Direct naar artikelinhoud
InterviewEtienne Davignon

Graaf Etienne Davignon: ‘Albert en Paola hebben nooit iets voor koning Filip gedaan’

Etienne Davignon?Beeld Tim Dirven

Minister van staat Etienne Davignon (87) is trots op hoe zijn goede vriend koning Filip de bakens uitzet bij de regeringsvorming. Over de politici zelf is hij minder opgetogen. ‘Conner Rousseau levert uitstekend werk. Bouchez daarentegen houdt enkel rekening met zichzelf.’

In april van dit jaar nam de 87-jarige graaf Etienne Davignon afscheid van het voorzitterschap van de ooit door hem opgerichte luchtvaartmaatschappij Brussels Airlines. Eind juli kondigde hij ook zijn vertrek aan als lid van de raad van bestuur. Maar plannen om zijn kantoor op de dertiende verdieping van het hoofdkwartier van energie­reus Engie in de Brusselse Noordwijk te verlaten, heeft de ‘machtigste Belg ter wereld’ vooralsnog niet.

Van WO II tot nu drukte Etienne ‘Steve’ Davignon zijn stempel op beslissende momenten in de geschiedenis, in binnen- en buitenland – als diplomaat, kabinets­chef, Eurocommissaris en later als voorzitter van holding en investeringsmaatschappij de Generale Maatschappij.

BIO • geboren in 1932 in Boedapest (Hongarije) • diplomaat, (ex-) bestuurder bij tal van grote bedrijven, ‘graaf’ sinds 2017 • in de jaren 60 kabinets­chef van buitenlandminister Paul-Henri Spaak • van 1977 tot 1985 Europees commissaris • ex-voorzitter van de Generale Maatschappij van België • functies en mandaten bij o.m. Tractebel en Sabena • nauw betrokken bij de Bilderberg­groep, een verzameling invloed­rijke mensen die besloten politieke bijeen­komsten te houden en ideeën uit te wisselen • minister van staat sinds 2004  

Op 28 augustus overleed op 92-jarige leeftijd zijn levensgezellin Antoinette Spaak, de eerste vrouwelijke partijvoorzitter in België en dochter van Paul-Henri Spaak. “Ik vind troost in het mooie leven dat ze geleid heeft”, zegt hij. “Er verscheen bij haar overlijden geen enkele negatieve commentaar, van geen enkele strekking. Dat was toch heel bijzonder. Want Antoinette had uitgesproken meningen, maar altijd met het grootste respect voor de anderen. Wist u dat ze een boezemvriendin was van wijlen Hugo Schiltz?”

Als voorzitster van het FDF, het huidige DéFI, stond Antoinette Spaak bekend als rabiaat francofoon, terwijl Hugo Schiltz frontman was van de Vlaams-nationalistische Volksunie?

Etienne Davignon: “Ja, en toch was hun vriendschap heel vanzelfsprekend. Een mens was niet slecht omdat hij een totaal tegengestelde overtuiging had. Dat is één van de grote verschillen met de huidige politieke generatie.”

Kenden de politici van de vorige generaties hun vak beter dan de huidige?

“De onderlinge relaties waren anders. Wijlen Jean-Luc Dehaene (CD&V) en zijn kabinetschef Fons Verplaetse vormden een perfecte tandem; iedereen wist waar zij voor stonden. Dehaene en Verplaetse waren ook de raadgevers van Wilfried Martens. Er was vertrouwen: meningsverschillen tussen politici eindigden niet in persoonlijk wantrouwen. Vandaag is dat vertrouwen tussen politici zoek. Dat is toch totaal nieuw.”

Hoe komt dat?

“Het is alleszins niet iets communautairs, want er is even weinig vertrouwen tussen Vlaamse partijen als tussen de Franstalige. Het wantrouwen is bij de huidige generatie Belgische politici algemeen. Misschien is dat een gevolg van hun gebrek aan ervaring. Ik zeg niet dat mensen zoals Open Vld-voorzitter Egbert Lachaert of CD&V-voorzitter Joachim Coens onbekwame politici zijn, alleen lijkt het alsof ze niet met anderen verbonden zijn.”

Is de kans groot dat er eindelijk een nieuwe regering komt?

“Iedereen is ervan doordrongen dat de huidige impasse niet veel langer kan blijven duren. De partijen van de Vivaldi-coalitie hebben een datum geprikt:

1 oktober. Op het moment dat er in de politiek een bepaalde termijn wordt vastgelegd, liggen onderhandelaars daar meteen aan vastgeklonken. Zolang die deadline er niet is, kunnen ze rustig verder aanmodderen. ‘Mijn fout is het niet dat het misliep’, en voorts kraait er geen haan naar. Maar als ze nu de vooropgezette datum van 1 oktober niet halen, zal dat voor de Vivaldi-partijen een grote mislukking zijn die open en bloot op straat ligt.”

