Direct naar artikelinhoud
Reportage

Het slopende gevoel na de positieve test: ‘Ik ging twee weken in quarantaine en heb niemand iets gezegd’

Het slopende gevoel na de positieve test: ‘Ik ging twee weken in quarantaine en heb niemand iets gezegd’
Beeld Elise Vandeplancke

Corona­patiënten hebben heel wat onder de leden. Hoesten, koorts, kort­ademigheid... Maar ze hebben ook last van gevoelens van schuld en gêne. ‘Ik heb mijn positieve resultaat met niemand gedeeld.’ 

Tegen wil en dank heeft het voorbije half jaar ons heel wat over onszelf geleerd. Ik ben te weten gekomen dat chronische paniek bijzonder veel weg heeft van de standaard-covid­symptomen. Het begon met spanningshoofdpijn die me overviel tijdens de auto­rit van mijn oranje reisbestemming huiswaarts. Met de laptop op mijn trillende knieën maakte ik een afspraak in een Antwerps testdorp.

“Jij zult het toch wel niet hebben, jij bent super­voorzichtig”, kreeg ik te horen van vrienden. Het klopt dat ik de voorbije weken niet heb geschuurd met wild­vreemden Ik shop mezelf failliet aan ‘toffe mondmaskers die toch mijn jukbeenderen nog laten zien en een statement maken maar niet op een lullige manier’ en mijn handen vervellen van het vele wassen.

Maar heb ik er alles aan gedaan om besmetting en verspreiding te voor­komen? Ik denk terug aan het pak pretzels dat ik in het tank­station in mijn handen had, en toen terug in het rek legde toen ik een betere auto­snack had gespot. Aan het bootje dat we hadden gehuurd, waarvan het stuur ontsmet werd, maar de zitjes en de versnellings­pook niet. De pintjes van de drukke strandbar die ik onnadenkend aan mijn lippen zette, het smeltende ijs dat ik van mijn vingers likte.

In de uren na het afnemen van de test kreeg ik het gevoel alsof iemand op mijn borstkas stond. Ik had nog steeds knallende hoofdpijn. Ik was duizelig en kort­ademig. En ik was er zeker van: ik had geleefd, en nu zou ik sterven.

Er wordt (terecht) ontzettend veel geschreven over de fysieke gevolgen van een covid­besmetting, over de mentale impact van de isolatie en de financiële onzekerheid die een quarantaine en een globale pandemie met zich meebrengen. Maar op de lawine van schaamte en schuldgevoel die me overviel terwijl ik de resultaten van mijn test en opvolg­test afwachtte, was ik niet voorbereid. Ik kromp in elkaar wanneer ik me inbeeldde hoe ik de uitbater van dat schattige hotelletje nabij Varese moest bellen om te vertellen dat hij de keet kon sluiten voor de laatste goede weken van het seizoen. Hoe ik mijn boven­buurvrouw, die in de zorg werkt, buitenspel zette omdat we een trapleuning delen; hoe ik de mensen uit mijn bubbel aan hun zetel zou kluisteren.

En dat zijn dan nog maar de sociale en economische ongemakken. Wat als ik een van die mensen (of by proxy: hun ouders) ziek heb gemaakt? In mijn hoofd schuifelde ik al schoorvoetend het soort walk of shame die ik sinds die ene chlamydia­besmetting in mijn studententijd niet meer had moeten afleggen.

Ik zocht troost in de virtuele vergaarbak waar iedereen zijn emoties te grabbel gooit in de hoop ermee te scoren. Op Twitter bleken heel wat mensen mijn gevoel te herkennen. Laurent (40) liet zich testen omdat een van zijn collega’s besmet was. “Ik was aanvankelijk niet bang voor het resultaat. Ik ben altijd voorzichtig geweest. Ik zag de test als een verplicht nummertje.”

Maar toen kwam dat gevreesde telefoontje, en mochten Laurent en zijn gezin in quarantaine. “Pas toen is alles gaan malen. Waar was ik geweest? Wie had ik besmet? Mijn familie telt enkele risico­patiënten. Had ik ze, via mijn echtgenote die net voor de test nog contact met hen had, besmet? Mijn kinderen spelen op school met kinderen van mensen uit de zorg - wat als zij drager bleken? Hoe meer ik erbij stilstond, hoe groter de olie­vlek aan besmettingen.

“Uiteindelijk wisten we drie dagen na het vernemen van mijn resultaat dat mijn vrouw en kinderen negatief testten en dat de besmetting allicht bij ons zal stoppen. Maar die lange doorlooptijd is slopend. Ik voelde me ook schuldig omdat ik toch ergens iets deed om besmet te raken, ondanks het idee dat ik voorzichtig ben geweest.”

