Direct naar artikelinhoud
AnalyseHerbesmettingen

Luttele maanden verder, en wéér besmet met corona: hoe kan dat?

Het coronavirus onder de microscoop.Beeld AP

Wetenschappers zitten in hun maag met een hardnekkig raadsel: steeds meer mensen krijgen na een paar maanden opnieuw corona. Zeldzame uitzonderingen? Of zijn we na een infectie met het virus helemaal niet zo goed beschermd als men hoopte?

Het begon met een algehele lamlendigheid. Dat gevoel, alsof je spieren er geen zin meer in hebben, vertelt de 49-jarige leraar Louis. Misschien had het gewoon te maken met het feit dat hij na een doorwaakte nacht ’s ochtends vroeg door de kou naar het sportveld was gefietst, om te scheidsrechteren bij het jeugdhockey. “Je merkt dan toch dat je achterin de veertig bent”, zegt hij aan de telefoon.

Maar ook na die dag verdween de slapte niet. Hij was rillerig, verkouden, moe. Corona, zo gaf de test die hij voor de zekerheid onderging enkele dagen later aan. “En dat hoorde eigenlijk niet te kunnen”, zegt hij. “Ik had het tien weken eerder ook al gehad.”

Louis – zijn achternaam wil hij om privacyredenen niet in de krant – behoort tot een groeiende groep patiënten die tot in de hoogste regionen van de Wereldgezondheidsorganisatie bezorgde gezichten teweegbrengt: mensen die al na een paar maanden opnieuw Covid-19 krijgen.

Afbraak antistoffen

Dat we ooit – na pakweg een halfjaar, of een jaar – opnieuw besmet kunnen raken met het coronavirus, onderkennen onderhand de meeste deskundigen. Zo was er het geval van de 33-jarige Hongkonger, die corona kreeg, herstelde, vijf maanden later naar Europa reisde, en daar opnieuw het virus oppikte. Kan gebeuren: de ‘antistoffen’ die we na een infectie tijdelijk in ons bloed dragen, worden na een tijdje weer afgebroken. Ziek werd de Hongkonger de tweede keer niet. Kennelijk had zijn afweersysteem onthouden hoe het virus eruitzag, zodat het snel weer in actie kwam en het virus onderdrukte.

Maar herinfectie na luttele maanden, dat is nieuw, en onverwacht. Niet langer zouden we ervan op aan kunnen dat we na een corona-infectie een poosje beschermd zijn tegen het virus. Niks ‘ik heb het al gehad’; ook direct na een infectie zouden we moeten oppassen met onderlinge contacten, net als ieder ander. ‘Groepsimmuniteit’ zou een illusie zijn, en wie weet wordt vaccinatie moeilijker dan verwacht: het is te hopen dat een inenting langer beschermt dan de tien weken die Louis erover deed om opnieuw besmet te raken.

Want Louis is de enige niet. Bij het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis in Tilburg in Nederland kreeg arts-microbioloog Jean-Luc Murk te maken met het wonderlijke geval van een patiënt die covid had, herstelde, en binnen een maand alweer terug was met, jawel, covid. De patiënt had een andere virusstam opgepikt dan de eerste keer, bleek uit nadere analyse van de genetische vingerafdruk van het virus.

Herinfectie

Zo kent het Nederlandse instituut voor volksgezondheid RIVM, de Nederlandse Sciensano, zeg maar, inmiddels “enkele tientallen vermoedelijke gevallen” van herinfectie, zegt viroloog Chantal Reusken. Bij zo’n kwart van de gevallen gaat het om terugkerende ziekte binnen acht weken. Drie heeft men in detail bestudeerd: “zeer waarschijnlijk” gaat het om herinfectie, zegt Reusken. “We zien dan dat de virussen van de eerste en de tweede infectie een iets andere genetische signatuur hebben.” Bij twee van de patiënten was het virus zelfs na vijf weken alweer terug.

‘Herinfectie’, gebruik dat woord niet te snel, waarschuwen experts. “Waar we bij dit soort gevallen tegenaan lopen, is dat we niet meteen weten of het een ander virus is, of gewoon een langdurig dragerschap van hetzelfde virus”, zegt Murk. “Sommige mensen lijken heel langdurig met het virus rond te lopen. Af en toe voelen ze zich beter, af en toe worden ze weer ziek.”

Of, een andere, theoretische mogelijkheid, zegt Reusken: dat er sprake is van een soort salvo van twéé virussen, die kort na elkaar toeslaan. “Dat is denkbaar omdat we een gezin kennen waar tegelijkertijd twee gezinsleden geïnfecteerd waren, ieder met een andere virusstam”, zegt Reusken.

Maar eerlijk gezegd, vindt viroloog Lia van der Hoek (Amsterdam UMC), lijkt het geval van Louis toch echt op een herinfectie. “Ik heb dit soort anekdotes al een paar keer gehoord. Men spreekt officieel pas van mogelijke herinfectie als iemand tussendoor negatief is getest. Maar na tien weken lijkt herinfectie me toch waarschijnlijker, dan dat het virus er nog steeds zit.”

