Direct naar artikelinhoud
ReportageMexico

Hopen op schedel onder het zand: deze Mexicaanse vrouwen zoeken hun door kartels gedode mannen zelf

Moeder en dochter Acosta rusten even uit tegen hun pick-uptruck. Ze zijn op zoek naar hun zoon en broer Fernando, die negen maanden geleden verdween.Beeld Alejandro Cegarra

Ze worden in Mexico de speurders van El Fuerte genoemd, de vrouwen die met prikkers, harken en schoppen in veldjes op zoek zijn naar de lichamen van hun dierbaren. Vermoord door drugskartels, die meedogenloos hun imperiums beschermen. Maar de vrouwen geven niet op. ‘Ik zal zoeken tot ik je vind.’

Dertien vrouwen zoeken een schat in Sinaloa, Mexico. Ze hebben een schatkaart. Daarop staat in simpele lijnen een veldje met koeien, een weg, een brug, een sloot, een weiland met sesamplanten en een autoband. Naast de band is een kruis getekend. Graaf hier en je vindt de schat: een lichaam in staat van ontbinding.

Mirna Nereida Medina (50) wijst naar een berm van zand tussen een weiland en een sloot. “Hier moet het zijn.” Op Medina’s aanwijzing steekt Juana Antonia Escalante een ijzeren prikker een halve meter de grond in. Ze trekt het gereedschap uit de aarde en brengt de punt naar haar neus. Ze schudt van nee, dit ruikt niet naar de dood. De priemen dienen als stalen wichelroedes voor de zoekende vrouwen – dertien moeders, zussen en echtgenotes van verdwenen mannen. Als de stang naar ontbinding ruikt, kan de schop in de grond.

Soledad Pérez Leon kijkt naar en ruikt aan de ijzeren prikker voor sporen. Op een dag hoopt ze haar zoon Miguel Angel te vinden.Beeld Alejandro Cegarra

Sinds oud-president Felipe Calderón in 2006 de oorlog verklaarde aan Mexico’s drugskartels en het bloed begon te stromen als nooit tevoren, is het nationale register van verdwenen personen met meer dan 70.000 mensen gegroeid. Het uitdijende register is de voorlopige laatste rustplaats van mensen die niet terugkwamen. Nog veel meer Mexicanen werden in de afgelopen veertien jaar ontvoerd en doken weer op, vaak dood, soms levend. 

De coronapandemie heeft de dynamiek van geweld in Mexico veranderd maar niet verminderd. Net als andere commerciële sectoren lijdt de drugshandel onder de wereldwijde reisbeperkingen. De aanvoer van chemicaliën uit Azië voor de productie van de populaire drug crystal meth stokte. De binnenlandse markt werd belangrijker. In die context van schaarste voeren de kartels een bloedige strijd om territoria en handelsroutes. In de eerste zes maanden van dit jaar zijn 18.000 moorden gepleegd, een recordaantal.

De speurders van El Fuerte

Las Rastreadoras del Fuerte, de speurders van El Fuerte, vernoemd naar een regio in de noordwestelijke deelstaat Sinaloa, is een van de vele collectieven in Mexico die op eigen houtje zoeken naar verdwenen familieleden. Het falen van de overheid om de verdwijningen op te helderen komt tot uiting in een wet die particulieren toestaat zelf in de aarde te spitten naar lichaamsresten. Pas als je op een lijk stuit, of een haastig gegraven massagraf, ben je verplicht de politie te bellen.

De energieke Medina leidt de Rastreadoras. Ze draagt een groen shirt met op de achterkant de opdruk Promesa cumplida, ‘Belofte vervuld’. In 2014 verdween haar zoon en begon zij met zoeken. Drie jaar later vond ze een deel van de schedel en een paar botten van Roberto, die nooit ouder werd dan 21.

Tijdens haar zoektocht sloten andere vrouwen met vermiste familieleden zich bij haar aan. De groep groeide uit tot een paar honderd deelnemers, voornamelijk vrouwen. Elke woensdag en zondag gaan de Rastreadoras op pad. Vier van de vijf keer trekken ze tips na, vaak met succes. In zes jaar tijd vonden ze 207 lichamen. Maar niet alle tipgevers zijn te vertrouwen, geregeld willen ze geld in ruil voor informatie.

