Russische journaliste steekt zichzelf in brand na huiszoeking door politie

Irina Slavina werkte als eindredacteur bij Koza Press, een kleine, lokale krant die zichzelf omschrijft als “vrij van censuur en van orders van bovenaf”. 

Een dag voor haar dood schreef ze op Facebook dat speurders haar appartement hadden doorzocht. De agenten zouden op zoek zijn geweest naar informatie over de oppositiegroep Open Russia, die gefinancierd wordt door Kremlin-criticus Mikhail Khodorkovsky. “Ze zochten brochures, flyers, facturen van Open Russia, mogelijk een prent met het gezicht van Mikhail Khodorkovsky”, schreef ze na de inval die donderdag in de vroege uurtjes plaatsvond. “Ik heb niets van deze dingen, maar ze namen mee wat ze vonden - al mijn USB-sticks, mijn laptop, de laptop van mijn dochter, de computer, de telefoons - niet alleen die van mij, maar ook die van mijn man - een stapel notitieboekjes waarin ik tijdens persconferenties dingen neerkrabbelde. Ik blijf achter zonder productiemiddelen.”

Voor ze zichzelf in brand stak schreef de vrouw vandaag op Facebook: “Ik vraag je om de Russische Federatie de schuld te geven van mijn dood.”

Volgens leden van de Russische oppositie werd Slavina onder druk gezet door de autoriteiten. “De voorbije jaren hebben veiligheidsmedewerkers haar onderworpen aan een eindeloze vervolging vanwege haar oppositie”, schreef Dmitry Gudkov, een politicus van de oppositie op Instagram.

Pavel Chikov, hoofd van de internationale mensenrechtenorganisatie Agora, schreef dat de organisatie in het verleden met Slavina samenwerkte nadat de autoriteiten rechtszaken tegen haar aanspanden wegens “gebrek aan respect voor de autoriteiten” en de verspreiding van “fake news”. De organisatie diende namens haar een klacht in bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens, voegde hij eraan toe.