Direct naar artikelinhoud
Onderzoek#overdegrens

‘Ineens zei mijn vrouw: ‘Je hebt me eigenlijk verkracht’’

‘Ineens zei mijn vrouw: ‘Je hebt me eigenlijk verkracht’’
Beeld KAAN

Iemand vanuit de bosjes bespringen en tot seks dwingen: dat is verkrachting. Maar wat als de feiten minder duidelijk zijn? Hoe krijgen we ook in een grijze zone onze seksuele grenzen afgebakend?

“We zaten thuis, in de zetel. Ik had zin, zij niet. Dat gaf ze ook aan. Maar ik dacht: ik blijf proberen, ik geef niet op. Ik friemelde wat aan haar, ging met mijn handen onder haar trui, in haar broekje ook. ‘Allee, als het echt niet anders kan’, reageerde ze. Ik ging verder. De vrijpartij duurde al bij al niet zo lang. Ik was achttien, ik had niet veel nodig. Ik dacht dat het oké was, maar toen we allebei weer aangekleed waren zei ze ineens: ‘Weet je dat je me net eigenlijk verkracht hebt? Ik had geen zin en toch ben je verder gegaan.’” 

Inmiddels zijn ze bijna twintig jaar getrouwd. Maar die avond weegt nog altijd op Tom* (44). Het besef dat hij zijn vrouw heeft verkracht of dat zij dat tenminste zo heeft aangevoeld, deed zijn wereld instorten. Een klacht kwam er nooit en het is ook bij die ene keer gebleven, maar het heeft zijn denken en handelen onherroepelijk veranderd. “Ik durf haar niet altijd even makkelijk te benaderen”, vertelt hij. 

Voor koppels is het vast herkenbaar. De kans dat ieders libido precies op hetzelfde moment even hoog piekt, is relatief klein. Dus wordt er geflirt en verleid. Soms met succes, soms niet. Vraag is: wanneer gaat zoiets over de grens? Wanneer spreken we van ‘proberen’, dan wel over machtsvertoon en machtsmisbruik?

Bij seksueel geweld denken mensen nogal snel aan gewelddadige feiten. Een bruut die een onschuldig meisje van haar fiets trekt, aanrandt en vermoordt. Een onbekende die iemand in een donker steegje aanvalt. Of een pedofiel die een kind ontvoert en misbruikt. Logisch, het zijn dit soort feiten die meestal tot bij de politie raken en die de kranten en tv-journaals halen.

Tegelijkertijd vormen ze maar het zogenaamde topje van de ijsberg. Vooral bij seksueel geweld is het dark number hoog, het aantal gevallen dat onopgemerkt blijft omdat ze nooit tot bij de politie en dus nooit in de statistieken geraken. In België worden naar schatting elke dag honderd mensen verkracht, terwijl er gemiddeld twaalf aangiftes per dag zijn. Dat betekent dus dat om en bij de 90 procent onder de radar blijft.

Bovendien wordt het merendeel van de gevallen van seksueel geweld helemaal niet gepleegd door een griezelige onbekende. Uit de Sexpert-studie (KU Leuven, UGent en UZ Gent) bleek dat het in ruim 85 procent van de cases gaat om een echtgenoot, vader, broer, vriend, collega. Iemand die je kent en misschien zelfs vertrouwt.

‘Je had maar nee moeten zeggen’

Bij Els* (40) ging het om een kotgenoot, een goede vriend. “Pas jaren later heb ik beseft dat ik over de schreef ben geweest. Ik was 18, zelf als kind misbruikt geweest en had helemaal geen notie van wat normaal of abnormaal was. Ik heb die jongen echt overdonderd. Het was zijn eerste keer. Dat had iets liefdevols en warms moeten zijn, maar het was hardcore seks. Ik heb hem niet de ruimte gegeven om te exploreren en dat vind ik verschrikkelijk.”

Els vermoedt dat haar slachtoffer niet eens weet hoe fout het eigenlijk was, mede omdat ze goede vrienden waren. Als een onbekende je bespringt, dan weet je dat je het slachtoffer bent van een misdrijf. Maar een charmante collega die je ongevraagd in de kont knijpt? De liefde van je leven die je plots in je slaap penetreert? Een kotgenoot die tijdens een feestje plots haar tong in je mond stopt? Dat is minder helder. Niet per se op juridisch vlak – want daar zijn de regels over seksisme, verkrachting of aanranding duidelijk – maar wel voor de betrokkenen zelf.

Dat heeft te maken met de mythes over seksueel geweld die bij het brede publiek nog steeds ingebakken zitten. Ze kleuren de manier waarop we naar seks kijken en hoe we erover communiceren. ‘Je had maar nee moeten zeggen’, is zo’n veelgehoorde maar foute reactie.