Wat vindt u van de piepjonge partij­voorzitters Georges-Louis Bouchez van de MR en Conner Rousseau van de sp.a?

“Ik heb er geen probleem mee dat ze nog zo jong zijn. Ik was zelf groen achter de oren toen ik aan mijn carrière begon, en ik heb me dat nooit beklaagd. Het klopt dat Bouchez en Rousseau geen ervaring hebben, maar misschien heeft dat als voordeel dat ze de zaken met een frisse blik bekijken.

“Ik vind trouwens dat Conner Rousseau uitstekend werk levert. Hij spreekt ook heel goed, vertrekkend vanuit wat hij ziet en wil. Bouchez daarentegen houdt enkel rekening met zichzelf. Punt. Eigenlijk begrijp ik niet wat hem drijft. Ik kan alleen vaststellen dat hij eerst een coalitie met N-VA wilde, om vervolgens de boel te saboteren zodra PS-voorzitter Paul Magnette een akkoord sloot met Bart De Wever.”

Naar het schijnt kwam Bouchez ook bij de verkennende Vivaldi-onderhandelingen voort­durend terug op afspraken die zijn sherpa’s met andere partijen maakten. Is hij onbetrouwbaar?

“Ik heb er geen probleem mee dat hij bij de onderhandelingen het werk van zijn experts in vraag durft te stellen. Dat is zelfs gezond. Dat hij lang niet tot een compromis bereid leek, vond ik veel zorgwekkender. Want een compromis sluiten is juist de essentie van een politieke onderhandeling.

“Eerst zeg je wat jij wilt, met in je achterhoofd de gedachte dat je water in de wijn moet doen. Dat is niet hetzelfde als al je overtuigingen overboord gooien. Want je tegenpartijen zijn zich normaal gezien heel goed bewust van waar jouw rode lijnen liggen. Jij weet ook precies wat voor hen onbespreekbaar is. Het einddoel is dan voor iedereen: een eerbaar compromis. Maar zodra een van de onderhandelaars van oordeel is dat een compromis hetzelfde is als zijn eigen partijprogramma, is het einde natuurlijk zoek. Als iemand geen duimbreed wil toegeven, wordt samenwerken onmogelijk.”

Als excuus voor de ellenlange pogingen tot federale regeringsvorming wees men het voorbije jaar vaak naar de kiezer: door op 26 mei 2019 in het Vlaamse landsgedeelte rechts en in het Franstalige links te stemmen, schudde hij de kaarten zo dat een compromis haast onmogelijk wordt.

“Dat geloof ik echt niet. Door in Vlaanderen voor extreemrechts en in Wallonië voor extreemlinks te stemmen, hebben sommige kiezers wel hun antipolitieke gevoelens getoond. Zo riepen ze: ‘Foert!’, en ik kan daar nog begrip voor opbrengen ook. Het enige echt duidelijke aan die verkiezingsuitslag is dat de extremen gewonnen hebben.

‘Albert en diens omgeving hebben nooit iets voor koning Filip gedaan. Zijn moeder Paola trouwens ook niet. Hij had geen gezin.’Beeld Tim Dirven

“De N-VA heeft het stemmenverlies aan het Vlaams Belang voor een groot deel aan zichzelf te danken. Het was niet zo slim om voor het Marrakech-pact uit de federale regering te stappen. Want er waren nog zeker tien varianten van Marrakech mogelijk waar iedereen zich in kon vinden. Maar nee, ze waren bang voor de toorn van het VB en trokken er de stekker uit. Moraal van het verhaal: loop nooit iemand anders achterna; hij is toch altijd sneller.

“Vertrek altijd vanuit je éígen sterkte: ‘Hier sta ik voor, ik weet wat ik kan én ik ben bereid tot een paar toegevingen.’

“Er wás trouwens bijna dat akkoord tussen De Wever en Magnette. Tot Bouchez roet in het eten gooide. Hij draagt een zware verantwoordelijkheid. Ik kan begrijpen dat hij delen van het akkoord tussen PS en N-VA onacceptabel vond. Maar dan had hij daarover moeten praten, in plaats van de hele deal te torpederen. De burgers hebben genoeg van die spelletjes.”

Is deze politieke crisis de zwaarste die u in uw lange carrière hebt meegemaakt?

