Direct naar artikelinhoud
InterviewLieven Scheire

Lieven Scheire: ‘Ik ben een fan van de onnavolgbare humor van de gemiddelde Gentse flik’

Lieven Scheire, slimste mens en sympathiekste uitvinder

Het enige minpunt aan het verder onberispelijke Team Scheire is dat een mens al snel in Bond Zonder Naam-achtige flauwekul verzandt wanneer hij er zijn appreciatie voor wil uitdrukken. Maar wat doe je eraan? Team Scheire ís nu eenmaal een hartverwarmend programma dat een sprankeltje hoop brengt in de levens van mensen die daar het meest nood aan hebben. Goed dat de VRT een tweede seizoen heeft besteld, vindt ook Lieven Scheire: ‘’t Is op alle denkbare vlakken een heerlijk programma om te maken.’

Lieven Scheire: “Het is nog nooit zo gemakkelijk geweest als vandaag om uitvinder te worden. De fab labs schieten als paddenstoelen uit de grond, de hardware is betaalbaar en toegankelijk, en vooral: de kennis is heel toegankelijk. Iedereen die vandaag iets wil bouwen of ontwikkelen, is al van meet af aan vertrokken. Wat ik zo fantastisch vind aan Team Scheire, is dat we dat kunnen illustreren met zeer specifieke gevallen.”

Noem er eens eentje?

Scheire: “In de eerste aflevering komt Kenny aan bod, een jongeman met een spierziekte uit Boechout. Kenny zit in een elektrische rolstoel die hij bestuurt met een joystick: zijn handen zijn het enige waar hij nog wat beweging in krijgt. Ondanks zijn zware handicap is hij erin geslaagd om al twee cd’s uit te brengen met zelf geproducete elektronische muziek, én om zijn eigen grafische ontwerpen te vervaardigen – hij maakt deel uit van een collectief van grafische kunstenaars. Hij is een immense fan van graffiti, vooral dan van grote murals, en zijn grote droom was om zonder hulp zijn eigen ontwerp op een muur te zetten. Anthony Liekens, onze hoogsteigen nutty professor, heeft een graffitimachine gebouwd waarmee Kenny vorig jaar in Antwerpen zijn eerste mural heeft gezet. Dát is de kracht van de hedendaagse maker-cultuur, dat je zelfs op de meest specifieke vragen een antwoord op maat kunt vinden. En het werkt nog allemaal ook.”

Geeft het je zin om zelf aan het knutselen te slaan?

Scheire: “O ja, in die mate zelfs dat ik hier en daar al pogingen heb ondernomen. Best wel confronterend om te zien met welke rommel je komt aanzetten wanneer je omringd bent door toppers in het genre.”

Nu maak je me benieuwd.

Scheire: “Samen met Peter Berx, een entomoloog uit Limburg, heb ik net een boek over insecten geschreven. Insecten, heet het eenvoudigweg, en het verschijnt op 21 oktober. Peter legt er op een gegeven moment in uit hoe je eikelmieren – kleine miertjes die met zo’n tweehonderd in een uitgeholde eikel leven – kunt laten verhuizen naar een nestje dat je zelf hebt gemaakt. De meeste mensen gebruiken proefbuisjes of glazen flesjes, maar ik heb thuis een 3D-printer staan, dus ik dacht: weet je wat? Ik print gewoon een huisje! Onder mijn computerscherm, op mijn bureau, staat nu een 2 centimeter hoog huisje met een zadeldakje, een voordeurtje en een raampje. En op dit eigenste moment zie ik een eikelmiertje door de voordeur naar binnen kuieren. Dat beestje is net wat honing gaan halen – op 10 centimeter van het huisje ligt een watje met water, een paar dooie fruitvliegjes en een druppel honing. Let wel: dit huisje is iteratie vijf – naast mijn printer liggen vier mislukte huisjes.”

Iteratie vijf?

