De regering-De Croo.

De vier Vlaamse Vivaldi-partijen willen uit geldgebrek de sociale media van N-VA en Vlaams Belang muilkorven

De vier Vlaamse Vivaldi-partijen (CD&V, Open VLD, de SP.A en Groen) hebben minder geld dan de N-VA en Vlaams Belang. Ze dreigen daarom een plafond te zetten op uitgaven voor socialemediacampagnes om die oppositiepartijen een hak te zetten. Dat stelt politicoloog Bart Maddens in deze opinietekst.

opinie
BELGA/VERGULT
Bart Maddens
Bart Maddens doceert politieke wetenschappen in Leuven. Hij volgt de communautaire discussies op de voet. Hij is voorstander van Vlaamse onafhankelijkheid.

De vier Vlaamse Vivaldi-partijen mogen ideologisch dan al een bont gezelschap vormen, één ding hebben ze wel gemeen: hun financiële situatie is niet zo riant. Groen is altijd al een relatief arme partij geweest.  Maar ook de drie traditionele partijen (CD&V, Open VLD en de SP.A) zagen hun vermogen de jongste jaren afkalven. Als gevolg van hun dalende marktaandeel kregen ze alsmaar minder overheidssubsidies.

Bij de N-VA was er een omgekeerde evolutie. De verkiezingsoverwinningen voor die partij vertaalden zich in een nooit geziene stroom van publieke inkomsten en een exponentiële toename van het vermogen. Ook Vlaams Belang boert goed sinds de verkiezingen. Het resultaat: de N-VA en Vlaams Belang hebben samen een groter vermogen (37,7 miljoen euro netto) dan de vier Vlaamse Vivaldi-partijen samen (35,8 miljoen euro netto).

Communicatie en propaganda

Voor de traditionele partijen zijn die dalende inkomsten zeer vervelend. Ze slepen veel vaste kosten met zich mee die moeilijk te drukken zijn. Die nemen een steeds grotere hap uit hun krimpende budget. Daardoor blijft er minder over voor communicatie en propaganda. In het verleden werd dat probleem telkens opgelost door de dotatie op te trekken, maar die strategie botst op haar limieten. Met 72 miljoen euro subsidies per jaar voor de partijen is het stilaan welletjes, vindt de burger. Bovendien zit het de traditionele partijen niet lekker dat ze daarmee ook de N-VA en Vlaams Belang rijker maken.

Die grotere financiële manoeuvreerruimte levert de Vlaams-nationalisten een competitief voordeel op in de communicatie-oorlog die is losgebarsten. Ze kunnen meer uitgeven aan propaganda. Nu al blijkt dat de N-VA en Vlaams Belang met voorsprong het meeste spenderen aan advertenties op sociale media (Het Laatste Nieuws 26/9). De verwachting is dat die digitale campagne nog zal worden opgevoerd om te culmineren in 2024.

Dat is lastig voor de Vlaamse Vivaldi-partijen. Wat kunnen ze eraan doen?  Als reactie op het bericht in Het Laatste Nieuws tweette CD&V-parlementslid Robrecht Bothuyne vorig weekend: “Voorstel: beperking op het gebruik van partijfinanciering voor sociale mediacampagnes.” 

Dit idee circuleert al langer. Het dook zelfs op in een eerdere versie van het regeerakkoord (De Standaard 18/9): “Vivaldi wil de regels rond politieke advertenties via sociale ­media actualiseren. Binnen en buiten de sperperiode moet er een uitgavenplafond komen.” Dit werd gelinkt aan de strijd tegen "fake news".

Klassieke media

Uiteindelijk haalde die inperking van socialemedia-advertenties het regeerakkoord niet. We lezen daarin enkel dat de regering de controle op de inkomsten en de uitgaven van de partijen zal versterken en de strijd zal aanbinden tegen "fake news". Hoe dat zal gebeuren, daar hebben we voorlopig het raden naar.

In elk geval zou het van weinig fatsoen getuigen om de oppositie te muilkorven via zo'n uitgavenplafond van advertenties op sociale media.  Vandaag al worden de uitgaven van de partijen tijdens de verkiezingscampagne sterk aan banden gelegd. Dat speelt vooral in het nadeel van partijen die over het geld beschikken om een dure campagne te voeren. 

Nu zou men nog een stap verder gaan en ook de communicatie buiten de campagne beperken. Dit wringt met het recht op vrije meningsuiting voor politici en partijen. Specifiek voor Vlaams Belang komt daar nog eens bij dat zij hun advertenties moeilijk in de klassieke media kwijt kunnen en dus niet buiten de sociale media kunnen.  

Zo'n beperking is ook een inbreuk op de strategische vrijheid van de partijen om hun middelen te besteden zoals ze willen. Vanuit democratisch oogpunt lijkt het me overigens volstrekt legitiem dat partijen hun centen investeren in communicatie met de burger, ook via sociale media.  Liever dat dan beleggen in vastgoed of aandelen.  

Communicatietroeven

Maar laten we wel wezen: het socialemediavoordeel van de rijke oppositie verzinkt in het niets in vergelijking met de communicatietroeven van de meerderheid. De mainstream media staan overwegend positief tegenover het paars-groene project. Ze zullen de komende maanden ruim baan geven aan de nieuwe en jonge ministers. Daarbij zal het er niet overdreven kritisch aan toe gaan. Paars-groen zal kunnen genieten van een langgerekte honeymoon-periode in de pers, zoals dat ook het geval was met de regering-Verhofstadt in 1999.  

Zelfs los daarvan is de communicatiestrijd tussen oppositie en meerderheid per definitie zeer ongelijk. Regeringspartijen bereiken de burger veel gemakkelijker. Dat is ook logisch. De visie van een minister is nu eenmaal relevanter voor de media en voor het publiek dan die van een oppositielid. Want die eerste heeft de macht om de visie ook te realiseren, de tweede niet.  

"Mededelingen van de regering"

Problematischer wordt het als de regering overheidsmiddelen inzet om politieke propaganda te voeren. Lang geleden maakten ministers soms misbruik van de zogenoemde "mededelingen van de regering" vlak na het BRT-Journaal. Denk aan Wilfried Martens met zijn fameuze metronoom-spotje in de aanloop naar de verkiezingen van 1985.  

Halfweg de jaren 90 werd paal en perk gesteld aan die praktijk.  Als ministers een officiële mededeling willen verspreiden of een voorlichtingscampagne willen voeren, dan moeten ze die eerst voorleggen aan de parlementaire Controlecommissie. Die gaat na of de campagne geen verborgen propaganda is voor de minister.

Sophie Wilmès

Maar wat zien we nu? De ministers blijken het niet zo nauw te nemen met die regels. Zo heeft voormalig premier Sophie Wilmès (MR) tot drie keer toe een officiële videoboodschap over de coronacrisis de wereld ingestuurd, zonder die aan de Controlecommissie voor te leggen. Geen haan die er naar kraaide. Dit zet de deur opnieuw open naar misbruik. De Vivaldiministers kunnen dit dankbaar aangrijpen in hun communicatiestrijd tegen de Vlaams-nationalisten.

Ik vat nog even samen. Regels die de communicatie van de regering aan banden leggen worden laks toegepast. Tegelijkertijd hangen nieuwe regels in de lucht die de communicatie van de oppositie moeten bemoeilijken, onder het mom van de strijd tegen "fake news".  En dat omdat de regeringspartijen te weinig geld hebben om zelf te communiceren, wegens te weinig stemmen. Geef toe, zeer democratisch klinkt het allemaal niet.      

Meest gelezen