Alaphilippe is hét wapen in sterk blok van The Wolfpack: “Koers vroeg openbreken, laat ze dan maar achter ons rijden”

Dé kopman bij Elegant-Quick.Step is wereldkampioen Julian Alaphilippe. Het is zijn eerste Ronde van Vlaanderen, maar de 28-jarige Fransman deinst niet terug van nieuw terrein. “Ik ben geen Flandrien, dat klopt, maar het gevoel tijdens de verkenning zat goed. Ik ben omringd door een ontzettend sterk team en het is zaak om simpelweg álles te geven. Dit is een Monument, een héél belangrijke koers. Een koers waar ik passie voor heb. Ik keek er altijd naar op televisie en luisterde vol aandacht naar mijn ploegmaats als ze verhalen vertelden over de Ronde. Nu sta ik er zélf aan de start. Ik ben blij dat ik het hier mag ontdekken. De motivatie is enorm.” 

Aan zijn zijde: Kasper Asgreen, Tim Declercq, Dries Devenyns, Florian Sénéchal,  Zdenek Stybar en Yves Lampaert. Devenyns wordt de persoonlijke bodyguard van Alaphilippe - “Mijn betrachting is om hem zo fris mogelijk naar de finale te brengen”, terwijl de rest de koers hard moet maken - typerend voor de Wolfpack-equipe. Een manier ook om topfavorieten Wout van Aert en Mathieu van der Poel af te zonderen. “Afwachtend koersen is niet aan ons besteed”, vertelt Lampaert. “Julian moet bij Wout en Mathieu blijven, verder is het aan de anderen om de koers vroeg open te breken. Laat ze dan maar achter ons rijden. Ons voordeel is ook dat we tactisch snel kunnen schakelen. Andere ploegen hebben vaak maar één plan - één kopman -, maar wij kunnen op meerdere pionnen mikken. Dat maakt ons als ploeg sterk.” 

Patrick Lefevere zal al blij zijn als er straks één van hem als eerste over de streep bolt. “Uiteraard is Julian onze kopman. Zelf heeft hij inderdaad geen ervaring hier, maar de ploegmaats rond hem wél. En laat ons niet vergeten dat we nog andere kleppers hebben. Ik zal niet triester zijn als één van de andere zes straks wint.” 

Greg Van Avermaet zal zondag dan toch niet aan start van Ronde van Vlaanderen staan

Mathieu van der Poel vastberaden om die ene grote koers die nog rest te winnen: “Als ik goed ben, moet ik niemand vrezen”