“Nee, maar het is wel de meest bizarre. Er werd ook nu lang níét tussen de Vivaldi-partijen onderhandeld. Het bleef bij unilaterale gesprekken. En dat terwijl corona niet veel nuancering in het beleid toelaat. Eigenlijk maakt het niet zoveel uit wat voor regering er aan zet komt: corona dicteert dat zowel de volksgezondheid als de economie gered moet worden. Dat wil zeggen dat er flink wat geld gespendeerd moet worden. Veel marge links of rechts is er niet. Elk land dat naar een min of meer normale situatie terug wil, kan niet anders dan het geld laten rollen.”

Brussels Airlines leende 290 miljoen euro van de Belgische staat in de hoop zo de corona­crisis te overleven. Doet de huidige malaise bij de luchtvaartmaatschappij u pijn?

“Het toerisme is een van de grote slachtoffers van het coronavirus. Drie maanden lang dezelfde vaste kosten zonder dat er een cent binnenkomt, is een ramp­scenario. Brussels Airlines is niet de enige maatschappij die van de overheid een reddingsboei toegeworpen kreeg. In vergelijking met wat Lufthansa van de Duitse regering kreeg (9 miljard euro, red.), stelt die 290 miljoen niet zoveel voor. Dan heeft Brussels Airlines recht op dubbel zoveel.

“Continuïteit bestaat vandaag niet meer en onzekerheid is troef. Niemand kent de economische gevolgen van corona. De herfst zal het ons leren, al vrees ik nu al dat er dan heel wat bedrijven in moeilijkheden zullen komen. Daar moet óók geld voor vrijgemaakt worden. Die bedrijfssteun zal op een doordachte manier verdeeld moeten worden, en niet zoals tijdens de staalcrisis van de jaren 70 en 80. Ik maakte die mee: er werd toen ontzettend veel geld uitgegeven voor niets.

Graaf Etienne Davignon: ‘Albert en Paola hebben nooit iets voor koning Filip gedaan’
Beeld Tim Dirven

“Maar in tegenstelling tot de huidige luchtvaartcrisis werd die staalcrisis wel gemeenschappelijk door Europa aangepakt. Ja, de lidstaten mogen nu van Europa staatssteun aan hun luchtvaartmaatschappijen geven, alleen is er geen plan over wat er dient te gebeuren zodra dat geld gestort is. Hoe reorganiseren we de sector op een juiste manier? Dat gebrek aan leiderschap van de Europese Commissie vind ik doodjammer.”

Wat vindt u van de Green Deal van Europees Commissie­voorzitter Ursula von der Leyen en de vele miljarden die ze wil inzetten om de CO2-uitstoot in de EU in 2030 met minstens 55 procent terug te dringen?

“Ze heeft gelijk met haar stelling dat we in een nieuwe periode komen en daarom meer ambitie moeten tonen. Als een initiatief niet krachtig genoeg is, volgt de verandering nooit. Haar doel is niet gemakkelijk te bereiken. Maar als ze het té laag had gesteld, vonden velen het waarschijnlijk sowieso niet de moeite om hun gewoonten te veranderen.

“Het verschil met België is groot: in dit land is er totaal geen visie meer. Om nog even terug te komen op de coalitievorming: ga eens op zoek naar de grote verschillen tussen alle partijen. Je zult er niet veel vinden.”

Wat vindt u van de huidige Vivaldi-­piste?

“In een land als België moeten veel partijen samenwerken om tot een meerderheid te komen. Wij kennen de traditie van een minder­heids­regering niet. Nu staat die nieuwe federale regering in de steigers waarbij een van de gemeenschappen geen meerderheid zal hebben.”

De Vlaamse gemeenschap.

“Ja, en bij de Zweedse coalitie was er geen meerderheid in Wallonië. Daar werd toen nooit iets over gezegd, terwijl nu verontwaardigd klinkt: ‘De arme Vlamingen zijn in de minderheid.’ Natuurlijk valt dat te betreuren, alleen is het geen fundamenteel gebrek. Het getuigt dan van respect om een Vlaming tot eerste minister te benoemen. Zo wordt het evenwicht hersteld. Het is niet voor niets dat de Franstalige Charles Michel de premier werd van de Zweedse coalitie. De uiteindelijke samenstelling van een regering heeft veel met rekenkunde te maken. Democratie ís rekenkunde.”

Bent u tevreden over hoe koning Filip de formatie aanpakt? U kent hem heel goed.

“Hij pakt ze correct en transparant aan. Al zijn beslissingen waren goed onderbouwd en werden ook uitvoerig toegelicht. Alle betrokken partijen kregen van hem een kans. Niemand kan beweren dat de koning de formatie in één welbepaalde richting stuurde.

