Direct naar artikelinhoud
Reportage

‘Waarom geen drie weken echte lockdown?’ Brussels Gewest neemt extra coronamaatregelen, maar scepsis heerst

Een café op de Haachtsesteenweg op de grens tussen Schaarbeek en Sint-Joost-ten-Node. 'Als je echt nog iets wil drinken, vind je in Schaarbeek altijd nog wel een toog.'Beeld DM

Cafés dicht om elf uur. Nachtwinkels om tien uur. Geen samenscholingen van meer dan tien mensen. Mondkapjes verplicht waar het zo aangegeven staat. Gaan deze maatregelen, die maandag ingaan, de Brusselse coronabom ontmijnen? In de cafés heerst de twijfel: ‘Wat hoor je nog altijd, elke avond weer? Klanten die bij vertrek met elkaar afspreken: bij jou of bij mij?’

Of we het al hebben gehoord, vraagt de uitbaatster van het cafeetje langs de Haachtsesteenweg: “Vanaf maandag moeten we geen mondmasker meer dragen.”

Het is zaterdagavond, zondagochtend eigenlijk al. Het loopt tegen tweeën. In dit café doen ze niet aan een sluitingsuur. Aan een rookverbod ook al niet, trouwens. In het vooral door mannen bezochte café worden ook op dit uur nog volop wodka’s en whisky’s geschonken en schaaltjes gevuld met nootjes. Waar dan een gezelschap van een man of zeven simultaan in zit te graaien.

Vanaf maandag moeten alle cafés om elf uur dicht, zo heeft de door Brussels minister-president Rudi Vervoort (PS) eerder op de dag bijeengeroepen gewestelijke crisiscel beslist. Alle 19 Brusselse burgemeesters beloofden te zullen waken over een strikte naleving, maar welke burgemeester dat pakweg hier zou moeten zijn, in dit café, dat valt moeilijk te zeggen. De stoep is grondgebied van Sint-Joost-ten-Node (27.457 inwoners, 491 positieve tests, reproductiegetal 1,37). Zodra je de deur van het café hebt geopend, ben je in Schaarbeek (133.309 inwoners, 1.799 positieve tests, reproductiegetal 1,54).

“Op een ander doen ze gewoon de rolluiken dicht”, zegt iemand. “Als je echt nog iets wil drinken, vind je in Schaarbeek altijd nog wel een toog.”

Contradicties

De Brusselse maatregelen lijken ook zonder dit soort situaties vol contradicties te zitten. Nachtwinkels moeten straks dicht om 22 uur en cafés om 23 uur, maar restaurants mogen dan weer openblijven tot de laatste klant de rekening heeft gevraagd. “Het risico in restaurants is kleiner omdat mensen daar rond de tafel blijven zitten”, zo verklaarde Brussels minister Elke Van den Brandt (Groen) in De zevende dag. “Het is meer gecontroleerd.”

In het Brusselse gewest geldt vanaf maandag ook een samenscholingsverbod voor meer dan tien personen, maar dat was eigenlijk al sinds de Nationale Veiligheidsraad van 23 september zo in het hele koninkrijk België.

“Toch sta ik hier positief tegenover”, zegt Marc Noppen, CEO van het UZ Brussel. “Alleen al het feit dat men überhaupt op zaterdagnamiddag bij elkaar is gekomen, eerder dan het aanvankelijk voor maandag geplande overleg af te wachten, is niet zonder betekenis. Cafés zijn plaatsen waar mensen dicht op elkaar zitten, waar al eens luid wordt geroepen en waar mensen hun mondmasker uitdoen. We weten dat de kans op een infectie daar groot is. Is dit voldoende? Dat zal natuurlijk nog moeten blijken.”

Het geheel aan maatregelen wordt over drie weken geëvalueerd.

Marc Noppen waarschuwt al drie weken lang voor hoe de situatie in het Brussels gewest elke dag wat verder aan het ontsporen is. Hij begon toen heel actief politici en ambtenaren aan te spreken. Dat er écht iets moest gaan gebeuren.

“Wij tellen niet zozeer het aantal besmettingen”, benadrukt Noppen. “Wij kijken vooral naar de ziekenhuisopnames. Wij komen nu in de fase waarin we gaan moeten beslissen om de reguliere zorg af te bouwen om ruimte te maken voor Covid-19-patiënten. We kunnen patiënten nu nog wel transfereren naar een aantal Aalsterse ziekenhuizen, maar je voelt vooral dat de situatie snel acuut kan worden. We zullen over tien dagen pas de effecten kunnen zien van de nu genomen maatregelen. Het zal er nu vooral op aankomen effectief te communiceren en te waken over de implementatie.”

Zondagmarkt

Anderlecht (119.714 inwoners, 2002 positieve tests, reproductiegetal 1,35) is ook al niet zo’n vlijtige leerling in de Brusselse klas. De zondagochtendmarkt rondom de slachthuizen heeft iets van een massa-lockdownfeest. De crisiscel besliste enkele uren eerder dat in openlucht eten op markten straks niet langer mag, dus lijkt iedereen de laatste gelegenheid te willen aangrijpen.

De mogelijkheid tot controleren botst hier op z’n limieten. In de Sergeant De Bruynestraat, naast de hoofdingang van metrostation Clémenceau, staan mannen vrij openlijk te verkopen wat sterk lijkt op de buit van een recente inbraak of diefstal: juwelen, laptops, gedragen schoenen, laders, theekopjes, Bromton-zadels. Er staan er meer dan twintig. Zodra iemand een politieagent spot, hoor je een fluitje en harkt elke verkoper z’n spulletjes bij elkaar. Om die een paar minuten later weer uit te stallen.

“We weten het”, zucht een agente. “Wat wil je dat we eraan doen?”

Een man met een Slavisch accent staat in de Sergeant De Bruynestraat met z’n kompanen balletje balletje te doen: het inmiddels in ongeveer elke Europese stad verboden spel met drie kokertjes waarbij twee kompanen van de uitvoerder iedere keer opnieuw 50 euro winnen en elke andere naïeve duts die een gokje waagt z’n geld kwijt is. Mensen kleven ongeveer aan elkaar om de bewegingen van de oplichter te volgen.

Ook hij gaat rennen zodra hij het fluitje hoort.

Simon Duhamel, baas van café Au bassins op de vismarkt.Beeld DM

Au Bassin

Simon Duhamel (40) is zaakvoerder van café Au Bassin aan de Vismarkt, hartje Brussel. Gigantische plafondconstructies in gewapend beton van de eerste generatie herinneren eraan hoe het pand ooit het ministerie van Openbare Werken huisvestte. Het geheel meet 900 vierkante meter, deels in openlucht. Geen etablissement lijkt naar vorm beter gewapend voor deze crisis, maar Duhamel klinkt pessimistisch.

“Wij twijfelen of we niet beter gewoon sluiten”, zucht Duhamel. “Het is nu al de hele tijd balanceren rond net niet met verlies draaien. Waarom geen echte lockdown? Gewoon drie weken even allemaal op de tanden bijten. Nu voelt het allemaal erg halfslachtig aan. Op deze manier, vrees ik, zitten we nog een jaar in deze shit. Kleinere zaken kunnen dit geen jaar meer aan. Veel cafés zijn niet meer dan een toog. Zolang het zomer was en mensen buiten iets konden drinken, ging het. Nu niet meer. Ik hoor van brouwers en toeleveranciers dat 40 procent van alle cafés nu al virtueel failliet is.”

Au Bassin voerde eenrichtingsverkeer in, desinfecterende gels, zuivere luchtcirculatie. Het personeel stopt elke avond klokslag middernacht met serveren, kwestie van geen discussies te hebben in de laatste minuten voor 1 uur. Anders dan elders, sloot het café op vrijdag 13 maart meteen spontaan de deuren.

“Na die avond zijn we dertien weken dicht geweest, en in de eerste weken na de heropening ging er meer alcohol over onze handen dan door onze kelen”, zegt Duhamel. “Nu waren we net héél voorzichtig uit het dal aan het kruipen. En wat hoor je nog altijd, elke avond weer? Klanten die rond twaalven met elkaar afspreken: bij jou of bij mij? Je hoort ze elkaar beloven dat ze de ramen gaan sluiten. Kwestie dat de politie het vervolg van hun feestje niet opmerkt.”