Direct naar artikelinhoud
InterviewVictor Dauginet

‘De miljarden die door de handen van politici passeren, worden niet professioneel beheerd’

Victor Dauginet: ‘Mijn prioriteit zou zijn om de armoede aan te pakken. Na deze oefening moeten economen de effecten berekenen en erop letten dat de last terechtkomt daar waar het de bedoeling was.’Beeld Tine Schoemaker

Het regeerakkoord wijdt drie pagina’s aan eerlijke fiscaliteit. Vooral de bijdrage van de sterkste schouders springt in het oog, al blijft de uitwerking nogal vaag. De bekende fiscalist-advocaat op rust Victor Dauginet waarschuwt voor een ‘zoveelste blunder’ en legt de lat hoger: een volledige herziening van de fiscale wetgeving.

Victor Dauginet (71) werd als advocaat zowel gevreesd als gerespecteerd. Hij lag mee aan de basis van de eerste regularisatie van zwarte vermogens (eenmalige bevrijdende aangifte) en trad op in mediagenieke dossiers als Optima en dat van Karel De Gucht in zijn strijd met de Bijzondere Belasting Inspectie (BBI). Hoe leest hij het regeerakkoord op het vlak van fiscaliteit? 

“‘De overheid zal streven naar een eerlijke bijdrage van die personen die de grootste draagkracht hebben om bij te dragen’”: met die zin kan je alle kanten uit, zegt Dauginet. “Maar één ding weet ik wel, ‘rechtvaardige fiscaliteit’ is een eufemisme voor meer belastingen, te halen bij diegenen die flink gewerkt, gespaard en belegd hebben. Zeg maar de gelukkigen die zich een zekere onafhankelijkheid kunnen permitteren.” Volgens de advocaat kan men moeilijk spreken over een evenwichtige fiscaliteit als niet het hele plaatje wordt bekeken. “Door de gigantische koterij heeft niemand nog een klaar antwoord op de vraag hoe rechtvaardig onze fiscaliteit is. We zijn het meest herverdelende land in Europa, zegt men. Dat zegt iets, maar tegelijk niks. Hoe verloopt die herverdeling, wie verdeelt aan wie? Wat wel eenvoudig vastgesteld kan worden zijn de snel oplopende tarieven in de personenbelasting, zeker vergeleken met de ons omringende landen.” 

Het is een stokpaardje van de fiscaal expert. De basiswet – uit 1962 – die ons belastingsysteem omvat, zat vrij goed in elkaar. Maar hij is inmiddels tot op de draad versleten, door de veelvuldige aanpassingen en de ‘verziekte impact’ van allerlei lobby’s. “Leg bijvoorbeeld maar eens uit waarom een succesvolle kmo haar belastingen zwaar mag drukken door te investeren, via de tax shelter, in de gamingindustrie. Het is dus nonsens om te spreken over een faire fiscaliteit in deze context.”

De contouren van waar de regering aan denkt, tekenen zich intussen wel af. Een specifieke bijdrage van de 1 procent rijksten. “Mensen die bijvoorbeeld voor meer dan 1 miljoen euro speculeren, volgens mij kan je daar een bijdrage aan vragen voor de heropbouw na de coronacrisis”, zei Open Vld-voorzitter Egbert Lachaert in deze krant (DM 3/10). Aan de aandelen op naam en de effecten op naam wordt niet geraakt: dan zit je in de zakken van spaarders, klonk het.

“Er is een fundamenteel wantrouwen tussen de fiscus en de burger”, zegt Dauginet. “De miljarden die door de handen van politici passeren, worden niet professioneel beheerd en veel bijkomende belastingen zouden onnodig zijn wanneer beter op de kleintjes gelet zou worden. Daarom moet de regering-De Croo niet te fel rekenen op een gevoel van solidariteit van de meer gegoeden.”

Waarmee Dauginet niet gezegd wil hebben dat grote vermogens of multinationals niet moeten bijdragen. “Ik ben een groot fan van Margrethe Vestager, die als Europees commissaris voor Mededinging de waanzinnige excess profit rulings aanpakte, een mooie term voor belastingontduiking. De kassierster in de Aldi betaalt de volle pot, de miljardairs-eigenaars ontsnappen. Die regels zijn in mijn ogen ethisch totaal verwerpelijk.” Ook de grote vermogens gebruiken vluchtroutes die voor Dauginet “hemeltergend” zijn. Alleen is België een klein land en is een kapitaalvlucht makkelijk. “Men wordt een non-resident in het Verenigd Koninkrijk, of zet zijn domicilie op de villa aan het meer van Genève, en je hebt geen enkele grip.”

Nieuwe problemen

Daarom pleit Dauginet ervoor om het fiscaal beleid doordacht te herschrijven, met een duidelijk doel voor ogen. Wat wil je bereiken, en hoe? “Mijn prioriteit zou zijn om de armoede aan te pakken. Na deze oefening moeten economen de effecten berekenen en erop letten dat de last terechtkomt daar waar het de bedoeling was. Uit het buitenland kunnen we veel leren en ook de Europese wetgeving kan als inspiratiebron gelden. De oefening van het in mekaar steken van een nieuwe fiscale wetgeving is dus veel complexer dan een jobke voor de Hoge Raad voor Financiën waar wellicht weer kortzichtig, politiek geruzied wordt.”

Toch wil de overheid snel klaarheid scheppen en tegen de eerstvolgende begrotingscontrole, binnen zes maanden, een voorstel klaar hebben. “Ik ben van oordeel dat het een zoveelste blunder zou zijn om nu een omstreden en wellicht tot mislukken gedoemde bijkomende belasting in de wetgeving op te nemen”, repliceert Dauginet, die verwijst naar het Grondwettelijk Hof dat al verschillende keren de politici terugfloot. “Men leert het niet, het wordt enkel erger. Technisch lijkt het perfect mogelijk om de effectentaks in ere te herstellen. (Dat was een, door het Hof vernietigde belasting van 0,15 procent voor wie minimum 500.000 euro op een effectenrekening had staan, LID). Ook een radicale vermogensbelasting is technisch mogelijk. Maar het zou zoveel beter zijn om voor één keer het werk niet overhaast maar grondig te doen. In plaats van onmiddellijk een reeks politieke en belastingtechnische problemen te scheppen, gevolgd door procedures en nog maar eens jarenlange onzekerheid.”