“Die arme Herman Liebaers, grootmaarschalk aan het hof ten tijde van koning Boudewijn, draait zich nu continu om in zijn graf. Hij was het immers die begin jaren negentig in een interview met uw krant over Filip zei: ‘Hij kan het niet, hè.’ (lacht) Koning Filip kan het wél.”

U hebt altijd in hem geloofd?

“Hij werd indertijd opzijgezet. Zijn vader Albert en diens omgeving hebben nooit iets voor hem gedaan. Zijn moeder Paola trouwens ook niet.”

Koning Filip komt uit een disfunctioneel gezin?

“Hij had geen gezin. Onder de invloed van zijn oom Boudewijn werd hij zich bewust van zijn verantwoordelijkheid. Hij raakte ervan doordrongen dat hij zich correct van zijn taak moest kwijten. Hij brengt dat nu voorbeeldig in de praktijk en luistert naar iedereen.”

Ook naar u?

“Dat is niet belangrijk. Ik weet wel zeker dat alle ministers en partijvoorzitters vinden dat de koning écht naar hen luistert. Hij zegt niet wat ze moeten doen en spreekt geen voorkeur uit. Zo hoort het. Al denk ik wel dat hij ontevreden was over het neersabelen van het akkoord tussen Magnette en De Wever door Bouchez.”

Koning Filip zag liefst een paars-gele coalitie?

“Niet omdat hij dat persoonlijk het liefst had, maar omdat het voor het land het beste zou zijn als de grootste partijen uit de gemeenschappen samen in zee waren gegaan. Dat is niet meer dan du bon sens.

“Weet u wat zo paradoxaal is? Het respect voor politici was bij de burgers van dit land nog nooit zo laag, maar tezelfdertijd beseffen ze dat de problemen enkel door een regering opgelost kunnen worden. Precies die paradox is een grote kans. De volgende regering zal kunnen bewijzen dat ze maatregelen kan nemen die iedereen ten goede komen.”

U stapte nooit in de Belgische politiek. Waarom niet?

“Halverwege de jaren tachtig bevond ik me bij de PSC, de voorloper van het huidige cdH, in het uitstekende gezelschap van Gérard Deprez, Melchior Wathelet sr. en Philippe Maystadt. Mijn tweede mandaat als Europees Commissaris liep ten einde en ik werd door Deprez en Wathelet uitgenodigd om een belangrijke rol te spelen in de Belgische verkiezingen.

‘Ik was een anglofiel, tot de komst van Boris Johnson. Ook hij is een clown.’Beeld Tim Dirven

“Charles-Ferdinand Nothomb, de voormalige voorzitter van de PSC, vreesde mijn komst in de nationale politiek en beschouwde me als een rivaal. Ik zag de Belgische politiek wel zitten, maar wilde er eerst zeker van zijn dat ik samen met mijn politieke vrienden Deprez, Wathelet en Maystadt op dezelfde lijn zat. Deprez en Wathelet stonden aan mijn kant, maar Maystadt gaf geen kik. Hij stond toen al bekend voor zijn stilzwijgen.

“Ik zal u een anekdote vertellen. Op een dag vroeg Jean-Luc Dehaene als premier mijn raad over een moeilijke kwestie. Ik vroeg hem: ‘Que dit Philippe?’ Jean-Luc antwoordde: ‘Hou je me voor de gek? Philippe zegt niets.’ (lacht) Maystadt zei nooit iets. Hij wilde geen standpunt over mij innemen. Ik had toen niet het gevoel dat ik door een hecht team gesteund werd en heb geweigerd. In plaats van voor de politiek koos ik voor de Generale Maatschappij. Ik kon me niet permitteren om niets te doen. Ik móést ­werken.”

U was het liefst uithuizig?

“Ik moest toch ook nog mijn broodje kunnen kopen? Ik ben niet rijk. Toen ook al niet en ik stam niet uit een rijke familie. Natuurlijk hoefden we geen beroep te doen op het OCMW, maar we hadden toch geld nodig.”

U kon niet rentenieren?

“Ik had geen rente, zo simpel was dat.” (lacht)

Begin deze maand besliste de Brusselse raadkamer dat alle tenlasteleggingen tegen de ex-Fortis-bestuurders verjaard zijn. Maurice Lippens en co. worden er niet langer van verdacht de beleggers indertijd onvoldoende te hebben geïnformeerd waardoor die de ondergang van het concern niet zagen aankomen. U werd eind 2008 met veel gejouw door de aandeelhouders weggestemd als nieuwe Fortis-voorzitter.

