Direct naar artikelinhoud
InterviewNobelprijs

Viroloog Johan Neyts: ‘Dankzij winnaars van Nobelprijs voor Geneeskunde is bloed doneren geen Russische roulette meer’

Viroloog Johan Neyts (KU Leuven): 'Harvey J. Alter, Michael Houghton en Charles M. Rice zijn er samen in geslaagd om mensen te genezen van een chronische ziekte. Dat is revolutionair.'Beeld Thomas Sweertvaegher

Dankzij Harvey J. Alter, Michael Houghton en Charles M. Rice kunnen we hepatitis C genezen. Volgens viroloog Johan Neyts is hun Nobelprijs voor Geneeskunde dan ook meer dan terecht. 

Wat voor ziekte is hepatitis?

“Hepatitis is een ziekte waarbij de lever ontsteekt. Ook sommige virussen kunnen hepatitis veroorzaken. In de jaren 70 waren er al twee virussen bekend. Hepatitis A, dat overgedragen wordt via water of voedsel en dat tot een acute ontsteking van de lever leidt. Hepatitis B is een meer chronische vorm die overgedragen wordt door bloedtransfusies. Men was in de jaren 70 al in staat om bloed van donoren te testen op die twee virussen.”

Wat heeft Harvey J. Alter precies ontdekt?

“Alter stelde vast dat mensen die getest werden op hepatitis A en B toch nog een leveraandoening konden krijgen wanneer ze een bloedtransfusie hadden gekregen met bloed dat niet besmet was. Volgens Alter kon dat maar een ding betekenen: er was nog een virus waarop nog niet getest kon worden. Met andere woorden: bloed geven was vroeger zoals Russische roulette. Je kon zonder het te weten hepatitis C oplopen. Het kan ook seksueel worden overgedragen, maar minder dan hepatitis B. Maar bijvoorbeeld een tatoeage of een piercing plaatsen met materiaal dat niet goed ontsmet is, kan er ook voor zorgen dat hepatitis wordt overgedragen.

“Het is Michael Houghton die eind jaren tachtig de genetische code van hepatitis C ontdekt heeft. Dat was een enorme doorbraak. Tot dat moment sprak men nog over non-A, non-B hepatitis. Uiteindelijk heeft het nog tot 1992 geduurd vooraleer de methoden om bloed te testen op punt stonden. Vanaf dat moment werd het dus een stuk veiliger om bloedtransfusies te doen. De ziekte kan 10 tot 20 jaar in een lichaam sluimeren zonder dat je beseft dat je ziek bent.”

Een ziekte opsporen, betekent nog niet genezen.

“Klopt. Hepatitis C groeit, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Sars of Covid-19, heel moeilijk in een labo. Maar als je wil weten hoe een virus zich gedraagt, om het uiteindelijk te kunnen stoppen, wil je kunnen experimenteren in het labo. Eigenlijk zou Ralf Bartenschlager, viroloog aan de universiteit Heidelberg, ook de Nobelprijs moeten winnen. Net zoals Charles Rice ontwikkelde hij methodes om het virus te kweken in het laboratorium. Dat was essentieel om virusremmers te ontwikkelen. Sinds 2014 bestaat er krachtige en veilige medicatie die toelaat om mensen met chronische hepatitis C-ziekte te laten genezen van de infectie. Dat is revolutionair.”

Kunt u dat concreter maken?

“Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie hebben 71 miljoen mensen, dat is 1 procent van de wereldbevolking, last van hepatitis C. Die sluimerende, chronische ziekte kan leiden tot leverfibrose en levercirrose en ook leverkanker. In 2016 overleden nog 400.000 mensen aan de ziekte. Dankzij de therapie kan 95 procent van de patiënten binnen de acht tot twaalf weken genezen door dagelijks één of twee pilletjes te nemen.”

Is er zicht op een vaccin voor hepatitis C?

“Er zijn vaccins voor hepatitis A en B, maar nog niet voor C. Ik heb het voorbeeld van hepatitis C en hiv regelmatig gegeven in de context van corona-interviews. Voor sommige virussen lukt het vrij makkelijk om vaccins te maken, voor andere virussen blijkt dat bijzonder moeilijk.”