Ook vandaag zoekt Medina naar aanleiding van een anonieme tip: naast het veld nabij het dorpje Jahuara zou een lichaam zijn begraven. Dus staan de ongetrainde detectives langs een sloot met industrieel afvoerwater te porren in de droge grond, aan de horizon steken bergen uit het vlakke land. Het is 11 uur ’s ochtends en de zon brandt met 40 graden op hun petten en hoeden. Elke inspanning gaat gepaard met gutsend zweet. In de achterbak van Medina’s Ford-pick-up drijven flessen frisdrank en energiedrankjes in een koelbox met water dat een uur geleden nog ijs was.

“We zoeken schatten”, zegt Medina. “Zo noemen we onze vermisten. Niet iedereen begrijpt ons. We zijn vies, we stinken naar de dood, zeggen ze. Maar voor ons ruikt de dood als een zoete wierook, het is de geur van hoop, van een persoon die terugkeert naar huis.” Zij vond haar zoon, maar zoekt verbeten door. Het is een roeping en een verslaving geworden. De andere vrouwen beamen: het schatgraven is bevredigend, het helpt tegen de pijn.

Een poster met vermisten in het kantoor van de ‘Rastreadoras’.Beeld Alejandro Cegarra

Deze week is het twee jaar geleden dat Juana Escalante (50) haar zoon Adrián Humberto voor het laatst zag. De 27-jarige Adrián bracht een pakje sigaretten naar een vriend een paar huizen verderop. Escalante hoorde de schoten maar kwam te laat, in de verte verdween een auto. Adriáns bloed zat op een paal. Escalante heeft hem nog niet gevonden en draagt daarom een wit shirt met de tekst: ‘Ik zal zoeken tot ik je vind’.

Ze toont een foto van een knappe jongen met glimmende lokken. “Hij kon een uur voor de spiegel staan, elk haartje moest goed zitten.” Hij rookte marihuana, vertelt ze, maar met mate. “Ik heb nooit klachten over hem gekregen. Zijn enige zwakte waren de vrouwen, zijn grote hobby. Hij trouwde, kreeg een kind en ging toch weer achter andere vrouwen aan.” Escalante hunkert ernaar haar zoon een waardig graf te geven, een plek waar ze hem kan bezoeken. “In mijn hart weet ik dat hij dood is.”

Drugskartels

Circa acht grote criminele organisaties, waaronder het Sinaloa-kartel, domineren de drugshandel in vrijwel alle 32 deelstaten van Mexico. In een aantal staten zijn de kartels machtiger dan de staat en voegt het leven zich naar de onverbiddelijke willekeur van de drugsbazen. In Sinaloa verdwijnen vooral mannen tussen de 15 en 35 in ondiepe kuilen. Moeders en echtgenotes blijven achter met het lege waarom en de pijn. Iedereen in Sinaloa weet hoe het werkt, achteraf heeft nooit iemand iets gezien.

Zo’n 80 procent van de slachtoffers gebruikte of handelde in drugs, vertelt Medina. Anderen hebben botte pech. De kartels regeren door angst te zaaien, en vergelden kleine vergrijpen met grote straffen. Een ruzie met een andere straathandelaar, het kopen van een dosis crystal van de verkeerde bende, of gewoon op de verkeerde plek zijn – het kan genoeg zijn om nooit meer terug te keren.

Medina loopt langs de zandberm en roept haar orders. “Hier de peilstok in de grond!” De vrouwen snuiven gehoorzaam aan de punten van de wichelroedes. Niets. De tipgever stuurde via WhatsApp een getekend kaartje dat veel te wensen overlaat, de brug staat overdwars en autobanden liggen hier om de paar meter te verpieteren in de zon. Waar de berm eindigt en het zandpad afslaat, daar moet het zijn. Medina weet het zeker.