Wat vindt u van de afhandeling door justitie?

“Dé vraag die u aan justitie moet stellen, is: waarom nam die procedure zo veel tijd in beslag? Alle onderzoeken waren afgerond, waarna er jarenlang niets meer werd ondernomen.”

Zo wordt het vermoeden van klassen­justitie natuurlijk gevoed.

“Daarom ook dat aan justitie gevraagd moet worden waarom het dossier na het werk van de onderzoeksrechter is blijven liggen.”

Maurice Lippens is een goede vriend van u. Hoe is het met hem?

“Hij is opgelucht dat de procedure voorbij is. Al ben ik er zeker van dat hij liever was vrijgesproken. In Nederland werd het hele Fortis-dossier wél netjes afgehandeld. Waarom kon dat hier niet?”

Iets anders: wie wint de Amerikaanse verkiezingen? Donald Trump of Joe Biden?

“Ik weet vooral wie ik het liefst niet zie winnen. (lacht) De uitslag is hoogst onzeker. Niemand had de gele hesjes in Frankrijk zien aankomen. Aan de basis van de verkiezing van Trump in 2016 ligt dezelfde onvrede: het is de opstand van mensen die zich niet gehoord voelen. Is dat nog steeds zo? Dat zullen we begin november in de VS zien. De voorbije vier jaar heeft Trump de sociale cohesie in zijn land ondermijnd, en dat is heel gevaarlijk.”

Misschien blijft hij na verlies gewoon zitten.

“Hij kan dat proberen, maar de Amerikaanse grondwet steekt daar een stokje voor. Want bij betwisting wordt vanaf halverwege januari de voorzitter van het Huis van Afgevaardigden, de Democrate Nancy Pelosi, automatisch tijdelijk de president.”

U bent een anglofiel?

“Ik wás een anglofiel, tot de komst van premier Boris Johnson. Wie kan voor die man nog respect opbrengen? Ook hij is een clown. Johnson schreef merkwaardig genoeg een mooie biografie over Winston Churchill en zou graag als zijn grote voorbeeld de geschiedenisboeken ingaan. Maar Churchill had een visie en was geen opportunist. Al was Winston Churchill ook een loser tot de start van WO II in 1940. Zonder die oorlog had Churchills biografie er helemaal anders uitgezien.”

Dan was hij misschien uitgegroeid tot een soort Boris Johnson?

“Wie weet. (lacht) Het is verontrustend dat figuren zoals Johnson en Trump leiders zijn van belangrijke landen in de wereld. Lang kan dat niet blijven duren, want hun beleid gaat lijnrecht tegen de werkelijkheid in. Zodra steeds meer mensen begrijpen wat er echt aan de hand is, is het over en uit voor hen.”

Uw vrouw Antoinette Spaak zat als jong meisje nog met Winston Churchill aan tafel?

“Ja.” (stilte)

Praatte u veel met haar over politiek?

“Zeker. We waren het vaak oneens. (lacht) Antoinettes partij FDF was de grootste in Brussel. Ik kwam uit het ministerie van Buitenlandse Zaken en uit de Europese Commissie en was volledig doordrongen van de wetenschap dat de scheiding van België totaal zinloos is. Zij was het daar niet mee eens.”

Antoinette Spaak was regionalist en u bent Belgicist?

“Ik ben een moderne Belg en verlang niet naar ‘de tijd van toen’.”

U staat open voor federalisme?

“Zelfs voor elementen van confederalisme. Zo vind ik het geen catastrofe dat de politie in Vlaanderen anders is georganiseerd dan in Brussel of Wallonië. De situatie in Dinant verschilt nu eenmaal van die in Antwerpen, en Kortrijk is een andere stad dan Namen. Ik vind dat sommige aspecten van onze staatshuishouding niet voldoende gefederaliseerd zijn, maar ook dat de federalisering op andere terreinen te ver is doorgeslagen. Denk maar aan de gezondheidszorg; dat hebben we tijdens corona ondervonden.”

Bent u bang voor de dood?

“Nee. De dood is onze enige zekerheid. Een gezonde mens weet dat hij ooit zal sterven, alleen spookt die gedachte niet voortdurend door zijn hoofd. Dat verandert zodra zijn gezondheid onder druk komt te staan. Ik zit nog niet in die situatie. Ik ben ermee verzoend dat ik moet sterven. Alleen weet ik nog niet hoe ik het dan zal aanpakken. Of ik in God geloof? Nee, maar ik ben ook niet tegen hem. Misschien volgt er na de dood nog een aangename verrassing. (lacht) Tant mieux.”