Direct naar artikelinhoud
ReconstructieFrank Vandenbroucke

De comeback van Frank Vandenbroucke is deel van een uitgekiend plan van de socialisten

De Instagram-post waarmee Rousseau de comeback van Vandenbroucke als minister aankondigde.Beeld BELGA

Met de terugkeer van Frank Vandenbroucke wil sp.a zich opnieuw op de kaart zetten. Maar hoe slaagde voorzitter Conner Rousseau erin hem te overtuigen? En past de eigengereide Vandenbroucke in de partij van Rousseau? ‘De beste combinaties bestaan niet uit twee gelijken, maar uit twee delen die ogenschijnlijk heel anders zijn.’

“Mijn deur staat altijd open.” Wanneer Frank Vandenbroucke die sms verstuurt naar sp.a-voorzitter Conner Rousseau, heeft hij geen flauw benul van de carrièrewending die hem te wachten staat. Rousseau heeft even daarvoor een bericht gestuurd naar de oud-minister, met de vraag of hij een keer mag langskomen.

De voorzitter van de Vlaamse socialisten probeert op dat moment, in de tweede helft van de zomer, zijn partij een nieuwe federale regering in te loodsen. Ondanks de amper negen Kamerzetels van de sp.a wil Rousseau nadrukkelijk wegen op het sociaal beleid van de volgende regering. Om bij regeringsonderhandelingen beslagen op het ijs te komen, gaat Rousseau te rade bij Vandenbroucke.

Van Rousseau is al langer geweten dat hij zich laat omringen door partijtoppers met meer dossierkennis. Ook Johan Vande Lanotte heeft het oor van de jonge voorzitter. Dat Rousseau bij Vandenbroucke belandt, is niet verrassend: de Vlaams-Brabander geldt als een absolute expert in sociaal beleid.

Wat Vandenbroucke op dat moment niet weet, is dat hij de cruciale schakel moet worden in een uitgekiend plan dat op het sp.a-hoofdkwartier op de Brusselse Grasmarkt gerijpt is. De socialisten willen niet zomaar de sociale flank van een nieuwe regering bewaken, maar hebben heel specifiek hun zinnen gezet op het departement Volksgezondheid.

Electoraal onderzoek wijst uit: gezondheidszorg behoort tot de belangrijkste bezorgdheden van de kiezers. De coronacrisis heeft dat nog versterkt. Het is bovendien een domein waarop sp.a geloofwaardigheid kan claimen, zo toont onderzoek aan. Maar anders dan bij politieke thema’s als asiel en migratie of klimaat is er geen partij die echt eigenaar genoemd kan worden van het domein gezondheidszorg.

De socialisten zien een gat in de markt. Volksgezondheid moet het departement worden dat hen de komende jaren opnieuw op de kaart zet en de kiezer weer naar de socialisten lokt. Een eventuele socialistische minister van Volksgezondheid moest dan ook iemand zijn die het domein als zijn broekzak kent en zijn weg weet in de woelige wateren van de Wetstraat. “Heel ver moesten we niet zoeken”, aldus een insider.

De keuze valt op Vandenbroucke. Rousseau belandt op een late zomeravond bij hem thuis en luistert terwijl hij uit de doeken doet wat de socialisten absoluut in het regeerakkoord moeten krijgen als ze Volksgezondheid naar hun hand willen zetten. Aan het eind van een lang gesprek stelt Rousseau een laatste vraag: stel dat sp.a het departement binnenhaalt, mag hij dan bellen?

De oud-minister begrijpt de vraag aanvankelijk niet. “Je mag altijd bellen, ik wil altijd input leveren.” Vandenbroucke is stomverbaasd als Rousseau preciseert dat het over het ministerschap gaat. Hij valt compleet uit de lucht, maar is wel geïntrigeerd door het aanbod en vraagt bedenktijd. Niet veel later hapt hij toe – op voorwaarde dat het regeerakkoord naar zijn zin is.

De eerste horde is genomen. De tweede is een stuk lastiger: een regering vormen, de verhoopte bevoegdheden te pakken krijgen en zorgen dat er voldoende geld naar Volksgezondheid gaat. Rousseau slaagt wonderwel in zijn opzet. De Vivaldi-partijen komen overeen dat het budget voor gezondheidszorg jaarlijks zal stijgen met 2,5 procent boven op de inflatie.

Sp.a wrijft zich in de handen. “Die groeinorm was samen met het minimumpensioen van 1.500 euro een van onze grootste wensen”, zegt een bron dicht bij de onderhandelingen. Samen met de PS drukken de Vlaamse socialisten hun stempel op het sociale luik van het regeerakkoord.

Ook het laatste deel van het plannetje raakt rond. Het departement Gezondheidszorg belandt woensdagnamiddag in het mandje van sp.a. Rousseau trekt opnieuw naar casa Vandenbroucke. Die twijfelt niet. De sp.a-voorzitter en de toekomstige vicepremier nemen nog even een selfie, die die avond rond 23 uur op Instagram gedeeld wordt. Het opschrift: “He’s back bitches.”

