Direct naar artikelinhoud
Interview

Tomas Van Den Spiegel: ‘Ik heb in de Tour gezien hoe het níét moet’

Tomas Van Den Spiegel: Toen ik in Bologna basketbalde, was mijn bijnaam ‘Il Leone di Fiandre’, de Leeuw van Vlaanderen, naar analogie met Museeuw.’Beeld Wouter Van Vooren

Als vandaag, zondag 18 oktober, de Ronde van Vlaanderen wordt verreden, is dat zeker ook te danken aan Flanders Classics-CEO Tomas Van Den Spiegel (42). ‘Geen ­publiek, dat is heel erg. Maar we gaan wél het ­kijkcijferrecord breken.’

Afgelopen dinsdag in het Centrum Ronde van Vlaanderen. Operatie Red De Ronde heeft hoofdrolspelers opgetrommeld voor een persconferentie. De ene na de andere neemt het woord en met de spreker wordt de taal repressiever. Met een uit de kluiten gewassen federale politieman achter de micro, komt het pas echt binnen: de Vlaamse Ardennen beleven dit weekend een wielerstaat van beleg. Zoveel no-gozones, dat moet geleden zijn van de inval van de Duitsers. Na de desgevallende boetes en straffen nog eens te hebben benadrukt, kondigt de superflik de CEO van Flanders Classics aan.

BIO • geboren op 10 juli 1978 in Gent • debuteerde op 17-jarige leeftijd in de Belgische eerste klasse basketbal • won met Oostende twee landstitels en twee bekers • speelde daarna o.a. bij Fortitudo Bologna, CSKA Moskou en Real Madrid • keerde begin 2011 terug naar België en stopte in 2013 door blessures • werd in 2016 voorzitter van de Union des Ligues Européennes de Basket (ULEB) • werd in 2018 CEO van Flanders Classics

Een imposante figuur hijst zich uit de te lage stoelen, stapt het podium op, gaat zitten, weer aan te lage stoelen en tafel, zet het Flanders Classics-mondkapje af. Hij bedankt elke spreker en instantie, uit het hoofd, en begint zijn verhaal, precies zoals hij dat eerder deed tegen ondergetekende in een Gentse koffiezaak, toen met cappuccino’s en twee puntjes kaastaart tussen ons.

De naturel, de rustige flair van Tomas Van Den Spiegel is nieuw voor koersland Vlaanderen. Zonder uitgeschreven tekst, slides heeft hij ook niet nodig, somt hij in klare taal nog eens de noodzakelijke maatregelen op die van de Ronde van Vlaanderen Limited Edition een unieke wedstrijd zullen maken.

Hij hamert op het belang van het gezondheidsaspect en legt handig de nadruk op hoe zijn organisatie het resterende mediabudget heeft ingezet om het publiek te vragen, zeg maar te smeken, weg te blijven van het parcours. In alle mediaoutlets was Van Den Spiegel daarna de geïnterviewde met dienst.

Tomas Van Den Spiegel: “Transparant communiceren is mijn voornaamste taak sinds het uitbreken van de coronacrisis. Dat zijn we verplicht aan de wielerfans en aan het wielrennen: onze verantwoordelijkheid nemen in goede en kwade dagen. Maar ik, stressvrij? Hoegenaamd niet. Ik slaap al weken slecht. Ik kan wel goed focussen om een resultaat te bereiken, dat is ook topsport.”

U bent sinds begin 2018 de CEO van Flanders Classics. Sinds wanneer weet u van het bestaan van de fiets en het wielrennen af?

Tomas Van Den Spiegel: “Ik ben een echte Vlaming, opgegroeid met die superpassie. Ik heb die sport altijd gevolgd, voor zover dat mogelijk was toen ik in het buitenland basketbalde. Toen ik bij Bologna speelde, waren dat de hoogdagen van Johan Museeuw en Italië is ook koersgek. Mijn bijnaam in Bologna was Il Leone di Fiandre, de Leeuw van Vlaanderen, naar analogie met Museeuw.

“Zelf fietsen is een ander verhaal. Ik heb nog niet zo heel lang een koersfiets. Ik ben ermee begonnen in 2015 toen ik peter werd van de 1.000 kilometer van Kom Op Tegen Kanker. Door mijn 2m14 was het heel lastig om een geschikt kader te vinden.”

Werken voor Wouter Vandenhaute en overleven is niet iedereen gegeven. U bent een survivor.

