U moet de weg op als het sneeuwt? Tien tips voor een veilige rit

© BELGA

Het gaat sneeuwen, en volgens het Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid (BIVV) gebeuren er dan tot 75% (!) meer ongevallen met materiële schade. “Rijden op sneeuw vergt gewoontes die veel bestuurders niet hebben”, klinkt het bij woordvoerder Stef Willems. Daarom geeft de organisatie tien richtlijnen om beter te gaan rijden op sneeuw.

jdb

Als de weersomstandigheden echt slecht zijn, is aangewezen om de wagen thuis in de garage te laten staan. Dat geldt zeker voor mensen die niet over winterbanden beschikken. Wie toch de weg op moet, kan best met enkele zaken rekening houden, aldus het BIVV.

VOOR HET VERTREK

Een goed onderhouden en goed uitgeruste wagen is de beste garantie op een veilige rit. Controleer zeker of je voldoende vriesbestendige ruitenwisservloeistof in je reservoir hebt. Zorg ook dat je lampen en ruiten goed proper gemaakt zijn. Een goede zichtbaarheid is zeer belangrijk. Let extra op dat je voorruit helemaal vrij is. De voorruit maar voor een klein stukje ijs- of sneeuwvrij maken voor je vertrek is niet voldoende.

TIJDENS DE RIT

1. Draag gemakkelijke kledij en comfortabele schoenen: rijden met een dikke winterjas en/of met sneeuwlaarzen zorgt ervoor dat je rit oncomfortabel wordt. Het kan zelfs gevaarlijk zijn, omdat je bewegingen beperkt worden.

2. Blijf kalm onder alle omstandigheden: niemand is echt op zijn gemak op besneeuwde wegen, maar paniek leidt tot niets en zorgt ervoor dat je minder goed gaat rijden.

© Photo News

3. Bij het optrekken moet je geleidelijk versnellen, zeker op een helling. Vertrek in eerste versnelling als er niet te veel sneeuw ligt of als de weg vrijgemaakt is. Als er een laag sneeuw ligt, is het beter om in tweede versnelling te vertrekken.

4. Rijden op sneeuw vereist dat je voorzichtig rijdt: bruuske versnellingen, plotse richtingsveranderingen of plots remmen zijn te vermijden. Elke handeling moet goed gedoseerd verlopen.

5. Verminder je snelheid en probeer een veilige afstand te bewaren met de andere voertuigen, zelfs als je stilstaat. Op besneeuwde wegen is je remafstand 3x keer groter als je nog met zomerbanden rijdt (wat niet aan te bevelen is).

6. Anticipeer op de staat van de weg en de onverwachte manoeuvres van de andere voertuigen. Dat is de beste manier om veilig op je bestemming aan te komen.

7. Wees extra voorzichtig op open ruimtes zoals bruggen. Daar is de temperatuur nog lager dan op andere plaatsen.

8. Rem op de motor als je bergaf rijdt, in plaats van met het rempedaal. Zeker in afdalingen is het belangrijk om voldoende afstand te bewaren.

9. Steek de strooiwagens niet voorbij. Door in hun spoor te blijven, verminder je de kans op slippen.

10. Wees extra voorzichtig in bochten. Verminder snelheid vooraleer je ze aansnijdt. Een keer in de bocht, moet je je snelheid aanhouden om de wagen zo weinig mogelijk uit evenwicht te brengen.

Wat moet je doen als je toch begint te slippen?

Als je in een kritieke situatie zit waar je voertuig begint te slippen, is het belangrijk om niet te panikeren.

Rem zeker niet en geef ook geen extra gas, het belangrijkste is om de wagen stabiel te houden. Kijk daarom goed in de richting waar je naartoe wil rijden. Probeer in die richting te sturen. Kijk in geen geval naar een mogelijk obstakel.

Zijn winterbanden een garantie op een meer veilige rit?

Zelfs met winterbanden is het essentieel om je gedrag achter het stuur aan te passen aan de weersomstandigheden. Om het risico op een ongeval te verkleinen, moeten bestuurders op besneeuwde wegen hun snelheid matigen en de veiligheidsafstand met hun voorgangers vergroten. Dat geldt zowel als je met winter- of zomerbanden rijdt. Winterbanden betekenen zeker geen vrijgeleide om risico’s te nemen. Met elk weertype moet je je als bestuurder verantwoordelijk gedragen.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen