Direct naar artikelinhoud
Covid-19

70 procent meer doden bij kansarmen: oversterfte door Covid-19 treft vooral mensen onderaan sociale ladder

De grootste besmettingshaarden zijn te vinden in dichtbevolkte stadswijken met een lage socio-economische status.Beeld Wouter Van Vooren

Corona slaat veel harder toe bij mensen met een lage socio-economische status dan bij de rest van de bevolking. Dat blijkt uit een studie van de Socialistische Mutualiteiten. ‘We moeten die mensen extra beschermen tegen de negatieve gevolgen van de pandemie.’

Uit onderzoek was al eerder gebleken dat van half maart tot half mei – grosso modo de periode van de lockdown – zo’n 50 procent meer mensen stierven in ons land dan in andere jaren. Voor het eerst tonen cijfers over leden van de Socialistische Mutualiteiten nu ook aan dat die zogeheten oversterfte het grootst was bij mensen in een zwakke socio-economische positie.

Bij die groep vielen in de onderzochte periode 70 procent meer overlijdens dan in andere jaren. Voor mensen met een gemiddeld hogere socio-economische status bleef de oversterfte beperkt tot 45 procent. Het verschil is nog opmerkelijker als bewoners van woon-zorgcentra niet meegeteld worden: 45 procent oversterfte voor lagere klassen tegenover 15 procent bij hogere klassen. De tendens is dezelfde voor de drie gewesten, al zijn de verschillen het grootst in Brussel.

Om tot die conclusies te komen, kijkt de studie naar leden van het ziekenfonds die al dan niet een verhoogde tegemoetkoming krijgen. Dat betekent dat ze bijvoorbeeld bij een doktersbezoek een hoger bedrag terugkrijgen. Het gaat voornamelijk om gezinnen met een laag inkomen, of enkel een vervangingsinkomen.

Dat zij het zwaarst getroffen worden, heeft verschillende verklaringen. “Zij wonen vaak in slechtere leefomstandigheden, met meer mensen dicht op elkaar”, zegt Paul Callewaert, algemeen secretaris van de Socialistische Mutualiteiten. “Zij lopen dus een groter risico op besmetting. Ze leven ook vaker geïsoleerd, en vingen misschien minder informatie op over covid en hoe ermee om te gaan.”

Daarnaast hebben mensen uit lagere klasse doorgaans een slechtere gezondheid. Omdat ze gemiddeld minder naar de dokter gaan dan meer vermogenden, kampen ze ook vaker met aandoeningen waarvan ze niet eens afweten – maar die wel het risico op complicaties bij Covid-19 verhogen. 

Meer aandacht voor zwakkeren

Voor Callewaert is het duidelijk dat het coronabeleid meer aandacht moet hebben voor zwakkeren in de samenleving. “Veldwerkers van de contactopsporing kunnen signaleren als ze vaststellen dat iemand begeleiding nodig heeft. We moeten die mensen extra beschermen tegen de negatieve gevolgen van de pandemie.”

De studie toont opnieuw aan hoe de impact van Covid-19 ongelijk verdeeld is. Mensen onderaan de sociale ladder lopen een hogere kans om zwaar in de klappen te delen. Zo werken ze vaker in sectoren waar thuiswerk niet mogelijk is en afstand houden op het werk evenmin vanzelfsprekend is.

Toen het coronavirus afgelopen zomer aan terrein won, bleek ook dat de grootste besmettingshaarden te vinden waren in dichtbevolkte stadswijken met een lage socio-economische status, zoals het Kiel in Antwerpen. Ook de overlijdens in de eerste golf blijken volgens de studie van de Socialistische Mutualiteiten hoger in de grote steden, met een oversterfte van 76 procent tegenover 55 in kleine gemeenten en 42 procent in de gemeenten rond de grote stadskernen.

Sommige cijfers in de studie dienen wel genuanceerd, omdat de Socialistische Mutualiteit relatief gezien meer leden telt die recht hebben op een hogere terugbetaling. Al maakt dat voor de conclusies over socio-economische status geen groot verschil, klinkt het.