Ook Margot (25) ervoer het schuldgevoel als slopender dan haar symptomen. Zij was een van de vele Antwerpse jongeren die deze zomer besmet raakten. “Ik kreeg meermaals de vraag: hoe heb je het opgelopen? Op Instagram zag ik vaak boodschappen als ‘niet moeilijk dat er een tweede golf is, blijf gewoon binnen’. Ik voelde mij een beetje aangevallen, terwijl ik ook wel wist dat het iedereen kan overkomen.

Laurent (40): ‘Na de positieve test is alles beginnen malen. Waar was ik geweest? Wie had ik besmet? In de familie zitten risico­patiënten... De olie­vlek werd almaar groter.’Beeld elise vandeplancke

“Ik heb het gevoel dat er in maart veel medelijden was met covid­patiënten en dat er nu meer met de vinger wordt gewezen als je ziek bent, want dan ben je waarschijnlijk niet voorzichtig genoeg geweest. Zeker omdat het vooral jongeren zijn die nu ziek zijn, ‘en die gaan vaak op café dus die hebben het zelf gezocht’. Gelukkig reageerden mijn vriendinnen wel heel lief. Toch kon ik pas echt rusten toen ik zeker wist dat ze allemaal negatief hadden getest, dat ik niemand had besmet.”

Aan klinken likken

Er is heel wat veranderd in hoe we Covid-19 benaderen en bespreken. Toen het nog maar net ons land op stelten zette, waren de mensen die het nieuwe, onbekende virus onder de leden hadden gekregen ‘patiënten’. Vandaag spreken we van ‘gevallen’, van ‘cases’, van (mother­fucking) super­spreaders. We weten dankzij de tomeloze inzet van de wetenschap veel meer over de overdracht van het virus, en hoe we die overdracht tegen kunnen gaan. Dus wie nu besmet raakt, is onvoorzichtig geweest, lijkt het wel.

In de dagen die ik doorbracht in de wachtkamer van paniek, stelde ik me voor hoe mijn omgeving zou reageren. Vol mede­leven, allicht, maar met een licht wantrouwige ondertoon in hun stem. Hoezo? Heb je niet gecheckcheckcheckt? Ik wou dat ik de voorbije dagen met een GoPro had rondgelopen, zodat ik mijn resultaten kon aankondigen middels een langspeelfilm die duidelijk zou moeten maken dat ik niet de lul ben die lockdown­feestjes heeft gegeven, die aan deurklinken likt of die nog steeds mensen opzij-elleboogt in de bakkerij­afdeling voor de laatste pistolets. Dat ik mijn handen was, in onschuld en in Dettol.

“Ik voel een shift van ‘iedereen kan ziek worden’ naar ‘die persoon zal het wel zelf gezocht hebben’”, zegt Lauren (31). “Typisch menselijk, denk ik, want het geeft ons een gevoel van controle.”

Lauren onderging een test omdat ze zeker wilde zijn dat ze haar vader, die ze geregeld naar zijn chemo­therapie reed, niet kon besmetten. Ze lijdt zelf aan een auto-­immuun­ziekte waarvan de symptomen bijna gelijkaardig zijn aan die van covid. “Ik had dus wel wat stress en schaamte voor de uitslag, ook al bleek die later negatief. Ik was de week ervoor nog naar Venetië gereden. In mijn eentje, ik had altijd afstand gehouden, de besmettingen stonden op het laagste punt ooit en Italië was een groene zone. Toch dacht ik dat mensen me zouden veroordelen als ik covid had gehad.”

Frappant: zelfs wanneer patiënten netjes hun quarantaine uitzitten, stappen ze toch met lood in de schoenen weer de wereld in, getuigt Margot. “Ik voelde mij een beetje ‘vies’. Zo was ik aan het daten met iemand, en toen ik uit quarantaine mocht, stuurde ik hem dat ik hem weer kon zien. Hij vroeg meteen of ik me al een tweede keer had laten testen. Ik had het gevoel dat iedereen wat bang was voor mij en voelde mij een beetje zoals een lepra­patiënt”, lacht de twintiger.

Op zich is het niet zo gek dat je omgeving achteruit deinst wanneer je meedeelt dat je een ontzettend besmettelijke ziekte achter de kiezen hebt. Dat zit zelfs in onze natuur, bewezen Australische wetenschappers in een artikel dat vorig jaar werd gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Philosophical Transactions of the Royal Society A. Ook in het dierenrijk worden zieke dieren vermeden door soortgenoten. Primatoloog Jane Goodall stelde vast hoe een groep chimpansees een aap met besmettelijk virus grotendeels links liet liggen, om zichzelf te beschermen. Sommige diersoorten verstoten zieke soortgenoten zelfs definitief uit de groep. “Ook mensen met besmettelijke ziekten worden al eeuwenlang uitgesloten”, zegt evolutionair psycholoog Joshua Tybur van de Vrije Universiteit Amsterdam aan Het Parool. Hoe vreselijk ook, daar is een verklaring voor: het zorgt ervoor dat niet nog meer mensen ziek worden. Maar die sociale uitsluiting kan ook doorschieten.”

