Direct naar artikelinhoud
ReportageUZ Brussel

‘Ja, ik word kwaad’: achter de schermen bij UZ Brussel in een cruciale week waarin alles kantelde

Dokter Sabeth De Waele bekijkt het draaiboek. ‘Als we naar fase 1B moeten schakelen, dan zal er reguliere zorg geschrapt moeten worden.’Beeld Tim Dirven

Het is een rollercoaster. Een waar zij en haar personeel lijdzaam op moeten zitten terwijl de bevolking bepaalt hoe snel het gaat. Dat is het overheersend gevoel bij Sabeth De Waele, waarnemend diensthoofd Intensieve Zorg (IZ) van het UZ Brussel. ‘We zitten op een belangrijk kantelpunt.’

Het is om zeep in Brussel. Met dat ene zinnetje trok ‘topdokter’ Sabeth De Waele de voorbije week de aandacht. En toch oogt het op deze vroege donderdagochtend eigenlijk opvallend rustig in het UZ Brussel. “Wat had u dan gedacht?”, vraagt de intensiviste wat verbaasd, terwijl ze ons meeneemt naar haar afdeling. “Dat we hier gillend door de gangen zouden lopen? We weten ondertussen wel wat we moeten doen. Maar vergis u niet. Dit is niet de stilte voor de storm. Het is hier al heel hard aan het waaien.”

Dat blijkt ook tijdens de dagelijkse crisisvergadering, een overleg tussen directie en een aantal afdelingshoofden van het ziekenhuis. Daar worden alles cijfers en curves van het ziekenhuis zelf, het netwerk waarin ze zitten en de hele Brusselse situatie geanalyseerd. Het wordt meteen duidelijk hoe precair de toestand in Brussel is. “Een paar weken geleden zag je hier en daar nog groene bolletjes in Brussel”, zegt het diensthoofd IZ terwijl ze een grafiek toont met de bezettingsgraad van de Brusselse ziekenhuizen. “Nu kleurt heel Brussel rood. Dat is beangstigend.”

De redenen daarvoor zijn niet ver te zoeken, weet ook De Waele. Onze hoofdstad is niet alleen een heel diverse maar ook heel dichtbevolkte stad, waar mensen dicht op mekaar wonen en waar, zoals gekend, niet alle bevolkingsgroepen even goed bereikt worden. Die mix zorgt ervoor dat de besmettingscijfers de hoogte blijven inschieten. 

Intubatie

Hoe moeilijk werken het dezer dagen al is, blijkt al meteen tijdens de ochtendvergadering, waar de nachtploeg de dagploeg brieft. Afgelopen nacht werd een nieuwe covidpatiënt opgenomen op IZ. Dat brengt het totale aantal covidpatiënten op IZ op acht. Elders in het ziekenhuis liggen er nog 23 ‘gewone’ covids. Opvallend: drie van hen liggen op de materniteit. Jonge mama’s die binnenkwamen om te bevallen en die zoals alle patiënten voor opname getest werden. Ook op de kinderafdeling liggen twee kinderen met covid. De covids op IZ zijn allemaal mannen. Met een gemiddelde leeftijd van 63 jaar. De jongste is 21, de oudste 84. Dat het enkel ouderen zouden zijn die zwaar ziek worden, is een fabeltje, klinkt het hier.

Die ‘nieuweling’ op IZ kwam afgelopen nacht binnen via de spoed. Daar werd hij meteen naar IZ gestuurd en niet veel later al geïntubeerd. Dan wordt een beademingsbuis ingebracht in de luchtpijp van de patiënt. De arts die de intubatie uitvoerde, krijgt tijdens de briefing vooral meelevende blikken van zijn collega’s. “Het is al zijn zesde intubatie na mekaar”, legt dokter De Waele uit. “Hij lijkt ze telkens weer te treffen. Je mag zo’n intubatie niet onderschatten. Want als arts moet je op zo’n moment boven een patiënt gaan hangen die op dat moment op het hoogtepunt van zijn besmettelijkheid zit. En dat is telkens weer een risico.”

Zelf kan De Waele ervan meespreken. Ze raakte in het begin van de eerste golf besmet en lag twaalf dagen heel ziek in bed. Ze herinnert zich nog exact hoe ze besmet raakte. “Het was op 15 maart, bij het intuberen van een patiënt in box 16. We hadden op dat moment enkel een masker en een schort, geen faceshield. We wisten toen nog niet wat we nu weten over dit virus. Maar toen zij recht in mijn gezicht uitademde, wist ik dat ik prijs had.”

Het is een van de zaken die het verzorgen van covidpatiënten zwaar maakt, klinkt het. Van gewone IZ-patiënten – denk aan hartfalen, hersentrauma, bloedvergiftiging – verzorgen kan je zelf niet ziek worden. Van covidpatiënten verzorgen wel. En dat weegt mentaal zwaar door.

Na de ochtendbriefing doet dokter De Waele haar dagelijkse ronde langs de IZ-bedden. Het UZ Brussel heeft er 38, verspreid over enkele verdiepingen. Het waarnemend diensthoofd crosst energiek door de gangen van het ziekenhuis en loopt voortdurend trappen op en af. En dat allemaal op opvallend hoge hakken, die ze zelf nochtans haar walking shoes noemt. Een kwestie van gewoonte, klinkt het lachend.

