Direct naar artikelinhoud
Universiteiten

Hoe Belgische universiteiten het Chinese leger ‘helpen’

Gezichtsherkenningstechnologie op een veiligheidsbeurs in China.Beeld REUTERS

Een aantal Belgische universiteiten, waaronder de KU Leuven en UGent, werkt samen met de ‘Seven Sons of National Defence’. Dat zijn Chinese topuniversiteiten die in opdracht van veiligheidsdiensten en het leger onderzoek doen naar gezichtsherkenning, onderwaterdrones en andere technologie die China inzet bij mensenrechtenschendingen. De Vlaamse uniefs zeggen stappen te ondernemen.

De Morgen kon achterhalen dat KU Leuven en de Universiteit van Luik elk akkoorden hebben met drie van de ‘Seven Sons of National Defence’. Dat zijn Chinese universiteiten die nauw samenwerken met de veiligheidsdiensten en het leger. Wat we zeker weten: VUB heeft twee zulke samenwerkingen lopen, de Universiteit van Luik en de KU Leuven elk drie. UGent, UCL en ULB hebben er elk één. Een volledig overzicht ontbreekt voorlopig. 

In het Westen is er al langer ongerustheid over samenwerkingen met Chinese universiteiten, vanwege hun nauwe verwevenheid met de Chinese autoriteiten. Het probleem met de Belgisch-Chinese samenwerkingen blijkt vooral te liggen bij wat in China heet: de Seven Sons of National Defence.

Dat zijn zeven topuniversiteiten die vallen onder het ministerie van Industrie en InformatieTechnologie (MIIT), maar tot 2008 nog onder een militair agentschap vielen. Ongeveer de helft van hun budget zou nog altijd naar militair onderzoek gaan. Ze zijn cruciaal voor het veiligheidsbeleid van China, dat steeds vaker hoogtechnologische middelen inzet voor defensie, maar ook voor de repressie van minderheden, zoals de Oeigoeren in Xinjiang. Die provincie is berucht voor zijn zogezegde heropvoedingskampen, maar ook daarbuiten is het een grote openluchtgevangenis, door monitoringapps die burgers verplicht moeten installeren, en honderdduizenden camera’s, vaak uitgerust met gezichtsherkenning.  

Uit een nieuwe bevraging van de Koninklijke Militaire School (KMS) aan Belgische universiteiten blijkt dat er in totaal 321 samenwerkingen lopen met Chinese tegenhangers. Een aantal daarvan zijn volgens het onderzoek een groot probleem voor onze veiligheid. 

“Eenendertig procent van deze samenwerkingen vormen een matig tot hoog veiligheidsrisico”, zegt Cind Du Bois, hoogleraar economie aan de KMS. “In vijftien gevallen gaat het om een zeer hoog risico.” 

De samenwerkingen waar het over gaat zijn voornamelijk uitwisselingsprogramma’s. Dit jaar is er door het coronavirus een dip in het aantal Chinese onderzoekers in ons land, maar de vorige vijf jaar nam het aantal visa voor studenten en onderzoekers uit China met een derde toe. Voor Belgische universiteiten is het op het eerste gezicht interessant: ze halen kennis binnen uit China en bovendien kosteloos, want China betaalt de doctoraatsbeurzen.

De UGent overschreed vorig jaar voor de eerste keer de grens van 600 Chinese studenten en onderzoekers. Het merendeel van hen zijn doctoraatsstudenten. Tachtig procent van die doctoraatsstudenten wordt gefinancierd door een Chinese beurs.

“De Chinese universiteiten hebben middelen én expertise in huis die we als universiteit niet kunnen of mogen negeren”, zegt een woordvoerder van UGent. “Wij werken niet samen met China als land, we werken wél samen met individuele academische instellingen in China.”