“Ik heb de eerste jaren vooral geluisterd en geobserveerd. Jij hebt vorig jaar in een column geschreven dat ik in een dubbelinterview met Wouter maar een kwart van de quotes voor mijn rekening nam en je noemde dat slim. Met het dossier van de Wereldbekers cross ben ik een jaar geleden voor het eerst op de voorgrond getreden.

‘Ik pas me makkelijk aan, maar ik heb ook mijn ego, ben ook ambitieus en ik denk dat ik iets kan betekenen.’Beeld Wouter Van Vooren

“Een survivor? Misschien wel, ik pas mij makkelijk aan, maar ik heb ook mijn ego, ik ben ook ambitieus en ik denk dat ik iets kan betekenen. Ik was niet de beste basketbalspeler van Europa, maar elke coach wilde mij wel in zijn team, omdat ik de puntjes kon verbinden om tot resultaat te komen. Dit wil ik ook bij Flanders Classics doen.

“Ik won in 2012 De slimste mens en toen ben ik met Wouter Vandenhaute aan de praat geraakt over ondernemen in de sport. Een goed gesprek. Elk jaar kwamen we elkaar wel eens tegen en begonnen we er opnieuw over. In 2018 belde hij dat hij mij wilde spreken. Toen hebben we een hele zaterdag samen gezeten. Ik moest hem terug bellen, maar ik belde niet. Waarop hij zelf belde: hoe zit het, klaar om CEO te worden van Flanders Classics? Ik ben toen gesprongen, heel goed wetend dat ik in een traditioneel milieu terechtkwam. Wouter was al een vreemde eend in de bijt, ik was nog vreemder. Ik zag er ook atypisch uit voor wielrennen.

“Ik manage de dagelijkse werking van Flanders Classics, dat zijn 25 vrouwen en mannen, en heel wat toeleveranciers. Neen, ik had weinig ervaring, maar ik heb wel wat gezond verstand en ben goed omringd en daar komt het op aan. Wat ik heb veranderd? Niet zo heel veel dat onmiddellijk opvalt. We hebben het vrouwenwielrennen organisatorisch naar een hoger niveau getild, waardoor er nu ook een Parijs-Roubaix voor vrouwen op de kalender stond. En ik heb voor deze compacte kalender de afstanden ingekort. Niet alle organisatoren en burgemeesters zijn daar even blij mee. En toch moest het zo.

“Naast vrouwenwielrennen hebben we door corona op het vlak van virtueel fietsen echt wel een verschil gemaakt. Daarnaast zijn we sterk gegroeid van een bedrijf dat enkel in het voorjaar relevant was naar een bedrijf dat het hele jaar organiseert. Er staat intussen ook een ‘data management platform’ klaar dat ons toelaat de wielerfan en liefhebber beter te leren kennen en op zijn wenken te bedienen.”

Neem ons eens mee naar februari-maart. Hoe hebt u dat beleefd?

“Tegelijk met de Omloop was er de UAE Tour in de Emiraten en enkele renners hadden daar positief getest. Dat was op dat moment ver van ons bed, wij organiseerden op 28 februari nog de start in het Kuipke in Gent met duizenden toeschouwers. Een week later ben ik al naar Marc Van Ranst getrokken om te vragen hoe hij de toekomst zag. Dat kon toen nog alle kanten uit, maar in Italië ontplofte het die week.

“Al heel snel hebben wij beslist dat we ons zouden beperken tot de basis van organiseren: een wedstrijd laten doorgaan. Het randgebeuren, de hospitality, toch een groot deel van ons zakencijfer, hebben we afgelast. Uiteindelijk is niks van het Vlaamse voorjaarsprogramma kunnen doorgaan. Nu wel, maar in beperkte vorm: geen toeschouwers, geen vips. Of we zo break-even kunnen draaien, zal ik pas kunnen zeggen als we hiermee klaar zijn.

“Het belangrijkste is dat die wedstrijd kan doorgaan. Wielrennen zonder vips is financieel lastig, zonder toeschouwers kan wel. De ticketing is maar een klein deel van de inkomsten, maar veel volk langs de kant is natuurlijk leuker. Gelukkig is een wielerwedstrijd waarin wordt gekoerst nog steeds een valabel tv-product. Ik denk zelfs dat we het kijkcijferrecord van 1,4 miljoen voor de Ronde van Vlaanderen zullen breken.”

Koers lijkt de enige sport die corona moeiteloos zal overleven. Met dank aan het voluntarisme van de wielrenners. Zo’n frictie tussen Van Aert en Van der Poel: is dat geen geschenk?

