Longarts Eva Van Braeckel: "We vrezen meer problemen dan de vorige keer, laat het geen oorlogssituatie worden"
Vanaf morgen moeten de ziekenhuizen een kwart van de bedden op intensieve zorg vrijhouden voor COVID-patiënten. Dat komt neer op 500 bedden. Op dit moment liggen al 267 COVID-patiënten op de dienst intensieve zorg. Longarts Eva Van Braeckel waarschuwt dat het nu moeilijker kan worden voor de ziekenhuizen dan in het voorjaar. "We moeten COVID- en niet-COVID-zorg combineren, dat wordt een spreidstand. Het personeel zal veel minder beschikbaar zijn. Het is niet zeker dat elke patiënt op de juiste plaats op de juiste manier behandeld kan worden."
Alle ziekenhuizen in ons land kregen gisteren de opdracht om meer bedden te voorzien voor COVID-19-patiënten. In technische termen komt het erop neer dat er wordt overgeschakeld naar fase 1A. Vanaf morgen moeten ze 25 procent van de bedden voorbehouden voor mensen die lijden aan de gevolgen van het coronavirus. Dat betekent dat er 500 bedden op intensieve zorg en 2.000 gewone bedden vrijgehouden worden voor COVID-patiënten. Ter vergelijking: in de huidige fase worden 300 bedden op intensieve zorg vrijgehouden, daarvan zijn er nu meer dan 260 bezet.
De voorbije dagen bleek dat er in sommige ziekenhuizen in Brussel of Antwerpen al problemen waren en werden patiënten overgeplaatst naar andere ziekenhuizen om de zorg te kunnen garanderen. "In ons ziekenhuis is minder dan 15 procent van de bedden op intensieve zorg bezet, er liggen wel een kleine 20 patiënten in het ziekenhuis en we hebben plannen om nog deze week een tweede COVID-afdeling te openen", zegt longarts Eva Van Braeckel van UZ Gent.
Tijdens de eerste golf waren tijdens de hoogste piek veel meer patiënten opgenomen dan nu, waarom zijn zulke ingrijpende maatregelen dan nodig? "We zien een duidelijke opwaartse trend, maar bovendien: we gaan nu niet zoals bij de eerste golf alle andere zorg kunnen stopzetten", zegt Van Braeckel. "Er is veel bezorgdheid over de collateral damage, uitgestelde ingrepen en behandelingen. We merken nu nog altijd bij 1 op de 2 patiëntencontacten iets van die uitgestelde zorg."
"We kunnen dat echt geen tweede keer doen. We gaan de twee dus moeten combineren, COVID-zorg en niet-COVID-zorg, en dat gaat een spreidstand worden om dat allemaal te bolwerken", waarschuwt Van Braeckel.
We kunnen niet zoals de eerste keer alle andere zorg stopzetten. We kunnen dat echt geen tweede keer doen. We moeten COVID-zorg en niet-COVID-zorg combineren, dat wordt een spreidstand.
"Als ziekenhuizen verder overspoeld worden, vrezen we meer problemen dan de eerste keer"
Het personeel moet het kunnen blijven volhouden. "Daar knelt het schoentje. Voor de verpleegkundige zorg, maar ook voor artsen zien we problemen. We zijn met zijn allen veel minder beschikbaar dan in de eerste golf, omdat we alles moeten combineren."
"Als de situatie uit de hand blijft lopen, dat is een bezorgdheid. Als de ziekenhuizen nog meer overspoeld worden, vrezen we meer problemen dan de vorige keer. Het was toen geen oorlogssituatie, laat ons ervoor zorgen dat dat nu niet het geval wordt."
Van Braeckel is er niet zeker van dat elke patiënt door het juiste team op de juiste plaats gaat kunnen behandeld worden. "Er zijn maar een beperkt aantal mensen in een ziekenhuis om dergelijke problemen goed aan te passen. Herscholen kan, maar dat is niet dezelfde kwaliteit."
Herbekijk ook het interview met dokter Van Braeckel in "Het Journaal":
"Evenwicht bij zorgverleners veel wankeler"
Van Braeckel maakt zich ook zorgen over de mentale weerbaarheid van het personeel in de zorg. "De zorgverleners staan er bij elke uitdaging, maar het evenwicht is nu veel wankeler. De mensen zijn moe, er moeten veel meer balletjes in de lucht gehouden worden. Ook daar gaan we meer moeten op inzetten. Het is heel belangrijk om weer te werken aan solidariteit, aan het gevoel dat we als samenleving hier opnieuw onze schouders onder zetten."