Geen cijfers voor België

In België houdt gezondheids­instituut Sciensano geen cijfers bij over herbesmettingen. “Maar ze zijn zeer zeldzaam”, zegt viroloog Steven Van Gucht. “Wereldwijd heb ik weet van zes bewezen gevallen.” Een van die gevallen werd afgelopen zomer wel ontdekt in het laboratorium van de KU Leuven. Viroloog Marc Van Ranst legde toen uit dat de patiënte na drie maanden opnieuw ziek was geworden met een ander virus met elf mutaties. Hoeveel herbesmettingen er werkelijk gebeuren in ons land, is moeilijk te zeggen. Daarvoor moet je het DNA van het eerste virus vergelijken met het tweede, want vaak is dat eigenlijk nog een restant van het oorspronkelijke virus. “Tegen dan zijn de stalen van het eerste virus vaak al vernietigd”, zegt Van Gucht.

Geen effectieve antistoffen

Wat er in zo’n geval gebeurt? Een mogelijkheid, zegt Van der Hoek, is dat het lichaam weliswaar antistoffen aanmaakt, maar geen erg effectieve. “Dit virus is nieuw, je immuunsysteem heeft het nog niet gezien. Dan wil het wel gebeuren dat je wel antistoffen maakt, maar niet dat je zegt: lekkere antistoffen.”

Vervolginfecties dienen dan als ‘booster’, zegt ze. “Dat zie je met onze seasonals, de luchtwegvirussen die we elke winter krijgen. Ze komen als een trein met enige regelmaat voorbij. En je immuunsysteem leert er steeds beter mee om te gaan.” Dat zou verklaren waarom Louis de eerste keer ‘toch iets zieker werd dan nu’, zoals hij zegt: zijn lijf moest het virus nog leren kennen.

Een andere mogelijkheid, zegt Reusken, is dat men zelfs nauwelijks antistoffen aanmaakt. “Twee van de patiënten die we nader bestudeerden en van wie we bloedmonsters hadden, hadden na afloop van de eerste ziekte-episode zelfs helemaal geen virus neutraliserende antistoffen aangemaakt.”

Soms gaat het daarbij om iemand die al immuunproblemen had. Neem de 89-jarige Nederlandse vrouw die overleed aan haar tweede keer corona, een twijfelachtige primeur in de vakliteratuur. De vrouw lag vijf dagen in het ziekenhuis met covid, genas, en raakte twee maanden laten opnieuw geïnfecteerd, ditmaal met noodlottige afloop. Maar de vrouw was wel ‘immuungecompromitteerd’, zoals medici zeggen: ze onderging een chemokuur die B-cellen afbreekt, de geheugencellen van het immuunsysteem.

De corona-afdeling van het universiteitsziekenhuis in Praag, Tsjechië.Beeld EPA

Nee, dan de zaak van de 46-jarige, verder goed gezonde Ecuadoriaan die wetenschappers vorige maand beschreven. De man kreeg corona en herstelde, maar bleek in het geheel geen beschermende antistoffen tegen het virus te hebben aangemaakt. Al na negen weken raakte hij opnieuw besmet. Deze keer was hij ernstiger ziek dan de eerste keer.

Andere virusstam

Blijkbaar ‘pakt’ het immuunsysteem in zo’n geval niet goed, is een van de mogelijkheden waarmee de Amerikaanse immunoloog Akiko Iwasaki speelt in een wetenschappelijke bespreking van dergelijke gevallen. Het is dan of er niets is gebeurd: misschien is de volgende infectie ernstiger, misschien niet. Een 25-jarige man uit Nevada, wiens geval artsen vorige week in detail uiteenzetten, werd al zeven weken nadat hij corona had gehad opnieuw ziek, met een andere virusstam dan de eerste keer. De eerste keer merkte hij er weinig van; nu belandde hij in het ziekenhuis, waar hij pas na dagen van de beademing kon.

Virologen verbaast het allemaal niet erg. “Dit is een nieuw virus. Dan gebeuren er wel eens gekke dingen”, zegt viroloog Van der Hoek. En nu er al zo’n slordige 40 miljoen infecties zijn vastgesteld, komen ook toevalsgebeurtenissen aan het licht die normaal te zeldzaam zijn om waar te nemen.

De grote vraag, vinden kenners, is hoe vaak de herinfecties precies plaatsvinden. Aan de ene kant: het zijn er vast meer dan we weten, want gevallen als die van Louis worden niet geregistreerd. Maar aan de andere kant: ook in de onderzoeken lopen de opnieuw geïnfecteerden de deur nu niet direct plat. “Het lijkt erop dat we te maken hebben met een verschijnsel dat wel voorkomt, maar toch betrekkelijk zeldzaam is”, zegt Murk.

Negatieve test tussendoor

Om er wijs uit te worden, proberen wetenschappers als Reusken samen met de WHO momenteel eerst maar eens greep te krijgen op de definities: wanneer mag je eigenlijk spreken van een ‘herinfectie’? Moet er een negatieve test tussendoor zijn geweest? Of tellen gevallen pas mee als zwart op wit staat dat er sprake was van twee genetisch van elkaar verschillende virusstammen?

Docent Louis is allang blij dat hij zich weer wat beter voelt. De ziekte doet hem denken aan die keer, lang geleden, dat hij de ziekte van Pfeiffer had. “Heel gek: als ik een kop koffie drink, voel ik me daardoor normaal gesproken energieker. Maar nu is het alsof je de energie uit je lijf voelt trekken. Dat had ik toen ook.”

De nieuwe ziekte voelt al bijna vertrouwd, moet hij na twee episodes constateren. “Eerlijk gezegd verwachtte ik die tweede keer al dat ik weer positief zou testen”, bekent hij. “Dat zeurderige gevoel in mijn benen, dat voelde weer helemaal hetzelfde.”