hem zag denken: die puber gaat me niet liggen hebben. En dan ging ik over de schreef, vloog hij uit en zette ik het huilend op een lopen.”

HET RODE KNOPJE
Beeld Johan Jacobs

VARKEN UITHANGEN

Jullie gaan allebei geregeld naar de psycholoog, daar zijn jullie heel open over.

Schoeters: “Al mijn vriendinnen gaan naar de psycholoog.”

Merckpoel: “Daar kijkt toch niemand meer van op?”

Schoeters: “Ik zeg ook gewoon tegen mijn kinderen: ‘Ik ga even naar de babbeldokter.’ Lucien heeft ook al een creatieve therapie gevolgd omdat ik voelde dat hij even vastzat.

“Therapie heeft me vooral geleerd grenzen te stellen. Ik was zo’n pleaser dat ik iedereen veel te dichtbij liet komen.”

Merckpoel: “Ik heb ook geleerd mijn grenzen af te bakenen. Ik moet beseffen dat sommige mensen niet goed voor me zijn, en me boos of verdrietig maken. Ik moet afstand van hen nemen, maar dat is niet simpel als je graag wilt dat iedereen je tof vindt, en die mensen jou dan manipuleren.”

Schoeters: “Dat is zo waar. Ik zeg nu makkelijker tegen Tomas: ‘Laten we daar niet naartoe gaan, want eigenlijk vind ik die mensen helemaal niet zo leuk.’ Mijn vriendenkring wordt steeds kleiner. Corona heeft daar ook bij geholpen, omdat ik voelde wie ik echt miste en wie niet.”

Merckpoel: “Dat herken ik helemaal. Ik vond de lockdown heel prettig, omdat die me hielp mijn grenzen af te bakenen en te voelen hoe prettig het is mijn energie te richten op diegenen bij wie ik me echt goed voel.”

Siska, jij lijkt ook op je vader, hè.

Schoeters: “Hij is ook hevig, ja. Terwijl mijn moeder juist rustig is.”

Merckpoel: “Ik lijk ook op mijn moeder, hoor. Ik ben heel zorgzaam.”

En je vader is dat niet?

Merckpoel: “Euh, niet zo uitgesproken. Hij is heel mannelijk, rechtuit en soms wat nurks. Hij praat niet makkelijk over zijn gevoelens. Hij zal eerder zeggen: 'Ik zal je lampen eens komen vervangen', waarmee hij bedoelt: 'Ik zie u graag.’”

Humo heeft de voorbije zomer het fenomeen mannelijkheid onderzocht.

Merckpoel: “Daar wordt veel onzin over verkondigd. ‘In je mannelijke kracht staan’ schijnt te betekenen dat je heel professioneel bent, ambitieus en gefocust. En door onze vrouwelijke energie kunnen wij zorgen en luisteren. Dat is zó stereotyperend, ik ga daar echt van steigeren.”

Schoeters: “Ik ben naar een lezing van Patricia van Lingen geweest, de oprichtster van de School voor Relaties in Gent. Daar legde ze dat heel goed uit. Jij hebt ook mannelijke energie, en mannen hebben evengoed vrouwelijke energie. Wat ik heb onthouden, is dat die energie goed verdeeld moet zijn in een koppel. Het is belangrijk dat de vrouw niet alle mannelijke energie op zich neemt, en een man mag ook niet voor alle vrouwelijke energie instaan, want dat loopt fout af.”

Jij zei eens: ‘Ik hou van Echte Mannen, niet van garnalen.’

Schoeters: “Ik hou van een hoffelijke man. Als iemand de deur in mijn gezicht laat vallen, heeft die afgedaan. Hoe feministisch ik ook ben en hoe groot mijn bakkes ook is, ik ben een romantisch meisje.”

Merckpoel: “Ik hou ook van echte mannen.”

Wat zijn dat eigenlijk?

Merckpoel: “De grotere en bredere types.”

Schoeters: “Met van die grote handen.”

Merckpoel: “Ja! Ik vind het aangenaam me geborgen te voelen. Ik heb graag iemand die me goed vastpakt en me het gevoel geeft dat alles goed komt.”

Schoeters: “‘Ik kan voor je zorgen. Bij mij ben je veilig.’ Dat gevoel wil ik krijgen. Ik wil een man die me het idee geeft dat hij sterk genoeg is om mij te verdedigen. Dat is volgens mij een oerverlangen dat elk meisje heeft.”

Merckpoel: “Hoe vrijgevochten we ook zijn.”

