Direct naar artikelinhoud
InterviewSebastien Dewaele

Sebastien Dewaele als bad guy: ‘Als de mensen rondom me doen alsof ze bang van me zijn, is de helft van het werk al gedaan’

Sebastien Dewaele speelt een wapenhandelaar in 'Undercover'. ‘Elke rol die ik speel vertrekt uit mezelf. En dan komt het er op aan bepaalde dingen te accentueren.’Beeld VRT

Het grote publiek sloot hem in de armen toen hij in Eigen kweek een wietdealend keuterboertje speelde. Tegenwoordig jaagt Sebastien Dewaele datzelfde publiek de stuipen op het lijf als Jean-Pierre Berger, de meedogenloze wapenhandelaar uit Undercover.

“Ik zou het begot niet weten”, antwoordt Sebastien Dewaele op de vraag hoe de makers van Undercover voor de rol van JP bij hem terecht zijn gekomen. De keuze om net Dewaele in die rol te casten is nochtans op zijn minst gedurfd te noemen. Dewaele brak – op tv – door in de succesreeks Eigen kweek. Daarvoor kroop hij drie seizoenen lang in de huid van Steventje Welvaert, een sullig West-Vlaamse boerke dat zich met meer enthousiasme dan kennis aan de wietteelt waagt. Met alle gevolgen van dien. De reeks ontpopte zich tot een absoluut kijkcijferkanon met op zijn hoogtepunt meer dan 1,8 miljoen kijkers. Een rol die blijft plakken, heet dat dan.

Dewaele is de eerste om te beseffen dat dat niet altijd een voordeel is. “Je krijgt als acteur heel vaak rollen aangeboden die in de lijn liggen van wat je al eens eerder hebt gespeeld. En aangezien je in onze sector niet de luxe hebt om veel dingen te weigeren, bestond het gevaar dat ik nog heel lang sulletjes zou mogen spelen.” Gelukkig was er Nico Molenaar, de showrunner van Undercover. Hij keek voorbij het sulletje en zag het criminele potentieel van Dewaele. “Sebastien mag dan al vooral bekend zijn van Eigen kweek, ik had hem ook aan het werk gezien in de VIER-serie De dag en de speelfilm Cargo”, vertelt hij. “Daarin speelde hij telkens een totaal ander personage.” Twijfelen deed Molenaar alleen omdat Dewaele in Undercover naast Wim Willaert op de set zou staan. “Die twee spelen in Undercover – net als in Eigen kweek – opnieuw broers. Dat vonden we wat lullig.” Uiteindelijk zette Molenaar het licht toch op groen. “Omdat ik ervan overtuigd was dat Sebastien het in zich had om fysiek zodanig te transformeren dat niemand nog aan Eigen kweek zou denken.”

Naar de fitness

Die transformatie vond plaats in de fitness. Onder leiding van personal coach Brahim Benhaddou, de man die ook Joris Hessels hielp om in de Canvas-reeks Albatros wat strakker voor de dag te komen. De combinatie van streng diëten en intensief sporten zorgde ervoor dat Dewaele uiteindelijk tien kilo lichter op de set stond. “Maar nog belangrijker was dat ik door dag in dag uit met die training en dat voedsel bezig te zijn helemaal in die rol van JP ging zitten. Ik heb Brahim ook gevraagd me consequent als JP aan te spreken van zodra ik de fitness binnenstapte. Dat hielp om in een bepaalde mindset te raken.” Al was het nu ook weer niet zo dat Dewaele, als een soort Vlaamse Daniel Day Lewis, tussen de takes door in zijn rol bleef zitten. Integendeel, zelfs. “Ik hou wel van wat luchtigheid op zo’n set. We moeten onszelf niet te serieus nemen. Een intense scène spelen en meteen daarna een goede lol vertellen. Dat moet toch kunnen? Bovendien zou ik me met dat soort method acting ook niet echt populair hebben gemaakt op de set. (lacht) JP is niet het type dat snel vrienden maakt.”

Of hij er zelf ooit aan twijfelde dat het hem zou lukken een geloofwaardige crimineel neer te zetten, willen we weten. “Geen moment. Ik ben acteur. Dat is wat ik doe. Maar natuurlijk was het een uitdaging. Ik heb op televisie nog nooit een rol gespeeld die in de buurt van JP komt. Net dat maakt het interessant.”

Sebastien Dewaele met Tom Waes in het tweede seizoen van 'Undercover'. ‘Dat hij geen opleiding als acteur heeft? Dat maakt voor mij geen verschil.’Beeld VRT

“Elke rol die ik speel vertrekt uit mezelf. En dan komt het er op aan bepaalde dingen te accentueren en andere weg te laten. Iedereen heeft een gevaarlijk kantje. Je moet het alleen naar boven kunnen halen. Meer is het niet. Dat JP gevaarlijk lijkt, is ook de verdienste van de mensen die naast me op de set staan. De koning wordt gespeeld door zijn onderdanen, zeggen ze vaak in theaterkringen. Een cliché misschien, maar het klopt wel. Als de mensen rondom me doen alsof ze bang van me zijn, is de helft van het werk al gedaan.”