Net om die sociale uitsluiting te vermijden, gaan mensen testresultaten verzwijgen of zelfs vermijden. “Ik deed een test omdat ik last had van een loopneus en een hoest”, vertelt Mathias (29) “Ik durfde pas vertellen dat ik een test gedaan had toen ik zeker wist dat die negatief was.”

Bekentenissen

“Het is niet zozeer de schaamte om besmet te zijn, maar meer wat een positieve test allemaal teweeg kan brengen”, beaamt dokter Roel Van Giel, voorzitter van huisartsen­vereniging Domus Medica. “Daardoor merken we wel wat twijfel op om een test te laten afleggen. ‘Moet ik mijn omgeving nu al contacteren?’, vragen ze dan bijvoorbeeld wanneer we zeggen dat een test toch aangewezen is. Ze zien op tegen de quarantaine, en om anderen te moeten zeggen dat ze in quarantaine moeten. Zeker om het aan de werkvloer mee te delen is er aarzeling.”

Het is opvallend dat iedereen die ik spreek benadrukt dat ze de maatregelen niet met de voeten hebben getreden, en zelfs heel voorzichtig zijn geweest. “Dat is logisch”, zegt Van Giel, want mensen die de maatregelen naast zich neerleggen, zullen zich er ook weinig van aantrekken dat ze besmet zijn. “Ik denk wel dat we op een punt in de epidemie zijn gekomen dat je geen uitzondering meer bent wanneer je besmet bent geraakt”, zegt de arts. “Je merkt ook dat het virus zich vooral verspreidt waar er mensen bij elkaar zijn, dus dat de kans groot is dat je, als je besmet bent, zelf ook mensen kent die besmet zijn.”

Het voelt inderdaad tegenstrijdig om zoveel bekentenissen van schuld of schaamte op te tekenen. In de afgelopen week kregen op dagbasis gemiddeld 2.915 mensen een positief testresultaat. Op maandag werden er zelfs 4.601 nieuwe besmettingen geteld. De cijfers zijn de voorbije tijd zo hard de hoogte in geschoten, dat het wel lijkt alsof niemand nog schroom of angst heeft voor het virus. Bovendien loop je met het hoge aantal besmettingen ook exponentieel meer kans om zelf stoemelings besmet te raken.

Niet of, maar wanneer

“Sinds 1 september zeggen mijn collega’s en ik dat het geen kwestie is van óf we corona zullen krijgen, maar eerder wannéér we het gaan krijgen”, vertelt Diede (26), die in het onderwijs staat. Zij liet zich testen toen leerlingen van haar besmet bleken. “Toch was ik ergens in shock toen de dokter me belde met het positieve resultaat. Ondanks dat je meer en meer mensen kent die het hebben gehad, denk je ergens dat het jou niet overkomt.”

Diedes collega’s reageerden allemaal begripvol, maar in haar omgeving merkte ze wel verbazing. “Er volgt toch bijna meteen de vraag: ‘Allez, draag jij dan geen mondmasker?’ Dat is ontzettend lastig. Mijn bubbel bestond uit twee personen, terwijl sommigen uitgebreid gingen feesten. Ik droeg een masker en handschoenen, was voorzichtig en ik kreeg het toch. Dat op zich is al vervelend, maar dat men je dan nog eens voor onbezonnen aanziet, is extra onaangenaam.

“Mensen willen ook altijd weten waar of van wie je het kreeg. Alsof je dat ooit met zekerheid kunt zeggen. De mens zal altijd wel een zondebok willen aanduiden voor dingen die ze niet kunnen vermijden.”

“De manier waarop een maatschappij naar een ziekte kijkt, beïnvloedt hoe een besmet persoon zich voelt en gedraagt”, weet dokter Grania Brigden, directeur bij de Internationale Unie tegen Tuberculose en Longziekten. “Wanneer een ziekte gepercipieerd wordt als iets om je voor te schamen of iets wat ‘je eigen schuld is’, dan lopen patiënten het risico op zelf-stigmatisatie.”

Stigma is wat we ervaren wanneer je met de vinger gewezen wordt omdat je besmet bent geraakt. Zelf-stigma is de schaamte die je ervaart bij het besmet zijn met een ziekte waarvan men waant dat die controleerbaar is, door bijvoorbeeld een condoom te dragen, handen te wassen...

Stigma

“Stigma of zelf-stigma verkleint de kans dat mensen met symptomen zich zullen laten testen of verzorging zullen zoeken, dat hebben we gezien in het gevecht tegen tuberculose en hiv”, schrijft dokter Brigden in een analyse voor NBC. “Dat stigma drijft kwetsbare groepen naar de underground, reduceert de impact van preventie­maatregelen en zal er op de duur ook enkel voor zorgen dat er meer besmettingen plaats­vinden.”

