Regering-De Croo krijgt het vertrouwen van het parlement

Applaus op alle regeringsbanken na de vertrouwensstemming in het parlement. ©  BELGA

De kersverse federale regering van premier Alexander De Croo (Open VLD) heeft zaterdagnamiddag in de Kamer het vertrouwen gekregen van de parlementsleden.

ast
Bron: BELGA

Zeventachtig parlementsleden stemden voor, 54 waren tegen en 7 onthielden zich. Na de stemming kregen de nieuwe premier en zijn regeringsploeg een warm applaus.

Het is weinig verrassend dat het een stemming was van meerderheid tegen oppositie. De Vlaams-nationalisten van de N-VA en het Vlaams Belang en de communisten van PVDA stemden tegen.

Veel onduidelijkheden en onzekerheden

De onthoudingen kwamen van CDH en DéFI. Twee oppositiepartijen besloten de nieuwe regering dus niet onmiddellijk voor het blok te zetten. ‘Het is belangrijk dat we eindelijk een regering hebben, daarom zullen wij ons onthouden’, zei Catherine Fonck van CDH. ‘Wij geven u het voordeel van de twijfel.’

Ook DéFI deed dat. ‘Wij zullen ons onthouden, omdat er inderdaad duidelijke sociale vooruitgangen zijn en een staatshervorming die gebaseerd zal zijn op rationele argumenten en niet enkel op identiteit’, zei Sophie Rohonyi. ‘Maar daarnaast zijn er te veel onduidelijkheden en onzekerheden.’

‘Geen mondmasker maar een muilband’

De andere oppositiepartijen haalden zaterdag nog een laatste keer uit naar de zeven Vivaldi-partijen. Peter De Roover, fractieleider van N-VA, focuste daarbij vooral op de geringe input die de ministers gaven in het debat. ‘Ik heb de indruk dat de ministers geen mondmasker droegen, maar een muilband. Ze hebben gezwegen. In 2014 verstopten de regeringsleden, ook de nieuwelingen, zich niet achter de rug van de premier. Als we het hebben over nieuwe politieke cultuur is dit een heel slechte start geweest’, zei hij.

Barbara Pas van Vlaams Belang maakte zich sterk dat we met de regering-De Croo de laatste federale regering zien. ‘Uw regering heeft in Vlaanderen geen democratische legitimiteit. U zegt dat er in deze regering naar elkaar zal worden geluisterd. Wel, het is wraakroepend dat er wel onderling wordt geluisterd, maar dat er niet naar de kiezer werd geluisterd. Hierna is het met België gedaan. Geen avanti, maar finito - en dan kunnen wij eindelijk met Vlaanderen en Wallonië vooruit.’

Raoul Hedebouw van PVDA ging nog een laatste keer in op het vooropgestelde minimumpensioen. Hij rekende voor dat er binnen vijf jaar slechts een concrete verhoging zal zijn van 74 euro. ‘Dat is 5 procent. Als er dan partijen zijn die de bevolking gaan vertellen dat er een verhoging van 20 procent zal komen, is dat een leugen’, hekelde hij.

‘Aanvankelijk een andere meerderheid voor ogen’

Bij de meerderheidspartijen viel uiteraard vooral lof te noteren voor de Vivaldi-regering, al kwam Servais Verherstraeten van CD&V wel nog eens terug op de initiële twijfels van zijn partij. ‘Ja, mijnheer de eerste minister, wij hadden twijfels omdat we aanvankelijk een andere meerderheid voor ogen hadden. Maar als je twijfelt, denk je na en dan bouw je argumenten op. Als je dan vervolgens van koers verandert, doe je dat nadat je de nodige overwegingen hebt gemaakt (...) Gaandeweg hebben wij mogen vaststellen dat er tussen de zeven partijen de wil was om samen te werken.’

Volgens Egbert Lachaert van Open VLD moet er nu wel gewerkt worden aan het vertrouwen. ‘Het vertrouwen in de politiek zal terug moeten opgebouwd worden, na twee jaar stilstand is dat ook niet onlogisch.’ Melissa Depraetere van SP.A beloofde met overtuiging te stemmen ‘voor de keuze om fors te investeren in sociaal beleid, in veiligheid en in een gezonde planeet’.

Met deze stemming wordt een driedaagse opeenvolging van parlementaire debatten afgesloten die uitzonderlijk in de vergaderzaal van het Europees Parlement werden gehouden. Zo konden alle 150 parlementsleden deelnemen met voldoende fysieke afstand van elkaar.

De zeven partijen van de Vivaldi-coalitie (Open VLD, MR, PS, SP.A, Groen, Ecolo en CD&V) vormen voortaan dus ook wettelijk een regering die bekrachtigd is in al haar bevoegdheden, in theorie tot aan de volgende federale verkiezingen in 2024.