“Elke sport heeft nood aan verhalen, aan sterren. Laat het nu juist twee jongens van bij ons zijn, want dat is Mathieu ook, en die uit de cross komen, die het wielrennen vandaag domineren. Ze hebben allebei star quality en zijn welbespraakt. Dat akkefietje na Gent-Wevelgem is inderdaad een geschenk voor het wielrennen. Misschien wordt het zondag wel een sprint met die twee in Oudenaarde.

“Alle sport lijdt onder Covid-19, dat staat vast. Niet alleen de wedstrijden, maar ook de massa­events voor duizenden deelnemers. Gaan wij ooit nog een Ronde van Vlaanderen voor wielertoeristen kunnen organiseren, bijvoorbeeld? Hoe zit dat met de marathons van 40.000 man?

Tomas Van den Spiegel in het gele shirt van Oostende, in 2011.Beeld BELGA

“Neem het veldrijden. Dat is een stadionsport, maar er zijn geen afgebakende zitjes zoals op het voetbal. Dus doen we het zonder publiek, net als in de Ronde. Wij willen sport organiseren, zonder verspreiders van het virus te zijn. Veldrijden heeft het moeilijk, het economisch model is afhankelijk van ticketing die nu wegvalt, en van het verkopen van eten en drinken, wat ook wegvalt. En toch hoed ik mij voor het wentelen in zelfmedelijden. Er zijn nog sectoren behalve sport die het zwaar hebben. De impact is gigantisch, maar het is aan de sportsector om er iets op te vinden, de dingen anders te doen.”

Wat doet u de dag van de koers?

“Ik sta aan de aankomstzone. Veel is er dan niet meer te doen voor mij. Dit jaar ben ik natuurlijk stand-by als het niet loopt zoals het hoort met betrekking tot de veiligheid en de coronamaatregelen. Bij een normale editie praat ik met de genodigden of de lokale autoriteiten, maar die zijn nu dus niet zo talrijk als vroeger. En sponsors beperken nu vaak hun aanwezigheid, dus dat is ook minder. Afgezien van de stress of alles goed zal verlopen, zijn deze coronawedstrijden voor mij de rustigste die ik al heb gekend. De laatste weken was er alleen een probleempje rond de Brabantse Pijl, toen bleek dat de vrouwenploeg van CCC een positieve coronatest had. Die trokken zichzelf uit de wedstrijd terug.

“Mijn werk loopt weken vóór op het event. Veiligheid is een heel belangrijk item geworden en terecht. De kalender was een ander heikel probleem. Ik heb onderhandeld met de CEO’s van ASO, RCS en alle andere grote wedstrijden over wat wanneer zou worden gereden. Ik dacht dat we goed zaten met oktober, daar leek het ten minste op in juni. Nu blijkt het toch tricky te zijn. Die onderhandelingen heb ik alleen gedaan, Wouter Vandenhaute was toen erg druk met Anderlecht, maar we overlegden uiteraard.”

Op de fiets?

“Dat gebeurt geregeld. Mijn fiets zit vaak in de koffer van de auto en als we iets te bespreken hebben, is het gezonder om dat tijdens een fietstocht te doen dan aan tafel. Vilvoorde is wel niet zo’n ideale uitvalsbasis voor een mooie tocht. De meeste van mijn ritten ben ik alleen op pad. Ik woon in Heusden bij Gent, via de Schelde ben ik zo in Oudenaarde en dan hangt mijn rondje af van hoeveel tijd ik heb.

“Ik denk dat ik in 2020 aan 6.000 kilometer zal komen, wat veel is voor mij. Ik ben erop vooruitgegaan dit jaar. Ik ben ook fit en mijn gehavende enkels voel ik ook niet als ik fiets, tenzij na een hele lange tocht. Er zit nog wat ijzer in mijn voet en dat wil wel eens opspelen.

“Ik heb ook die obsessie van de wieltoerist: ik kan niet gewoon gaan fietsen. Ik moet een strijd leveren tegen mijzelf, tegen mijn pr op de STRAVA-segmenten en dan wil ik nog wel eens te veel doen en mijzelf kapot fietsen. Op Zwift durf ik ook wel eens tegen iemand te rijden en als die dan net sterker is, pfff. Ik weet dat ik nooit aan gemiddeldes van 37 zal geraken. Uit de wind zitten, dat gevoel ken ik niet. (lacht) Ik rij altijd in de wind. En klimmen is al zeker mijn ding niet.