***

De retour van Vandenbroucke wordt bij grote delen van de partij op gejuich onthaald. “Ongelooflijk. Super”, sms’t een sp.a-kopstuk – dat niet op de hoogte was – wanneer het nieuws bekend raakt. Voor veel socialisten voelt het als een lang verhoopt eerherstel. De manier waarop Vandenbroucke in 2009 uit de Vlaamse regering en uit de partijtop gestampt was, werd door de jaren haast ervaren als een collectief trauma bij de socialisten. De euforie op en rond de Grasmarkt heeft mogelijk ten dele te maken met de vaststelling dat iedereen die in de clinch ging met Vandenbroucke niet langer tot de partijtop behoort.

Met Frank Vandenbroucke neemt Rousseau immers een grote gok. Nog los van het fiasco van het Zilverfonds en het Agusta-schandaal – die Vandenbroucke tot het einde der tijden zullen achtervolgen – was er een goede reden waarom hij elf jaar geleden de deur werd gewezen: er viel voor veel kopstukken niet meer te werken met Vandenbroucke. Er was een diepe kloof tussen het plezante stuntsocialisme van volksmens Steve Stevaert en het meer ideologisch profiel van de academicus en studax Vandenbroucke die moeilijk doet over betaalbaarheid. Het leidt uiteindelijk tot een pijnlijke defenestratie door voorzitter Caroline Gennez.

Hoe slim en sociaal voelend Vandenbroucke ook is, in de Wetstraat staat hij gekend als een einzelgänger die moeilijk te beheersen is. De prijs voor teamspeler van het jaar zal hij nooit krijgen. In de sp.a van Conner Rousseau is dat een probleem.

De nieuwe voorzitter heeft de partij hertimmerd tot een strak in de hand gehouden ploeg waarin geen plaats is voor de ego’s en stammentwisten van het verleden. Iedereen werkt voor de ploeg. Zo krijgen sp.a-volksvertegenwoordigers geen parlementair medewerker meer. Met die middelen zijn nieuwe mensen aangetrokken op de studiedienst, die het werk van de parlementsleden ondersteunen.

“Er is daarover gepraat met Frank”, zegt een sp.a’er. “Onze manier van werken staat niet toe dat iemand soloslim speelt. Voor Frank was dat heel duidelijk, daar zijn goede afspraken over gemaakt.”

Toch stelt zich de vraag hoe compatibel Rousseau en Vandenbroucke zijn. In zekere zin herhaalt de geschiedenis zich: de bravoure en zelfzekerheid van Rousseau verleidden commentatoren al eerder tot vergelijkingen met Stevaert. ‘He’s back bitches’ is alvast niet de stijl van Vandenbroucke. En waar Rousseau de man is van de linkse herbronning, is Vandenbroucke veel meer de man van het centrum en de haalbaarheid. ‘Go Left’ is niet zijn adagium.

De entourage van Rousseau is ervan overtuigd dat het contrast tussen de voorzitter en de topminister beiden, en de partij, net deugd kan doen. Ook Kortrijks schepen Philippe De Coene, jarenlang de compagnon de route van Vandenbroucke, is optimistisch. “De beste combinaties bestaan niet uit twee gelijken, maar uit twee delen die ogenschijnlijk heel anders zijn. Zoals Lennon en McCartney: Conner en Frank.”

***

Er ligt nog een valkuil voor Vandenbroucke, deze keer in de regering. Als vicepremier is het de bedoeling dat hij ook een oogje in het zeil houdt op het domein Pensioenen, dat bestierd zal worden door de PS. Vandenbroucke, die zetelde in de commissie Pensioenhervorming, kent het terrein bijzonder goed.

Alleen: de cruciale hervormingen die door de Commissie werden voorgesteld – zoals het pensioen met punten – bleven onder de vorige regering nagenoeg dode letter, tot frustratie van Vandenbroucke. Ze zijn ook grotendeels onvindbaar in het regeerakkoord van het kabinet-De Croo.

Het is maar de vraag hoelang het duurt voor de docent in Vandenbroucke op een kernkabinet naar boven komt en hij PS-minister Karine Lalieux gaat vertellen hoe ze haar werk moet doen. Als Vandenbroucke het beter weet, zal hij niet nalaten dat te tonen.

Het hoeft in die zin niet te verbazen dat de pas ingezworen minister na de eedaflegging bij de koning meteen het gezelschap ging opzoeken van zijn jonge PS-coalitiegenoten Pierre-Yves Dermagne en Thomas Dermine. In die twee bollebozen zou Vandenbroucke de komende jaren gelijkgestemde socialisten kunnen vinden, die niet met handen en voeten gebonden zijn aan de oude vormen en gedachten.