De date van Ewout* (35)  zei geen nee. Drie jaar geleden leerde hij haar online kennen. Ze spraken af bij hem thuis. Het was gezellig, er werd thee gedronken, ze babbelden honderduit. De avond eindigde in bed. Voor Ewout was er niks aan de hand. Hij had haar als eerste gekust, maar ze kuste terug en niks gaf aan dat ze het niet wou. Pas later zou blijken dat ze zich toch niet comfortabel had gevoeld. Ze diende een klacht in bij de politie, voor verkrachting.

Voor Ewout kwam dat als een complete verrassing. “Ik had zeker niet de bedoeling over haar grenzen te gaan, maar dat maakt haar ervaring natuurlijk niet minder pijnlijk of erg.”

In films zien we hoe vrouwen zich met hand en tand verzetten tegen hun belager. Dat slachtoffers ook kunnen verstijven (freeze-respons) of zelfs participeren uit schroom of om erger te voorkomen (fawn-respons), is veel minder bekend. En wat als iemand helemaal laveloos is? Ook daar is de wet duidelijk: wie met iemand naar bed gaat die te dronken is om toestemming te geven, begaat een misdrijf.

Voor Emma (23) duurde het jaren vooraleer ze het zelf zo zag. “Ik was met hem meegegaan na een feestje. Ik was extreem dronken. Toen ik ’s ochtends wakker werd, vroeg hij me of ik nog eens wou. Ik wist niet waar hij het over had”, vertelt ze. Ze had geen nee gezegd, dus kon ze dit dan wel een verkrachting noemen? “Al wist ik wel dat ik het nooit had gedaan als ik bewust was geweest.” Het illustreert hoe allerlei mythes de beleving van zowel slachtoffers als daders kleuren.

Ontoereikende taal

Wie zich uitdagend kleedt, vraagt om seksuele aandacht.
Een kus? Dat is een teken dat je meer wil.
Wie één keer seks had met iemand, wil ook een tweede keer.

Die laatste mythe spookte door Maries* (30) hoofd, nadat ze bij haar thuis tot seks was gedwongen door een jongen die ze via Tinder had leren kennen. “Initieel kwam het woord verkrachting niet eens bij me op. Dat is niet iets wat met jou gebeurt, zo lijkt het. Ik had hem binnengelaten, ik had al een keer seks met hem, ik heb wel ‘nee’ gezegd maar niet geroepen. Je denkt altijd dat de schuld bij jezelf ligt.”

Noch Emma, noch Marie kreeg het woord ‘verkrachting’ initieel over de lippen. Het is een aspect dat in gesprekken met daders en slachtoffers regelmatig aan bod komt: dat ze maar moeilijk verwoord krijgen wat hen overkomen is. Het wordt nog moeilijker wanneer hun misdrijf helemaal niet lijkt op het cliché van de meedogenloze man die een vrouw in een steeg overmeestert.

Sophie (35), die als kind misbruikt werd, omschrijft het zo: “Seks, dat moet gaan over iets liefdevols, iets tussen twee mensen die elkaar graag zien. En daar gebruik je dan termen voor: pijpen, vingeren... Maar toen de politie mij vroeg wat mijn sportleraar met me deed, dan kon ik dat niet zo noemen. Dat is niet hetzelfde, snap je? Die taal is ontoereikend.”

Ook voor Ewout schiet de taal tekort. “Een verkrachter, dat is iemand die moedwillig iemands grens overschrijdt, via machtsmisbruik of met geweld. Maar we gebruiken datzelfde woord ook voor iemand die het onbewust of ongewild doet, zoals ik. Dat vind ik een enorm obstakel, voor de maatschappelijke dialoog en de persoonlijke verwerking.”

Professor seksueel geweld Ines Keygnaert (Universiteit Gent) noemt het gebrek aan taal een essentieel probleem. “Als je geen woorden hebt om te benoemen wat jou overkomen is, kan je er ook met niemand over spreken. Dan is het moeilijk om hulp te zoeken omdat dit vaak vereist dat je erover spreekt. Op de chatlijn op seksueelgeweld.be merken we hoe mensen net daar hulp bij zoeken, achter een scherm zodat ze niemand in de ogen hoeven te kijken en reacties kunnen aftasten.”

Het gebrek aan taal vergroot ook de drempel om naar justitie te stappen, meent professor strafrecht Liesbet Stevens. “Als je geen kaders hebt waarbinnen je iets kunt capteren, waarin je je ongenoegen of pijn betekenis kunt geven, dan doe je het ook niet.”

Willen we dat befaamde dark number naar beneden krijgen, dan hebben we volgens Stevens dus de taal nodig omdat te doen. “Mijn studenten vertellen me regelmatig dat ze pas in mijn les hebben leren praten over seksuele handelingen. Ze zien daardoor in dat woorden als pakweg beffen, pijpen, rimmen... niet vuil of beladen zijn. En dat je ook in heel neutrale termen over seksuele handelingen kan praten,  zoals een penis-in-mond-penetratie.”

Dokter Bea

Experts zijn het erover eens dat ouders best zo vroeg mogelijk die taalvaardigheid stimuleren. Het benoemen van lichaamsdelen, het aangeven van grenzen, dat kan al vanaf kleuterleeftijd.

