Direct naar artikelinhoud
ReportageBolivia

De Bolivianen die hopen op God en ‘Macho’ om hun land te leiden

Een supporter van Luis Fernando Camacho toont een plakaat van zijn hoofd vanuit de auto in een rally voor de rechtse presidentskandidaat.Beeld AFP

Een diep verdeeld Bolivia gaat zondag naar de stembus. In de stad Santa Cruz in het warme laagland dromen kiezers van een rechtse regering. Ze hopen op God en op hun kandidaat ‘Macho’ Camacho. En vooral: nooit nooit meer Evo Morales.

Luis Fernando Camacho knielt op het dak van de vrachtwagencabine en kijkt omhoog naar het beeld van Christus. “God zal in Bolivia regeren! En Bolivia zal van de Bolivianen zijn!” De rechtse presidentskandidaat draagt zijn witte campagnepetje nonchalant achterstevoren. Zijn gebalde vuist veert omhoog met elke zin. Mensen juichen en zwaaien met vlaggen. “Viva Bolivia!”

Santa Cruz de la Sierra, tropische stad in het oostelijke laagland van Bolivia, is het bastion van ‘Macho’ Camacho, 41 jaar, geschoren hoofd, stoppelbaard, conservatief christen. Ook leider van het rechtse verzet tegen de man die veertien jaar zetelde in het presidentieel paleis: de socialist Evo Morales. Hier op de rotonde van ‘El Cristo’ vond een jaar geleden de rechtse opstand plaats, 21 dagen van aangesloten protest tegen de inheemse president. Totdat Morales, op nadrukkelijk verzoek van het leger, per vliegtuig het land verliet.

De strijd begon in Santa Cruz en eindigt zondag 18 oktober in La Paz, belooft Camacho. Zijn duizenden aanhangers juichen, want dit is hún macho, de jonge gast die als enige kan afrekenen met de oude politiek. “Evo de nuevo? Huevo carajo!“, roepen ze, “Nog een keer Evo? Fuck dat!” De afkeer van het socialisme zit diep. “Wij zijn de motor van Bolivia”, beweren vele Cruceños, kijk maar naar de sojateelt, de houtproductie, de industrie. Hun regio, weten ze, genereert meer economische groei dan elk ander deel van Bolivia.

Vanavond op de rotonde zijn de 8.000 coviddoden in het land met 11 miljoen inwoners even vergeten. In de menigte broeit de euforie, mondkapjesdragers zijn in de minderheid. Mannen en vrouwen met bakfietsen verkopen frisdrank en gegrild vlees. Wanneer na uren wachten de campagnetruck van Camacho arriveert, drommen de mensen nog dichter op elkaar. Iedereen wil een glimp opvangen van hun held, die op 10 november vorig jaar met een grote bijbel het presidentieel paleis in La Paz binnensloop, enkele uren voor Morales’ vertrek.

‘Dictatuur’

In Santa Cruz vierden velen de gedwongen vlucht van de president als een bevrijding. Het einde van de ‘dictatuur’, want zo mag je een heerschappij van veertien jaar wel noemen, vindt Gloria Casanova (54). “We zijn een inheems land”, benadrukt ze. En het was goed, zegt ze, dat het land in 2006 een inheemse president koos. Maar toen volgden een tweede termijn, en een derde, en een poging tot een vierde. Meer termijnen dan Morales’ eigen grondwet hem toestond. Met de jaren ging het bergafwaarts, zegt ze. “De corruptie nam toe, de criminaliteit, de drugshandel.”

De negentienjarige Luis Aguilera groeide op onder president Morales en weet het zeker: “Het socialisme heeft nog nooit ergens gewerkt.” Daarom stemt hij zondag op het rechtse ‘Creemos’: ‘Wij geloven’. Maar de Camacho-fans geloven tegen de klippen op, in alle kiezersonderzoeken staat hun kandidaat op de derde plek en komt hij niet boven de 15 procent uit. De peilingen beloven een tweestrijd tussen Luis Arce, kandidaat van Morales’ Beweging naar Socialisme (MAS), en centrumkandidaat Carlos Mesa.

Ooit, voor het Evo-tijdperk, was Mesa al even president van Bolivia, een post die hem als vicepresident toekwam toen de gekozen president opstapte. In de omstreden verkiezingen van oktober vorig jaar verloor hij nipt van Morales. Hij is een gerespecteerd intellectueel, geen man die grote massa’s op de been krijgt. Mesa is vooral níét de MAS. Volgens de prognoses schommelt hij rond de 33 procent, Acre zou volgens de laatste peilingen 42 procent halen. Als dat klopt, zal een tweede ronde nodig zijn half november.

De Camacho-aanhangers in Santa Cruz staan zodoende voor een dilemma: nu al tegen de MAS stemmen en strategisch voor Mesa kiezen of zondag trouw blijven aan hun man en erop gokken dat de socialisten het in de eerste ronde niet redden. Maar wat zeggen die peilingen nu helemaal? “Die zijn gekocht”, weet Ildu Ribera (42). “Mesa krijgt mijn stem niet”, zegt Marcela Ayala (55). “Waar was hij vorig jaar toen wij de straat opgingen?” Hun keuze spat in roze letters van hun witte vlaggen, shirts en petjes: zij geloven in Creemos.

Tweederangsburgers

Een paar uur eerder op diezelfde dag, 800 kilometer naar het westen en op ruim 4 kilometer hoogte, wapperden in de stad El Alto het blauw van de MAS en de geblokte regenboogvlag, de inheemse Whipala. Ook Arce kreeg vele duizenden mensen op de been voor de afsluiting van zijn campagne.

Onder de veelal inheemse en linkse inwoners van El Alto, grenzend aan politieke hoofdstad La Paz, is een jaar later de woede om het vertrek van ‘Evo’ onverminderd groot. Morales’ presidentschap betekende emancipatie voor inheemse Bolivianen, die eeuwenlang tweederangsburgers waren geweest. Velen vrezen een terugkeer naar vroeger. Na de staatsgreep tegen hun leider volgde de repressie van de rechtse interim-regering van president Jeanine Añez. Tijdens protesten in november schoot het leger met scherp en kwamen tientallen MAS-aanhangers om.

Al een jaar lang knetteren de etnische en politieke spanningen door Bolivia. Hoogvlakte en laagland kijken met grote argwaan naar elkaar. Maar de polarisatie gaat voorbij die tweedeling. Vele anderen die zich niet (meer) thuis voelen bij de flanken en in het midden uitkomen, ook veel inheemse Bolivianen die het vertrouwen in de MAS verloren, koesteren eveneens groot wantrouwen. Morales doopte Bolivia om van republiek naar ‘plurinationale staat’, een kleurrijke veelvoud van naties binnen één staat – nu een diep verdeeld land.