Een van die mensen waarmee Dewaele op de set stond, was Tom Waes. “Iemand met heel goede voelsprieten. Heel leergierig, ook. Dat hij geen opleiding als acteur heeft? Dat maakt voor mij geen verschil. Dat is net het mooie aan spelen. Je kan er een opleiding voor volgen, maar het hoeft niet. Ik voel me ook niet beter dan iemand anders omdat ik ‘meester in de dramatische kunsten’ ben. Op zo’n set speelt dat absoluut geen rol. Ik heb mijn diploma alleszins nog nooit moeten tonen.” (lacht)

Naar Frankrijk

Met Eigen kweek kroonden Dewaele en co. zich tot koning van de Vlaamse kijkcijfertabellen. Undercover speelt dankzij een deal met het Amerikaanse streamingplatform Netflix op een hoger, internationaler niveau. Best spannend, vindt Dewaele. “Al is het maar om te horen hoe JP klinkt in een andere taal. Ik heb ooit één keer een Franse variant van mezelf gezien. In een gedubde aflevering van Mega Mindy waarin ik een rolletje had. Een bizarre ervaring.” Het stemgeluid van JP is niet het enige wat voor gezonde stress zorgt. Het eerste seizoen van Undercover werd ook buiten België en Nederland goed bekeken. Wanneer het tweede seizoen het even goed doet, kan dat voor Dewaele misschien de deur naar het buitenland openzetten. “Ik zou willen dat je het ook zo opschrijft”, reageert hij. “Met veel alsen en misschiens. Ik ben niet echt ambitieus, maar mijn moeder is Française, waardoor ik goed Frans spreek. Mensen zoals Wim Willaert, Sam Louwyck en uiteraard ook mijn moeder zeggen me al langer dat ik het eens in Frankrijk moet proberen. Undercover geeft me het excuus om dat ook effectief te doen. Ik heb ondertussen een Franse agente, nu is het hopen dat er wat ballonnetjes de lucht in gaan.” Al moeten dat er voor Dewaele ook weer niet te veel zijn. “Stel je voor dat het lukt. Dan zit ik godganse dagen in het buitenland en ben ik nooit meer thuis. Toch wil ik het op zijn minst proberen. Het zorgt voor rust in mijn kop. Als er nu nog iemand zaagt over mijn gebrek aan internationale ambitie kan ik tenminste zeggen: ‘ik ben er mee bezig’. Wordt het uiteindelijk niets, dan is dat maar zo. Ik ben perfect gelukkig met hoe de zaken nu lopen, ondanks de moeilijke periode die we nu beleven.”

Daarmee zijn we aangekomen aan het C-woord dat tegenwoordig de agenda van zowat iedereen in de creatieve sector bepaalt. Ook die van Dewaele, zo blijkt. “Normaal speelde ik nu in De broers Geboers van Compagnie Cecilia, maar die toernee is afgelast. Ik zou bij Cecilia ook een voorstelling maken, maar daarvoor is het nu wachten tot 2022.” En dan is er nog Preuteleute, de tweekoppige hitformatie waar Dewaele deel van uitmaakt. Met hun mix van scabreuze liedjes en vuile praat verkochten ze dit voorjaar de Gentse Capitole en het Plopsatheater uit. Maar corona strooide roet in het eten. Ook alle festivaloptredens werden geschrapt.

Op zoek naar een alternatief kwam Dewaele met In den hof op de propppen, een eenmansvoorstelling die hij deze zomer in de tuin van geïnteresseerde cultuurliefhebbers wou spelen. “Ik had uitgerekend dat als ik die voor dertig man kon spelen, het financieel nog net haalbaar zou zijn. Maar toen schoten de coronacijfers de hoogte in, werden de bubbels tot vijf mensen beperkt en mocht ik mijn plannen opbergen.”

Hoogbejaarde comedians 

Ondertussen vult Dewaele zijn dagen met schrijven. “Samen met Geertrui Coppens werk ik aan een televisieserie over een woon-zorgcentrum waar uitsluitend hoogbejaarde comedians zitten. Stuk voor stuk grote namen die, ondanks hun leeftijd, nog steeds proberen de beste te zijn. Een zender is er nog niet, maar we hebben het geluk dat er wel al een investeerder is die in het project gelooft. Die zorgt ervoor dat we betaald worden voor ons schrijfwerk.”

“Ik weet niet wie er hierboven zit (wijst naar de lucht) maar ik moet hem of haar op mijn blote knieën bedanken dat ik kan doen wat ik graag doe. Zeker nu.” Zorgen over wat de toekomst brengt, maakt Dewaele zich voorlopig niet. “Ik ben natuurlijk ook al twintig jaar bezig. Ik heb een netwerk waar ik op terug kan vallen. Als ik iets maak zijn er altijd wel vrienden die een podium hebben waar ik eens op mag gaan staan. Maar als je een beginnend artiest bent. Nu. (blaast) Dat is bijna onbegonnen werk.”

Politie bellen

Toch kan hij zich moeilijk kwaad maken over wat de cultuursector nu overkomt. “Het is niet dat ik me er bij heb neergelegd, maar ik zie gewoon geen oplossing. Dat je omwille van corona geen mensen kan samenzetten in een theaterzaal, begrijp ik ergens wel. En het is inderdaad vreemd dat dat in een vliegtuig wel mag. Maar wat doe je er aan? De politie bellen? Er is in dit verhaal ook geen schuldige. Het is gewoon overmacht.

“Natuurlijk wil ik zo snel mogelijk opnieuw op een podium staan. Ik heb de voorbije maanden ondervonden hoe erg ik dat mis. Dat contact met het publiek, het gevoel dat ze aan je lippen hangen, het applaus achteraf. Er is niet dat ook maar enigszins in de buurt komt. Ik heb tijdens de lockdown geprobeerd om wat meer te sporten. Bij wijze van alternatief. Tot mijn knie dat plots niet meer zag zitten. Nu, dat joggen was ik toch al beu. Waarom zou je gaan lopen als er achteraf toch niemand applaudisseert.” (lacht)