Danny Gys

Voor regering-De Croo draait het om vernieuwing: verse gezichten boven ervaring

Van de twintig nieuwe ministers in de federale regering hebben er 14 geen regeringservaring. Het lijkt erop dat de partijen van de regering-De Croo vernieuwing hoger inschatten dan ervaring. 

Elke nieuwe regering heeft wel een paar verrassingen in petto, dat is deze keer niet anders. Frank Vandenbroucke bijvoorbeeld, de ervaren rot die na een lange periode in de academie terugkeert om het cruciale departement Sociale Zaken en Volksgezondheid te leiden. 

Vandenbroucke doet de weegschaal (een beetje) meer in de richting van ervaring overhellen, maar als deze regering door een ding getypeerd wordt dan wel zijn politieke onervarenheid. Veertien van de twintig excellenties hebben geen politieke ervaring op het hoogste politieke niveau. Sommigen zijn zelfs volslagen onbekend bij het grote publiek. Of had u al ooit van Annelies Verlinden of Eva De Bleeker gehoord? Juist.

Te onervaren?

De vraag is of die mensen wel in staat zijn om de crisis - politiek, economisch en op vlak van gezondheid - aan te pakken? Zal die onervarenheid in de weg zitten? Misschien, maar dat hoeft zeker niet het geval te zijn. Alle regeringspartijen beschikken over een apparaat van technici en kabinetsleden om de nieuwe excellenties te ondersteunen. 

Het risico is beperkt, zeker omdat er tegelijkertijd ook een pak ervaring in de regering zit. Met  ouderdomsdeken Vandenbroucke uiteraard, maar ook met Alexander De Croo, Vincent Van Quickenborne, Sophie Wilmes of iemand als Tinne Van der Straeten, nieuw als minister maar wel sinds jaar en dag een expert in haar vakgebied Energie.

Het risico is beperkt, zeker omdat er tegelijkertijd ook een pak ervaring in de regering zit 

Of neem nu Thomas Dermine, de staatssecretaris voor het relancelbeleid. Dermine is nog jong, 34, maar geldt als een van de wonderboys van het Waalse socialisme en leidde de economische reconversie in Charleroi. Ook relance dus, maar op een wat lager niveau. 

Uiteindelijk gaat het vaak om mensen met heel wat kilometers op de teller, zij het dan niet in de federale regering: de nieuwe binnenlandminister Annelies Verlinden als advocate, Petra De Sutter als parlementslid en als gynaecologe, Eliane Tillieux en Pierre-Yves Dermagne als Waals minister, of Meryame Kitir als fractieleider in de Kamer.

Alles draait om vernieuwing

Het lijkt zelfs expliciet de bedoeling om toch een aura van vernieuwing uit te stralen. Met meer vrouwen dan normaal, bijvoorbeeld. Deze keer zijn er tien, en tien mannen. (Al zijn ze in het kernkabinet maar met twee, Petra De Sutter en Sophie Wilmès). Maar vooral met nieuwe namen.

Dat lijkt nu bezorgdheid nummer 1: de breuk met het recente verleden. De politiek is de voorbije maanden en jaren zo beschadigd geraakt dat er behoefte lijkt aan nieuwe bloed, meer nog dan anders.

CD&V is het beste voorbeeld van de drang naar vernieuwing

CD&V is daar het beste voorbeeld van. Van de drie namen in de federale regering - vicepremier en minister van Financiën Vincent Van Peteghem, minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden en staatssecretaris voor Asiel en Migratie Sammy Mahdi - heeft er geen enkele federale regeringservaring. Ze hebben amper politieke ervaring. Koen Geens zei het al bij zijn afscheid: hij wil plaats maken voor meer vrouwen en nieuwe gezichten. 

En dat is het ook geworden bij CD&V. Sammy Mahdi was de wat tegendraadse jongerenvoorzitter en Van Peteghem was woordvoerder van de "Twaalf apostelen", het groepje dat een rapport schreef over wat fout ging bij de verkiezingsnederlaag in 2019. Hij bij uitstek moet doen waar het CD&V om te doen is: het signaal dat le nouveau CD&V est arrivé.

Een almaar kortere politieke loopbaan

De tijd van een nieuwe politieke generatie lijkt meteen aangebroken. Want behalve de namen in de regering zijn ook veel partijvoorzitters van de regeringspartijen nieuw: Egbert Lachaert, Conner Rousseau, Joachim Coens en Georges-Louis Bouchez.

Het lijkt op het einde van een generatie, van de zwaargewichten van enkele jaren geleden schiet niet zo veel meer over

Van de vorige generaties schiet ondertussen niet zo heel veel meer over. Van de partijvoorzitters bij het begin van de regering Michel in 2014 Bruno Tobback (SP.A), Gwendolyn Rutten (Open VLD), Olivier Chastel (MR), Gerolf Annemans (Vlaams Belang) schiet bijna niemand nog over. Enkel Meyrem Almaci (Groen) en Bart De Wever (met voorsprong de grootste overlever in de politiek) zijn nog op post. 

Ook de vicepremiers uit de vorige regering zijn niet meer te bespeuren op het hoogste niveau: Kris Peeters, Didier Reynders, Johan Vande Lanotte, Joëlle Milquet, Steven Vanackere, Guy Vanhengel, Jo Vandeurzen, Patrick Dewael - bijna allemaal zijn ze weg. Enkel Alexander De Croo, Vincent Van Quickenborne en Frank Vandenbroucke zijn er nog, of opnieuw. 

Het lijkt stilaan op het einde van een politieke generatie. En die generaties wisselen elkaar ook steeds sneller af.

Meest gelezen