Critici vragen zich af of er in China wel een strikte scheiding is tussen de academische instellingen en de overheid. Daardoor zouden dergelijke samenwerkingen ook veiligheidsrisico’s inhouden. Om dat risico te bepalen maakte Du Bois voor haar onderzoek gebruik van de bekende tool van het Australian Strategic Policy Institute (ASPI), een denktank die deels gefinancierd wordt door het Australisch leger. Die heeft alle Chinese universiteiten geëvalueerd op basis van hun verhouding tot de Chinese overheid. Sommige universiteiten vallen eenvoudigweg onder het ministerie van Onderwijs, anderen hebben banden met het Volksbevrijdingsleger of vallen er rechtstreeks onder. 

Spionage

De ASPI-tool kijkt ook naar het soort onderzoek dat ze verrichten. Doen ze onderzoek naar gezichtsherkenning in opdracht van Chinese veiligheidsdiensten? Of ontwikkelen ze drones voor militaire toepassingen? En tot slot kijkt ASPI ook of er gekende gevallen van spionage zijn door onderzoekers van deze universiteit. De Seven Sons of National Defence van het MIIT vallen onder het hoogste risiconiveau.

Vier van de Seven Sons hebben samenwerkingen met een universiteit in ons land. Vijf Belgische universiteiten, waaronder KU Leuven en VUB, hebben een samenwerking met Beihang University. Aan deze universiteit uit Peking zijn negen militaire labo’s verbonden. Ze doen onderzoek naar ruimtevaart en luchtvaart, zoals de stealth-modus voor gevechtsvliegtuigen. In 2018 vond meer dan een kwart van de afgestudeerden van Beihang University werk in de defensiesector.

Deze zomer hield de Amerikaanse douane een onderzoeker van Beihang University tegen in de luchthaven. Hu Haizhou is verbonden aan een Beihang-lab dat door het Chinese leger gefinancierd is en hij werkte als onderzoeker aan de University of Virginia. Haizhou doet onderzoek naar onderwaterrobots.

Volgens University of Virginia probeerde hij onrechtmatig naar China te vertrekken met softwarecodes en belangrijke onderzoeksdocumenten. De universiteit en openbare aanklager lieten enkele weken geleden de klacht vallen, omdat hij strikt juridisch toegang had tot die informatie. 

De VUB heeft een samenwerking met Beihang voor de uitwisseling van studenten. Bovendien hebben verschillende VUB-technologie-afdelingen zich verenigd in één platform waarmee ze samenwerkingen opzetten met Chinese universiteiten.

Duifdrone

Via dat platform heeft de VUB ook, net als de Universiteit van Luik, een overeenkomst lopen met de Northwestern Polytechnical University (NPU), een andere van de Seven Sons of National Defence. Aan de NPU zijn dertien grote defensielabo’s verbonden, waarvan er een onderzoek doet naar drones. In 2018 is in de Verenigde Staten een Chinees gearresteerd op verdenking van het illegaal exporteren van toestellen aan NPU, die gebruikt worden in onderzeedrones.

Op dit moment heeft VUB een Privileged International Partnership met NPU, sinds 2014. Het is het enige Privileged International Partnership van de VUB, een concept dat dus op maat lijkt gesneden van NPU. De vakgroep ETRO van de faculteit Ingenieurswetenschappen heeft in het bijzonder een intense samenwerking met NPU. Meer zelfs, ze hebben een gemeenschappelijk laboratorium, het AVSP-lab.

Dat lab doet onderzoek naar beeldverwerking door Machine Learning. Het gaat dan onder andere om gezichtsherkenning. Zo bracht een VUB-prof vorig jaar samen met twee NPU-professoren een onderzoek uit over het herkennen van depressie op basis van gezichtsuitdrukkingen. Dat kan op termijn medische vooruitgang betekenen, maar roept vragen op wegens het gebruik van gezichtsherkenningscamera’s in Xinjiang en Hongkong. Temeer omdat ETRO’s partner, de vakgroep van NPU, werkt aan camera’s met slimme sensoren, in China’s leidende universiteit op het gebied van militaire drones.

Die drones zijn effectief al ingezet tegen Oeigoeren. Het gaat dan bijvoorbeeld om een drone die eruitziet als een duif, met flapperende vleugels, ontwikkeld door NPU.