Maar haar team is toe aan een pauze. De speurders zijn veelal vrouwen in de 50 en 60, weliswaar met een ijzersterke wil maar ook met grote buiken en zwakke knieën. Het gereedschap gaat terug in de pick-up, drie grote auto’s stuiven door het zand naar een lunch in de schaduw. Tijdens het eten begint Medina een Facebook Live-uitzending. “Vertel ons over je schat”, vraagt ze aan de vrouwen. En aan de kijkers: “We krijgen vaak tips. Als je iets weet of hebt gezien, deel het met ons.”

De loze belofte

President Andrés Manuel López Obrador (‘AMLO’) beloofde een eind te maken aan de bloedige oorlog tegen de kartels. “Knuffels, geen kogels”, verkondigde hij tijdens zijn campagne in 2018. Hij beloofde verandering door ontwikkeling, onderwijs en infrastructuur te brengen naar de armste regio’s van Mexico. Maar 2019, zijn eerste jaar, werd met bijna 36.000 moorden een van de meest gewelddadige jaren. 2020 ligt op dezelfde koers, ondanks maanden waarin een groot deel van de bevolking binnen schuilde voor de pandemie.

De ‘narco’ laat zich niet knuffelen, ook niet door een president van links-populistische snit. López Obradors nieuwe politie-eenheid, de Nationale Garde, arresteerde in oktober vorig jaar Ovidio Guzmán, de zoon van ‘El Chapo’, baas van het Sinaloa-kartel die sinds 2017 vastzit in de VS. Het kartel sloeg ongenadig hard terug. Honderden gewapende narco’s namen de lokale hoofdstad Culiacán over en openden het vuur op de politie, zeker acht mensen kwamen om. De president droop af: hij liet zoon Guzmán vrij om meer bloedvergieten te voorkomen. Dit voorjaar tekende López Obrador een wet die het leger meer bevoegdheden geeft om de binnenlandse veiligheid te handhaven.

Zilveren D

In de namiddag verdrijft een verkoelende wind iets van de hitte in Sinaloa. Gele vliegtuigjes sproeien pesticiden over de velden. “Kom eruit, jongen. We zijn voor jou gekomen”, zegt Medina tegen de hoop zand onder haar voeten. Dit is de plek die het meest lijkt op het kruisje op de kaart. De vrouwen graven en harken, schoppen en prikkers gaan de grond in, machetes hakken planten weg. Vanonder het zand verschijnen stukken plastic, een koffiekop, een binnenzooltje van een schoen, een draad. “Van een shirt”, zegt Medina. “Kom kind, laat je zien.”

De 64-jarige Carmen Rosas met de stramme heupen blijft doorgraven tegen de waarschuwingen van haar vriendinnen in. “Carmen werkt alsof ze ervoor betaald wordt”, roept Dulce, die toekijkt vanuit de schaduw van een Chevrolet Tahoe-terreinwagen. “God zal me betalen”, reageert Rosas. Ze draagt een groen shirt: Belofte ingelost. Ze sloot zich aan bij de Rastreadoras nadat vijftien maanden geleden het lichaam van haar zoon werd gevonden.

Zilveren D
Beeld Alejandro Cegarra

Dulce Barreras Valenzuela (37) heeft een zilveren M om haar nek, het tweede initiaal van haar man Francisco Moisés. Vijf jaar geleden verdween hij. Ze hoopt ooit de glimmende D te vinden die hij droeg. “Op straat was hij een baken van licht, thuis was hij somber. Hij had schulden.” Ze wijst naar de weg aan de overkant van de sloot. “Er zijn vandaag veel sicarios langsgekomen (huurmoordenaars/kartelleden, red.). Ze wisselen elkaar af tijdens de wacht. Ik herken ze aan hun nieuwe auto’s.”

De zandhoop krimpt maar geeft geen schat vrij. Steeds meer vrouwen staken het werk en zoeken de schaduw van de SUV. “Als er een lichaam onder had gelegen, hadden we nu wel een hand gevonden of een paar botten”, zegt iemand. Bekertjes koud water gaan rond, een haan luidt kraaiend de avond in. Ook als je niets vindt, heb je toch gezocht, zegt Escalante. De Rastreadoras verzamelen harken, schoppen en prikkers en klimmen in hun auto’s. Medina kijkt nog eens om naar de afgegraven berm. “We komen voor je terug, kind.”