Direct naar artikelinhoud
‘We vrijden in verlaten fabrieken, daar lukte wat in bed vaak niet ging’
InterviewLust & liefde

‘We vrijden in verlaten fabrieken, daar lukte wat in bed vaak niet ging’

Beeld Pixabay / adamkontor

Al jaren trokken ze als collega’s met elkaar op, tot de vriendschap ineens omsloeg in verliefdheid. Toen zij besloot om op wereldreis te gaan, maakte Kerem (31) het uit, maar het verlangen om bij elkaar te zijn bleek zo sterk dat er geen twijfel meer over kan bestaan. ‘We kunnen next level aan.’

Die nacht zaten zij en ik na een lange conferentieweek met collega’s aan het zwembad van een hotel in Brazilië. De sfeer was los, maar het was geen samenkomst van wetenschappers die zich in het buitenland eens lekker ­lieten gaan.

“Ineens merkte ik dat onze voeten elkaar begonnen te strelen. We kenden elkaar al twee jaar, we waren vaak op reis geweest voor de faculteit, hadden samen vreemde steden doorkruist, maar nooit een onweerstaanbare neiging gevoeld tot kussen of aanraken. Ik had het sowieso een beetje opgegeven met vrouwen en me ermee verzoend een tijdje alleen te zijn.

“Maar nu streelden mijn voeten de hare en andersom. Ik verbeeldde het me niet. Ze draaide haar gezicht naar me om en glimlachte. Het was ­duidelijk dat ook zij geen idee had wat er aan de hand was. Wat wilden onze voeten ons vertellen? Het was een uur of drie in de ochtend. Om ons heen begonnen collega’s op te staan, men ging naar bed. Ook wij stonden op om te ­vertrekken. Boven bleken onze kamers zich elk aan een ander uiteinde van de gang te bevinden. Even was er dat ongemakkelijke moment dat ik verafschuw waarop het onverwachte overgaat in verwachting. Gaan we nu ook samen slapen en seks hebben, hoorde ik een dwingelanderig stemmetje in mijn hoofd. Ik voelde hoe ik verkrampte en zei: ‘Oké, goedenacht, slaap wel’. Elk liepen we een kant op, maar bleven praten. Alsof dat praten, of beter het zeggen van korte zinnen, touwtjes waren waarmee we aan elkaar vast bleven zitten. Toen ik de kamerdeur achter me sloot, stuurde ze me een bericht. Dat ik haar deed denken aan een Deens cartoon­figuur. Ze kwam uit Denemarken, ik uit Turkije, allebei wonen we in België.

“De volgende ochtend vroeg vertrok zij, ze had de reis verlengd met een vakantie. Ik was boos op mezelf, ik had verdorie mijn kans gemist. Ik kon kennelijk wel doen of ik alleen gelukkig was, maar er hoefde maar een bekende met mij voetje te vrijen of er werd iets wakker wat mijn onvermogen tot flirten en doorpakken alleen maar meer pijnlijk en duidelijk maakte.””

Gentse Feesten

“Twintig dagen volgden. Ze reageerde sporadisch op mijn berichtjes. Ik nodigde haar uit voor de Gentse Feesten, maar had de moed al opgegeven en was al behoorlijk dronken toen ik ineens een app kreeg dat ze onderweg was. Ze maakte een fietstocht door Nederland en had besloten op haar verjaardag naar Gent te komen. Naar Gent, dacht ik, naar mij, dat hele stuk terug op de fiets en heeft ze dan geen vrienden of familie met wie ze haar verjaardag wil vieren? Het regende. Doorweekt kwam ze aan, ze stonk naar zweet, haar haar hing in slierten om haar hoofd, mijn baard zat in daklozenstijl. In een feesttent zochten we de droogte op en kropen in een hoekje. Heel zacht begonnen we te kussen. Het was raar maar ook heel fijn. We zaten zo heerlijk dicht tegen elkaar aan en warmden langzaam op. Alles gebeurde gewoon, alles was zo atypisch voor een eerste date dat er gewoonweg geen ruimte was voor teleurstelling. Toen het stopte met regenen, wist ik niet wat ik moest doen met haar, ik belde mijn vrienden die ik door haar komst uit het oog verloren was. Ik heb niks met de kermis, maar ik nam haar mee, en toen ik uit de zweefmolen kwam moest ik overgeven. Uitgerekend toen zij bij me was overkwam me zoiets, en moest ik, de eeuwige braverik die zelden dronk, kotsen.

“Maar ze was lief en haalde haar schouders op, ze ging met me naar huis. Zij vond het heel gezellig, net als ik. Op een of andere manier haalden we ons geluk juist uit de barre onvoordelige omstandigheden en het onvoorziene. Voor het eerst in de negen jaar dat ik in België woonde, kreeg ik het gevoel mijn allerslechtste zelf te kunnen zijn zonder te worden afgewezen. Al die jaren had ik me als expat zowel op mijn werk als in het gezelschap van vrienden die ik zo noemde maar het niet echt waren, aangepast. Mijn authentieke zelf bleef grotendeels ­verborgen. Mijn zurige adem die avond was evenmin mijn authentieke zelf, maar ik ­probeerde ook niets te verfraaien. Ze was er en bleef en bracht de nacht met me door.

“Vanaf die dag zochten we stiekem de hoekjes op in het laboratorium van de universiteit waar we werkten, daar kusten we. In de weekenden nam ik haar mee naar verlaten fabrieksterreinen waar we ­vrijden op opgebroken vieze tegelvloeren. Daar lukte wat in bed vaak niet ging, daar hadden we elkaar lief, precies omdat het ontbrak aan het soort romantiek dat me verlamde, omdat het me altijd zo onbereikbaar toescheen.”

Wereldreis

“Toen kondigde ze aan op wereldreis te gaan. Ik besloot haar op te zoeken maar uiteindelijk werd het elkaar lange tijd niet zien me toch te veel en maakte ik het uit. Maar uit de berichten die we elkaar bleven sturen bleek dat we op dezelfde manier dachten en voelden. We kwamen erachter dat we tijdens elkaars afwezigheid extreem ons best hadden gedaan om ons de eigenschappen aan te meten van de ander. Ik overwon mijn weerzin tegen reizen, zij was ineens gitaarles gaan nemen en gaan zingen. Beide leven we vooral in ons hoofd. Onze liefde werd een wedstrijd, gevoed door gemis en onzekerheid.

“‘Ik ben niet goed genoeg voor u.’ Toen we eindelijk die woorden hadden uitgesproken en ook dat we zoveel van elkaar hielden dat we elkaar wilden zijn, groeide het vertrouwen. Nu denk ik: we kunnen next level aan. Ik ga naar Denemarken waar ze nu zit. Het gaat lukken.”