Ook scholen hebben daar een cruciale rol in te spelen. Zij moeten mee seks en grenzen bespreekbaar maken. Wat dat betreft zijn er trouwens verbeteringen op komst: zowel in de lagere school als in de tweede en derde graad komen hier nieuwe eindtermen voor. Sensoa, het Vlaams expertisecentrum voor seksuele gezondheid, voorziet daarvoor alvast lespakketten en onlinetools zoals ‘Hé, het is oké’ en de FlirterTwister.

Hoe cruciaal het is om kinderen op jonge leeftijd die kennis mee te geven, blijkt onder meer uit de getuigenis van Sophie (35), die als kind misbruikt werd. “Ik wist echt niet wat me overkwam”, zegt ze. “Toen hij mij echt verkrachtte, wist ik dat het fout was. Maar daarvoor? Het wrijven, op mijn poep kletsen... Ik wou positieve aandacht en dacht als kind dat het fysieke gedeelte daar gewoon bij hoorde. Dat zijn zaken die je niet leert.”

Dat er op school steeds meer wordt ingezet op deze aspecten, vinden experts een goede zaak. Al valt er volgens hen nog heel wat winst te boeken en dan voornamelijk ná die middelbare school. “Zeker als je weet dat jongeren tussen de 18 en 25 jaar vier keer meer risico lopen om het slachtoffer te worden van seksueel geweld”, zegt professor Stevens. “Dan is het toch niet logisch dat er op universiteiten en hogescholen nauwelijks aandacht is voor seksuele opvoeding? Je zou een soort Dokter Bea (Ketnet-reeks over seksuele voorlichting, FVG/SV) moeten hebben voor volwassenen.”

Een cruciaal element bij het beleven van seks is wederzijdse toestemming of consent. Hoe geef je aan dat je het ene wel lekker vindt, maar het andere niet? Hoe vergewis je je ervan dat je sekspartner mee is, zonder dat het een stroef, afstandelijk schouwspel wordt? Of zoals Sophie het omschrijft: “Je kan niet bij elke move die je maakt toestemming vragen, zo werkt seks ook niet. Maar hoe kunnen we ervoor zorgen dat mensen geen dingen doen die ze eigenlijk niet willen?”

Bij elke aanraking of kus eerst een toestemmingsformulier ondertekenen? Dat is de karikatuur die sommigen ervan maken. In haar boek Hoe legaal te flirten (2019) verwoordt professor Stevens het zo: “Zolang je geen duidelijke boodschap krijgt dat het wel oké is, wacht je af en doe je niets meer.” Volgens haar moeten we vooral beter inzicht krijgen in wat seksueel grensoverschrijdend gedrag is. Moeten we leren hoe macht inherent deel uitmaakt van dat seksuele spel en ons bewust zijn van onze eigen machtspositie. En vooral: we moeten leren communiceren. Weet je niet zeker of iets oké is? Vraag het dan. Durf je het niet te vragen? Stop dan met kussen of strelen en kijk welke reactie volgt.

In een kramp schieten

Meer communiceren tijdens seks, maar dus ook óver seks. Het lijkt een vreemde boodschap in een wereld waar seks net alomtegenwoordig lijkt. Toch zijn zowel experts, slachtoffers als daders het erover eens: het taboe blijft groot. Denk maar aan hoe we met zijn allen in een kramp schieten als er naaktbeelden opduiken van enkele mannelijke BV’s. 

“De doorsnee-Vlaming heeft het nog steeds erg moeilijk om over seks te praten of aan te geven wat hij of zij al dan niet leuk vindt”, zegt professor Keygnaert. “We veronderstellen dat de andere dat kan aflezen, dat er een soort tekstballon uit ons hoofd komt, dat het duidelijk is. Maar wat de één opwindend vindt, vindt de ander een afknapper of zelfs zwaar over de grens. Dus ja, daar moeten we meer over praten. Al denk ik ook dat we naar creatieve manieren op zoek moeten om op een aangename manier te overleggen, zonder dat we altijd moeten praten.”

Na de aanklacht ging Ewout in behandeling bij een seksuoloog. Om te begrijpen waar het precies is fout gelopen. “Ook omdat ik nooit nog iemand onbedoeld pijn wil doen. Ik besef nu dat ik mijn slachtoffer op voorhand beter had kunnen meegeven dat er bij mij altijd ruimte is om ‘nee’ te zeggen. Sindsdien zeg ik dat ook altijd expliciet tegen nieuwe contacten, alvorens er iets fysieks gebeurt. Bij elke stap vraag ik nadrukkelijk toestemming, zeker bij een eerste date.”

Ook Tom bewaakt sinds die ene avond in de zetel beter de grenzen tussen de lakens. En geeft die boodschap ook mee aan zijn twintigjarige zoon. “Hij weet: als een vrouw nee zegt, is het nee. En twijfelt ze? Dan is het ook nee.”

*Tom, Els, Ewout en Marie zijn schuilnamen.