De duifdrone Dove van Northwestern Polytechnical University.Beeld RV

‘Reële bezorgdheid’

Dat zijn voor alle duidelijkheid geen realisaties waar wetenschappers van de VUB rechtstreeks aan hebben meegewerkt. Maar niemand kan garanderen dat hun kennis niet onrechtstreeks heeft bijgedragen. Bij ETRO werken een 125-tal medewerkers, van wie er 15 de Chinese nationaliteit hebben. Enkele NPU-onderzoekers werken er in gevoelige domeinen als gezichtsherkenning. Ze brengen kennis binnen, maar keren na enkele jaren met nieuwe kennis ook weer naar China terug.

“Dat is een reële bezorgdheid, die maakt dat we vandaag ook alle joint PhD’s (een doctoraatsonderzoek aan twee of meer universiteiten, BST) aan screening onderwerpen”, laat de VUB in een reactie weten. “Dat is ook zo voor andere internationale samenwerkingen. Wat de specifieke samenwerking met NPU betreft, herzien we het statuut van Privileged International Partner. De samenwerking tussen ETRO en NPU was zeer beperkt en niet structureel. Op dit moment is die samenwerking aflopend.”

Vorig jaar bracht De Morgen aan het licht hoe de Chinese directeur van het Confucius-instituut aan de VUB een Schengenverbod kreeg opgelegd van de Belgische overheid, wegens vermoedens van inmenging. De VUB zegt sindsdien verschillende stappen te hebben ondernomen. De samenwerking met het Confucius Instituut is stopgezet en er is nu regelmatig overleg met de Staatsveiligheid, klinkt het.

“Zo organiseerden we vorig academiejaar een bijeenkomst met de decanen waar mensen van de Staatsveiligheid toelichting gaven, over de samenwerking met China in het algemeen en over de gevaren die zich voor onze universiteit zouden kunnen stellen in het bijzonder”, aldus VUB. 

Screening

Er is een Ethische Reflectiegroep opgezet, een handboek opgesteld met casestudies over ethisch gebruik en misbruik van onderzoek en een dual use-commissie geïnstalleerd die toeziet op de risico’s van het militair gebruik van wetenschappelijk onderzoek. Na de artikelenreeks ‘Het oog van Peking’ zeiden ook de andere Vlaamse universiteiten zich te beraden, onder andere in de Vlaamse Interuniversitaire Raad.

“Binnenkort is een gesprek met de Staatsveiligheid geagendeerd op het VLIR-Bureau dat al eerder was gepland maar uitgesteld werd door Covid-19", zegt de woordvoerder van KU Leuven-rector Luc Sels, tevens VLIR-voorzitter. 

Net als de VUB overleggen ook de UGent en KU Leuven met de Staatsveiligheid. Er zijn ethische commissies om samenwerkingen te evalueren en de screening van studenten en onderzoekers wordt aangescherpt. De UGent zegt voortaan in haar Chinese contacten meer nadruk te willen leggen op ethische principes. 

De universiteiten nemen dus voorzorgen, maar volstaat het ook? Het is dé uitdaging voor onze universiteiten: academische vrijheid verzoenen met waakzaamheid. Weinig sectoren zijn zo internationaal als het academisch onderzoek. Ook na alle waarschuwingen en maatregelen durft geen van deze drie universiteiten al garanderen dat bepaalde medewerkers niet meewerken aan de veiligheidsstaat en militaire macht van China.

“Dat risico met zekerheid helemaal uitsluiten is onmogelijk,” zegt de UGent-rector, “maar als we universiteiten gelijk gaan stellen met het beleid van volledige landen en regio’s, zou dat het einde betekenen van de broodnodige academische uitwisseling.”

“Alle onderzoekers, ook deze van Chinese nationaliteit, worden bij ons verondersteld onze basisprincipes van ongebonden onderzoek en academisch vrijheid uit te dragen”, aldus KU Leuven.