“Ik ben in de Tour de Col de la Loze (21,5 km aan 7,8% met pieken van 20%, HV) opgereden. Met vijf per uur en af en toe strategisch gestopt. Ik was vooral in de Tour om te kijken hoe zij het aanpakten. Veel heb ik niet geleerd. Die massa volk op de Peyresourde was fout. Ook bij de tijdrit stond het volk te dicht op elkaar. De Grand Colombier was dan weer hermetisch afgesloten. De ene berg dicht en de andere niet, volgens de waan van de dag… Ik heb toen gezien hoe het niet moest.”

U zat eerder bij Bakala en dan zijn er nog Sporthouse Group en het basketbalverhaal. Hoe past u alles in?

“Bij Bakala ben ik weg sinds 2017. Bij Sporthouse Group ben ik aandeelhouder en heb ik een minder operationele functie. Sporthouse zit in de digitale communicatie. Wij doen onder meer de accounts van Kevin De Bruyne, Dries Mertens, een aantal voetbalclubs, Play Telenet. Ook Flanders Classics, maar dat dateert al van voor ik daar ben. Veertien mensen werken daar, de CEO is Sam Kerkhofs, de neef van Kat, de vrouw van Dries Mertens.

'Coachen? Nooit. Ik leg mijn lot niet in handen van anderen en van niet te controleren parameters.'Beeld Wouter Van Vooren

“Ik heb een drukke agenda, dat kan ik niet ontkennen en ik wil het ook allemaal goed doen. Dat betekent veel en lange dagen, opstaan en gaan slapen met wielrennen. Toch heb ik niet het gevoel dat ik werk.”

En dat basketbal?

“Ik ben voorzitter van ULEB, de koepelfederatie van de grootste liga’s in Europa. Maandag ben ik voor nog eens vier jaar herkozen, er was geen tegenkandidaat. Dat is een onbezoldigde functie, maar lang niet ceremonieel. We hebben recent, als grootste aandeelhouder van de Euroleague, bij de Europese Commissie een klacht ingediend voor kartelvorming tégen die Euroleague. Wij willen een eerlijke behandeling en toegang van alle liga’s tot die lucratieve Europese competitie.

“Ik zit als voorzitter van ULEB ook in de raad van bestuur en het uitvoerend comité van de wereldbasketbalbond FIBA Europe en ben lid van de competitiecommissie van FIBA World. Dat zijn puur politieke functies. Hoewel ik niet de typische bobo ben, liggen daar mijn kwaliteiten. Coachen? Nooit. Ik leg mijn lot niet in handen van anderen en van niet te controleren parameters. Ik ben ook niet geduldig genoeg om een hele hiërarchie te doorlopen. Als Belgische speler in Europa je plek veroveren, dat gevecht heb ik al eens geleverd. Nu ook nog eens als coach, is nog lastiger. Daar heb ik geen zin in.

“Basketbal is mijn leven geweest en wat ik nu doe voor de ULEB is teruggeven aan de sport. Het plezante is dat spelers van mijn generatie als Andrej Kirilenko (ex-NBA, HV) en mijn room mate bij Real Madrid Jorge Garbajosa nu ook voorzitter zijn van hun nationale bond. Het basketballen zelf? Als ik een ring zie hangen, zoals bij mijn zus, zal ik nog eens een bal gooien, maar ik heb thuis geen ring. In de kelder hangen wat shirts en memorabilia en dat is het.”

Af en toe post u nog een actie van u op Twitter.

“Soms wijzen vrienden mij op fragmenten van vroeger. Mijn carrière dateert grotendeels van voor het social-mediatijdperk dus zoveel materiaal is er niet. Maar het is wel leuk om dat eens terug te zien. Winnen en presteren in topsport, is een gevoel dat je met niks anders kan vergelijken. Dat af en toe terug oproepen, is plezant.”

Mag in uw biografietje ook uw passage bij het Optima van Jeroen Piqueur worden vermeld?

(lacht) ”Zeker. Laatst was er iemand die beweerde dat ik mijn Optima-jaren van mijn LinkedIn had weggehaald. Niet waar. Ik ben Jeroen en zijn zoon dankbaar voor de kansen die ik heb gekregen. Dat was een goede leerschool. Ik begeleidde topsporters bij hun financiële planning, maar ik deed ook event marketing en sponsoring,. Ik zou vandaag niet staan waar ik sta zonder die jaren.”