Direct naar artikelinhoud
In memoriamAster Berkhof (100)

Honderd jaar, honderd-en-een boeken

Aster Berkhof.Beeld Lieven Van Assche

Honderd jaar, honderd-en-een boeken. Met de dood van Aster Berkhof verdwijnt een markante Vlaamse veelschrijver en globetrotter. Hij deinsde er niet voor terug maatschappijkritische thema’s aan te kaarten.

‘De Louis Paul Boon van het platteland’ en de ‘Hendrik Conscience van de twintigste eeuw’. Twee van de talloze etiketten die zijn bedacht voor Aster Berkhof, pseudoniem van Louis Van Den Bergh. Dat de Kempenaar een van Vlaanderens meest productieve schrijvers ooit was staat buiten kijf, al zit Herman Brusselmans hem nu ongetwijfeld op de hielen.

Krachtpatser Berkhof publiceerde zijn debuutroman De heer in grijze mantel in 1944, waarna meer dan honderd boeken volgden in zeer uiteenlopende genres. Detectives, reisverhalen, tv-scenario’s, streek- en avonturenromans en jeugdverhalen: niets was Berkhof te licht of te zwaar. Titels die nog een belletje doen rinkelen? Wellicht de geëngageerde roman Het huis van Mama Pondo (1971) of het jeugdboek Paavo de Lap (1955). Maar vooral met het later tot musical en een succesvolle VTM-reeks omgesmede Veel geluk, professor, een romance in de skiwereld (1949), liet Berkhof de lezersharten sneller kloppen. 

Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA), die het nieuws van Berkhofs dood de wereld instuurde, noemde hem een van onze populairste Vlaamse schrijvers uit de vorige eeuw. Zeker is dat hij lange tijd als een van de meest ontleende auteurs in de Vlaamse bibliotheken gold. Historica Sophie De Schaepdrijver vertelde onlangs in Knack dat Het huis van Mama Pondo, waarin hij apartheid aan de kaak stelde, een diepe invloed heeft gehad op ons denken over racisme. Met dat boek, dat de opinies hevig verdeelde, bleek Berkhof meer te zijn dan auteur van amusante volksromans, zoals journalist Gaston Durnez noteerde.

Wispelturig oeuvre

Pas in 2013, toen 93 jaar, besloot Berkhof de pen neer te leggen na publicatie van Aline & De marmeren meisjes, waarin een schrijfster-journaliste furore maakt met spraakmakende columns en de politieke wereld wordt uitgekleed. “Ik heb alles gezegd wat ik te zeggen had”, klonk het toen. Berkhof besefte maar al te goed dat hij een wispelturig oeuvre had.

“Heb ik naar beste vermogen geschreven? Niet altijd, omdat het ongeduld in de weg stond”, vertelde hij aan Margot Vanderstraeten in haar interviewboek Schrijvers gaan niet dood (2008). “Dus ja, ik heb veel middelmatige, enkele slechte en erg goede boeken geschreven.” 

Daarin bekende hij ook dat hij – à la Simenon – weleens een boek in negen dagen neerpende, maar dat hij evengoed soms drie jaar labeurde. Om onderwerpen zat hij nooit verlegen. “Dat is ongeveer het enige dat een schrijver nooit zoekt”, klonk het in De zomer en ik. “Sta voor een deur en bel aan, daar is een roman. Blijf staan op een trottoir, grijp een hand en daar is een roman.”

Aster Berkhof was een van de eerste bewust mediagenieke auteurs.Beeld Letterenhuis

Het straffe is dat de op 18 juni 1920 in Rijkevorsel geboren Berkhof naast zijn excessieve schrijversloopbaan er een rijkgevuld beroepsleven op nahield. De licentiaat Germaanse filologie en doctor in de wijsbegeerte en de letteren ging aan de slag als journalist voor De Standaard, als monitor aan de Leuvense universiteit, later als atheneumleraar in Antwerpen en Brussel en ten slotte als docent aan de Antwerpse Handelshogeschool, om vanaf 1982 nog uitsluitend te schrijven. 

Voor De Morgen schreef Berkhof overigens tussen 1987 en 1990 recensies, toen Herman de Coninck het literaire katern Boekbedrijf bestierde. Bovendien was Berkhof uiterst reislustig. Dat leidde hem de wereld rond, tot in Kameroen, Pakistan, Syrië, Honduras en India, decors die intens opdoken in zijn romans. 

Midden jaren vijftig huwde Berkhof met Nora Steyaert, die samen met Paula Semer en Terry Van Ginderen (Tante Terry) het eerste trio BRT-omroepsters vormde. Steyaert overleed in maart van dit jaar op 87-jarige leeftijd. Was zij de medestimulator van zijn al even vruchtbare tv-carrière? De spraak- en minzame Berkhof was alleszins een van de eerste bewust mediagenieke auteurs, noteert zijn biograaf Karel Michielsen in het boek 100 jaar nieuwsgierigheid

Zachtaardige verteller

Wat dreef hem in zijn snelschrijverschap? “Mijn oeuvre is een product van mijn drie voornaamste eigenschappen: ongeduld, energie en nieuwsgierigheid”, vertelde hij aan Vanderstraeten. Onder de bolster van zachtaardige verteller vonkten vaak woede en verzet tegen onrecht op. Niet voor niets was Berkhof een bewonderaar van Albert Camus en diens L’homme révolté. “Ik houd van de aarde en ik leef in onmin met de wereld, gevatter kan ik het niet stellen. Ik maak me boos om de domme manier waarmee wij mensen de aarde verknoeien, en dan heb ik het niet alleen over polluties allerhande. Ook de wijze waarop mensen elkaar behandelen brengt de aarde schade toe.” 

In veel van zijn boeken verstopte hij een warm pleidooi voor menselijke solidariteit. De van het geloof gevallen Berkhof had het niettemin lastig met de “zinloosheid van het bestaan” en hekelde het katholieke fundamentalisme van paus Johannes-Paulus II (in Donnadieu, 1991) en schimmige organisaties als Opus Dei in zijn roman Octopus Dei (1992). “Gelovig zijn is niets anders dan aannemen dat je het niet weet.” 

Maar Berkhof, die de laatste jaren in een verzorgingscentrum verbleef en amper nog zag, blikte tevreden terug op zijn bestaan. “Het leven dat ik heb mogen leiden is een vakantie. Ik beschouw de dood als het einde van deze vakantie.”