Scheire: “Iteraties, of iterations zoals onze makers zeggen, zijn verschillende versies van een maaksel. Dat heb ik inmiddels wel geleerd, aan een eerste versie begin je niet met het idee: dit zal het zijn. Een eerste versie maak je om te zien wat er fout aan is, zodat je je fouten kunt verbeteren. Zo heeft het ook ettelijke iteraties gekost vóór ik erin was geslaagd om mijn 40 centimeter lange Legoversie van het ISS uit te rusten met échte zonnepaneeltjes in plaats van Legodingetjes. Nu kan ik er mijn telefoon mee opladen: plezierig, hoor.”

Mag ik eens een heel ander onderwerp op het vuur gooien?

Scheire: “Wees mijn gast.”

Wie denk je dat jou zal opvolgen als slimste mens ter wereld?

Scheire: “Goh... Ella Leyers heeft natuurlijk haar familienaam mee, want zowel haar vader als haar zus heeft in het verleden al hoge ogen gegooid in De slimste mens. En ik heb gezien dat ook Fatma Taspinar en Liesbeth Van Impe meedoen, twee journalisten: die zou ik alleen al wegens hun beroep in de gaten houden. En voorts ben ik erg benieuwd naar wat Serine Ayari, een stand-upcomedian uit Vilvoorde, ervan zal bakken. Ik volg haar al een tijdje: ze post behoorlijk veel van haar stand-upmateriaal op Instagram.”

In de kansen van geboren strevers als Ben Crabbé of Jan Verheyen geloof je minder?

Scheire: “Op zich geloof ik daar wel in, alleen heb ik tijdens mijn deelname gemerkt dat ik als late dertiger al een beetje de rol moest lossen als het over onderwerpen ging die de jonge generatie aanbelangen, zoals de TikTokkers, de YouTubers en de Taylor Swifts van deze wereld. De meeste redactieleden zijn jonger dan ik, en dus zeker ook jonger dan Ben Crabbé en Jan Verheyen. Ik vermoed dat ze dat aan den lijve zullen ondervinden, want het is de redactie die de vragen opstelt. Mensen van die generatie zitten op de sociale media en kijken naar streamingzenders – kranten en lineaire televisie kennen ze veel minder.”

Kijk jij wel nog lineair naar tv?

Scheire: “Ik wel, ja. De rechtbank mis ik nooit, en ook Niveau 4 ben ik aan het volgen, omdat het dit seizoen in Gent te doen is. Ik probeer door de videogamelaag van Eric Goens heen te kijken: ik geniet vooral van de onnavolgbare humor van de gemiddelde Gentse flik. Laatst pakten ze een jonge drugsdealer op: op het moment dat ze hem in de combi gooien, zie je dat er een hele bende straatschoffies dreigend naast die combi staat. ‘Allee,’ zegt één van die flikken in plat Gents wanneer hij wil vertrekken, ‘merci voor te komen, iedereen.’ Dan lig ik echt te hikken in mijn zetel.”

Hoe gaat het verder nog met jou in deze barre tijden?

Scheire: “Naar omstandigheden best goed: ik blijf bezig. De grote dromen – en dan heb ik het vooral over Engeland – staan op coronapauze, maar ik zou gek zijn om daarover te klagen. Als ik het vergelijk met anderen, ook binnen de sector, dan stel ik het goed.”

Wat hoop je precies ooit in Engeland te bereiken?

Scheire: “De science comedy is daar een genre apart, met een eigen scene waar ik graag aansluiting bij zoek. Ik stond in Engeland al op enkele wetenschapsfestivals en andere podia, en ik wil dat graag blijven doen. Hopelijk zit er ooit een tv-project in. Door de jaren heen heb ik wat vrienden gemaakt op de QI-redactie, en die van de No Such Thing as a Fish-podcast, dus wie weet.”

Ik noteer: je natte droom is een rol als vast panellid in QI?

Scheire (lachje): “Waar mag ik tekenen met mijn eigen bloed?”

Team Scheire, Canvas, dinsdag 13 oktober, 21.15 uur

© Humo