De 'walking shoes' van dokter De Waele.Beeld Tim Dirven

Twee units van telkens zes bedden op de afdeling IZ zijn momenteel voorbehouden voor covidpatiënten. De acht patiënten die hier liggen, zijn er stuk voor stuk erg aan toe. Zes van hen worden beademd. Sommigen liggen ook aan een hart-longmachine of aan een dialyse. Sommigen ook aan alle drie de machines. Die hebben een overlevingskans van minder dan een op twee.

De deuren van de covidunits gaan enkel open als het nodig is. Om vloeistof voor de hart-longmachine te leveren bijvoorbeeld. Dat personeel werkt doorgaans in blokken van drie tot vier uur. In full covid-gear, zoals dat hier wordt genoemd: beschermpak, handschoenen, masker, faceshield. Even naar het toilet gaan of een koffie halen is er niet bij. 

Kantelpunt

Tijdens de zomermaanden is hard gewerkt aan een draaiboek. Daarin staat wanneer het ziekenhuis naar welke fase schakelt en wat dat exact betekent voor bedden en personeel.

Nu zit het UZ Brussel nog in fase 1A, wat concreet betekent dat er negen IZ-bedden voor covidpatiënten voorzien moeten zijn. Maar het ziekenhuis zit op een zucht van fase 1B, dat betekent een opschaling van de covidzorg. Dan moet er, net als tijdens de eerste golf, geschoven worden met personeel en dat zal onvermijdelijk, net als tijdens de eerste golf, ten koste gaan van de andere, reguliere zorg in het ziekenhuis.

En dat is nu net wat iedereen zo hard probeert te vermijden. Door patiënten te spreiden over andere ziekenhuizen, in eerste instantie binnen het netwerk. Zoals de partnerziekenhuizen in Aalst. De mededeling van de Aalsterse burgemeester Christoph D’Haese (N-VA) eerder deze week, dat Aalst geen patiënten van Brussel meer wil opvangen om plaats over te houden voor Aalsterse patiënten, is hier dan ook niet in goede aarde gevallen. Veel woorden wil De Waele daar evenwel niet aan vuilmaken. “Zijn uitspraak is totaal irrelevant. Dit gaat over afspraken tussen met de overheid en tussen ziekenhuizen en gelukkig voor de bevolking werken die wel allemaal goed samen.”

Ook de situatie is het UZ is precair, al beslist de crisiscel om nog even in 1A te blijven. “We zitten nu duidelijk op een kantelpunt. Nog een paar covids erbij en we moeten schakelen naar 1B. Met alle gevolgen van dien. Mogelijk halen we nog net het weekend. Maar hoe lang we dit gaan volhouden, weten we niet.”

Zwaar zieke covidpatiënten verzorgen gebeurt bij voorkeur één op één: een verpleegkundige per patiënt. “Het is vreselijk zwaar”, zegt hoofdverpleegkundige Evelien Spruyt. “Veel mensen beseffen niet hoe intensief dit werk is, wat er voor nodig is om die mensen te kunnen helpen. Je moet voortdurend alert zijn, alle waarden checken. En meteen ingrijpen als er iets verandert.”

Op dit ogenblik liggen 8 covidpatiënten op de afdeling Intensieve Zorg.Beeld Tim Dirven

Ja, ook thuis spoken de beelden van deze zwaar zieke patiënten nog door haar hoofd. Zeker als er digitaal contact opgenomen werd met familieleden thuis die het heel moeilijk krijgen als ze de patiënt zien liggen. Spruyt: “Dat weegt enorm op ons. Zeker als je bedenkt dat het deze keer vermeden had kunnen worden. Een deel van de bevolking heeft de boodschap duidelijk niet goed begrepen. En ja, ik word kwaad als ik mensen de regels aan hun laars zie lappen of anderen de situatie hoor minimaliseren. Wie twijfelt, mag gerust hier eens komen kijken.”

Kwaad worden, daar heeft Sabeth De Waele niet de tijd noch de energie voor. Ze maakt zich wel grote zorgen  over haar personeel, zegt ze. Tijdens de eerste golf zat iedereen ‘in de drive’. Er wordt zelfs met een vorm van heimwee op teruggekeken. De samenhorigheid van iedereen binnen het ziekenhuis, de steun van buitenaf: het was verschrikkelijk hard werken maar tegelijkertijd ook hartverwarmend. Nu is iedereen vooral moe. “Niemand heeft echt kunnen recupereren. Het normale zomereffect, waarbij alles wat stilvalt, hebben we dit jaar niet gehad. De reguliere zorg die uitgesteld was tijdens de eerste golf moest worden ingehaald. En nu begint alles gewoon opnieuw. Want als we moeten schakelen, zullen we ook opnieuw moeten vragen aan personeel om extra shiften te draaien. We denken hier vaak: o neen, hier gaan we weer.”

Ook vrijdag besloot het UZ Brussel nog even in fase 1A te blijven. De situatie wordt op de voet gevolgd.