Direct naar artikelinhoud
Kolonialisme

‘Er staat al jaren roofkunst uit Congo in de kelder van een Antwerps stadsgebouw’

Een 'krachtbeeld' uit de Congolese collectie van Antwerpen.Beeld mas

Groen vindt dat Antwerpen het debat moet aangaan over de ‘koloniale roofkunst’ die de stad in haar bezit heeft. De partij doet dat naar aanleiding van de nieuwe expositie 100 x Congo. Een eeuw Congolese kunst in Antwerpen in het MAS.

Zaterdag opent het MAS in Antwerpen de deuren van zijn nieuwe expo 100 x Congo. Een eeuw Congolese kunst in Antwerpen. Centraal staan honderd Congolese objecten die tijdens de koloniale periode in de stad terechtkwamen. In 1920 startte Antwerpen zijn Congolese collectie na de aankoop van kunstschatten van de kunsthandelaar Henri Pareyn en een schenking door de minister van Koloniën Louis Franck. Sindsdien werd de collectie aangevuld met schenkingen van christelijke missies en aankopen in de kunsthandel. 

Met de expositie wil het MAS de verhalen achter de objecten tonen en de bezoeker uitnodigen om na te denken over de beeldvorming van Afrikanen doorheen de jaren. Voor Groen het ideale moment om een aantal concrete stappen te zetten rond het koloniaal verleden van de stad, bijvoorbeeld wat betreft de ‘roofkunst’ die volgens Groen deel uitmaakt van de Antwerpse koloniale kunstcollectie. “Volgens burgemeester Bart De Wever (N-VA) heeft het koloniale verleden in Antwerpen geen impact meer op het publiek domein. Maar die uitspraak staat in schril contrast met de roofkunst die al jaren in de kelder van een stadsgebouw staat. Dit is Afrikaanse kunst, die hoort thuis in Afrika”, zegt Groen-gemeenteraadslid Ikrame Kastit.

‘Spoor loopt dood’

Volgens schepen van Cultuur Nabilla Ait Daoud (N-VA) gaat het om “één kunstwerk waarvan de herkomst problematisch is”. Ook is er een museumstuk dat tijdelijk is overgekomen van het AfricaMuseum in Tervuren dat door diefstal verkregen werd. De herkomst van de andere stukken van de Antwerpse kunstcollectie wordt verder onderzocht. Ait Daoud houdt een slag om de arm: “Bij heel wat kunstobjecten zijn de makers noch de precieze datum bekend. Het spoort loopt vaak dood bij de Belgische onderhandelaars.” 

“Herkomstonderzoek is ontzettend moeilijk”, bevestigt Guido Gryseels, directeur van het AfricaMuseum in Tervuren. “Voor bepaalde stukken doen wij twee jaar onderzoek, inclusief zendingen naar Congo. Als een stuk verkregen werd bij een massale plundering, kun je dat relatief makkelijk achterhalen. Veel ingewikkelder is inzicht krijgen in de machtsverhoudingen. Kreeg een missionaris een kunstwerk als geschenk of waren er voorwaarden mee gemoeid?” 

De vraag rijst wat moet gebeuren met roofkunst uit de koloniale tijd. Volgens Ait Daoud is het MAS transparant over de herkomst van de kunstwerken. Ook is het museum voortdurend in gesprek met historici, kunstenaars en curatoren, zowel uit Congo als België. “Het MAS speelt een voortrekkersrol in het restitutiedebat. Maar wat onze collectie betreft, is er tot op heden geen vraag tot teruggave gekomen.” 

In memoriam

Ook een ander deel van de nieuwe expo in het MAS zal de aandacht trekken. Er is een herdenkingsruimte voor  acht overleden Congolezen die tijdens de wereldtentoonstelling in Antwerpen in 1894 het ‘Congolese dorp’ bewoonden. Dat dorp, waarvoor 144 Congolezen werden overgebracht naar ons land, moest het ‘beschavingswerk’ dat Leopold II in Congo-Vrijstaat verrichtte in de kijker zetten. 44 Congolezen belandden in het ziekenhuis, acht van hen lieten het leven.

Jarenlang hadden de acht Congolezen een gedenksteen in het Kiel. Toen die begraafplaats werd gesloopt, werden hun stoffelijke overschotten ondergebracht in een massagraf in het Schoonselhof. Sindsdien verdwenen ze uit het collectief geheugen. “Het is dankzij onderzoek voor deze expositie dat dit verhaal ontdekt werd”, zegt Ait Daoud. “Het museum vertelt hun verhalen en stelt hun foto’s tentoon. Zo geeft het hen opnieuw een identiteit.”