Om die stigmatisering tegen te gaan heeft de Wereld­gezond­heids­organisatie (WHO) een taalgids uitgewerkt voor media die berichten over het corona­virus. Daarin staat onder meer dat woorden met een negatieve bijklank, zoals ‘covid-suspect’ en ‘super­spreader’, vermeden moeten worden, en dat regelmatig gewezen moet op hoe besmettelijk de ziekte nog steeds is.

Grania Brigden (Internationale Unie tegen Tuberculose en Longziekten): ‘Zelf-stigma verkleint de kans dat mensen met symptomen zich zullen laten testen of verzorging zoeken. Dat zien we ook bij tbc en hiv.’Beeld Elise Vandeplancke

Bij onze noorderburen wil de imam van de Blauwe Moskee in Amsterdam een einde maken aan het heersende taboe. “Mensen bellen me: ik heb corona, maar alsjeblieft, vertel dit aan niemand, hou het voor je”, vertelt Yassin Elforkani aan de Volkskrant. Aan het begin van elk vrijdaggebed roept hij nu op om de schaamte te doorbreken. Heel veel mensen houden zich nochtans netjes aan de regels, benadrukt hij. Anderzijds zijn er ook families van tien man die op tachtig vierkante meter bij elkaar leven. “Dit is zeker geen islamprobleem. Het is iets cultureels. Het is een cultuur met een collectief karakter waarin mensen graag en in groten getale bij elkaar komen. En waarin ze niet aangewezen willen worden als schuldige.”

Niet iedereen is blij met Elforkani’s oproep. “Sommigen zeggen me: moet je dit nu zo naar buiten brengen? Straks zegt Geert Wilders dat we niet deugen. Maar Wilders kan me niet schelen. Het gaat me om de samenleving.”

“Het is absoluut niet de bedoeling dat mensen die besmet zijn zich schamen”, benadrukt ook dokter Van Giel nog eens. “Iedereen kan het oplopen, zelfs als je de maatregelen volgt, ben je niet 100 procent gevrijwaard. De maatregelen die genomen worden, zijn vooral om verspreiding op populatie­niveau tegen te gaan, daarom dat we ook nooit een beschuldigende vinger naar het individu mogen uitsteken.”

Het is ook daarom dat er bij het ontwikkelen van de contact­tracing geen sanctionerend beleid aan gekoppeld werd, omdat dat een stigma in de hand kan werken. “Het is belangrijk dat mensen zo eerlijk mogelijk kunnen zijn, tegen ons, maar ook tegen hun omgeving. Dat is nodig om deze epidemie onder controle te krijgen”, zegt Van Giel.

Duizend keer sorry

“Toen iemand uit mijn omgeving besmet bleek, was ik best wel boos op mezelf”, vertelt Tess (29). “Dat was in de periode van de bubbel van 15. Ik heb nooit zoveel mensen gezien, omdat het wrang aanvoelde, maar ik zag wel beduidend meer mensen dan ervoor.

“Toen ik die allemaal contacteerde omdat het kon zijn dat ik besmet was, heb ik duizend keer sorry gezegd. Ik voelde me heel schuldig. Niemand was gelukkig boos, iedereen was heel begripvol. ‘We weten allemaal dat het er is en dat het kan gebeuren dat je het hebt en doorgeeft’, zeiden ze. ‘Het gaat er gewoon om dat je het risico zoveel mogelijk beperkt, en dat heb je gedaan.’ Die reactie hielp enorm.”

Vincent* (32) heeft zijn omgeving niet de kans gegeven om te reageren; hij heeft aan niemand verteld dat hij in juli besmet raakte. “Enkel aan de twee mensen met wie ik in de dagen ervoor contact had gehad. En ook pas toen ik het echt zeker wist. Ik begrijp eerlijk gezegd niet goed waar en hoe ik besmet ben geraakt – ik kom bijna niet buiten – dus ik denk eerder dat ik het van hen heb gekregen. Daarom vond ik het vooral belangrijk dat zij zich lieten testen.

“Voor de rest ben ik twee weken in quarantaine gegaan en heb ik niemand iets gezegd. Het is vandaag makkelijk om je op te sluiten en af te zonderen zonder dat iemand zich daar vragen bij stelt.”

De eerste steen is hiermee niet geworpen. Ikzelf testte, tegen alle verwachtingen in, twee keer negatief, maar ik weet niet of ik een positief resultaat zou hebben gedeeld met mensen die daar voorzorgs­gewijs geen zaken mee hadden. Vermoedelijk niet. En ik zou het al zeker niet in de krant gezet hebben.

Vincent is een schuilnaam.