Schoeters: “Jouw Jef is een echte vent. Tomas is wat vrouwelijker. Hij heeft een mannelijk bakkes, maar hij is ook een beetje een meisje.”

Linde haar man is 4,5 jaar jonger. Dat vind ik top, maar we hebben hem nog nooit gezien.

Merckpoel: “Neen. Ik heb al veel commentaar gekregen omdat ik hem niet op Instagram toon. Ook in de vlogs die ik thuis heb gemaakt, mocht hij niet in beeld komen. Hij is van míj. Wat ik zo zalig vind in mijn huidige relatie, is dat we een team zijn. Ik voel me wel veilig bij hem, maar niet zó veilig dat ik het gevoel heb dat hij wel alles voor mij zal regelen.”

Dat was vroeger anders. Je vorige relatie, met presentator Gilles De Coster, noemde je symbiotisch. Je hing je kar vroeger graag aan die van iemand anders.

Merckpoel: “Ja. Zo’n relatie vond ik makkelijk en geruststellend. Nu zijn er momenten dat ik het even niet weet en andere momenten dat Jef het even niet weet. Dan moeten we samen naar een oplossing zoeken, en daar amuseren we ons echt mee. Dat versmelten is niet des mensen, denk ik. Ik zie dat ook aan mijn ouders. Zij hebben nochtans altijd alles samen gedaan: ze hebben eerst samen een fotowinkel gerund, en nu hebben ze een B&B.”

Ze zijn een supergelukkig koppel, heb je altijd gezegd. Ik kan me voorstellen dat je dacht: zo samen zijn, dat wil ik ook.

Merckpoel: “Klopt. Ik heb lang gedacht dat het zo hoort. Maar nu zie ik bij mijn moeder af en toe haar eigen verlangens naar boven komen, terwijl mijn vader iets anders wil. Zij hebben op latere leeftijd toch de behoefte om te voelen wie ze zelf zijn.

“Ik heb dat ook moeten leren toen ik voor het eerst in lange tijd single was. Ik had me nooit afgevraagd: waar heb ík zin in? Wat wil ík doen? Welk koffiezetapparaat wil ík? Ik hield ervan met iemand te overleggen, dan voelde ik me zekerder. Opeens moest ik het alleen doen. En wat bleek: ik koos een topper van een koffiezetapparaat.”

Schoeters: “Tomas is van ons tweeën degene die altijd overleg wil plegen. Ik word daar soms zot van. Kies toch gewoon, denk ik dan. Er was een periode dat ik iedereen die ik tegenkwam, voor het eten uitnodigde. Tot Tomas me zei: ‘Kun je vanaf nu vragen of ik ook zin heb in gasten, in plaats van me steeds met mijn rug tegen de muur te zetten?’”

Jij hebt altijd gezegd: ‘Voor je samen aan het leven begint, moet je het eerst zelf kunnen.’

Schoeters: “In het begin met Tomas was álles moeilijk. Ik was 25 en had ineens twee pluskinderen, en Tomas ging door een mottige scheiding. We hebben elkaar toen hard vastgehouden en ons drie jaar samen opgesloten. Daar heb ik achteraf wel een terugslag van gevoeld. Ik dacht: shit, nu heb ik twee pluskinderen én een eigen kind, ben ik daar niet te vroeg mee begonnen? Eigenlijk zou ik nu graag weer even single zijn. In de periode tussen je 25ste en je 30ste verdien je normaal wel al geld, maar ben je nergens aan gebonden en kun je helemaal in het leven duiken. Ik heb dat toen uitgelegd aan Tomas: ‘Luister, ik wil die tijd nu inhalen.’ Hij begreep het en zei: ‘Doe wat je moet doen.’ Ik ging naar de Gentse Feesten met mijn single vriendinnen, ik heb echt het varken uitgehangen en daar enorm van genoten. Met die vriendinnen ga ik nu elk jaar op reis.”

Merckpoel: “Dat is ook het eerste wat ik tegen Jef heb gezegd: 'Ik blijf met mijn single vriendinnen op reis gaan.' Ik ben hem tegengekomen op het moment dat ik dacht: single zijn is de max! De eerste keer dat ik alleen uit het vliegtuig stapte, voelde ik: fuck, ik kan dit gewoon doen! Dat was een heel krachtige fysieke beleving. Mijn hele lichaam zei me: de wereld ligt aan je voeten en je kunt alles doen wat je wilt.”

Schoeters: “En zo is het ook.”

© Humo