Spreidingsplan ziekenhuizen loopt nog stroef: "Soms staat er een ambulance die we niet verwacht hadden"
Sommige ziekenhuizen klagen dat ze moeilijk coronapatiënten kunnen verhuizen naar een ander ziekenhuis, als ze niet genoeg bedden meer dreigen te hebben. Er is nochtans een spreidingsplan dat moet vermijden dat ziekenhuizen overbelast worden met corona-patiënten, terwijl er elders nog plaats is. Maar dat spreidingsplan lijkt nog niet optimaal te werken.
Het spreidingsplan is vooral bedoeld om de intensieve zorg te ontlasten. Als de bedden die op intensieve zorg voorzien zijn voor corona-patiënten, dreigen vol te liggen, moeten die ziekenhuizen uitkijken of ze coronapatiënten niet kunnen transfereren naar andere ziekenhuizen waar wel nog plaats is.
Dat gebeurt in eerste instantie binnen het eigen ziekenhuisnetwerk, waar de ziekenhuizen het onder elkaar regelen, en op dat niveau lijkt het ook wel vlot te gaan. Als er ook binnen het eigen netwerk geen plaats is, gebeurt de spreiding via de FOD Volksgezondheid, en daar loopt het blijkbaar fout. Ziekenhuizen zien plots ambulances opduiken met patiënten die niet waren aangekondigd, en anderzijds zijn er ziekenhuizen die patiënten verwachten die dan niet opdagen.
Onze gezondheidszorg is fel regionaal georganiseerd, we hebben geen traditie van die overstroom van patiënten
De procedure is zo dat een ziekenhuis met te veel patiënten de FOD Volksgezondheid contacteert die dan een ziekenhuis zoekt dat de patiënt(en) kan opvangen. Eens het contact tussen de ziekenhuizen gelegd, moeten zij zelf het transport organiseren.
Zo kreeg het Ziekenhuis Oost-Limburg (ZOL) in Genk vorige week het verzoek om een patiënt uit Brussel op te nemen, zegt algemeen directeur Erwin Bormans: “Dan hebben we gezegd oké - we hadden toen nog niet veel patiënten, intussen wel – die kan komen. En dan is er van dat ziekenhuis geen contact meer gekomen en is er ook geen patiënt gekomen.”
Tegelijk kreeg het ZOL toch een patiënt ter opname, na rechtstreeks contact tussen een ziekenhuis uit Brussel en de arts van wacht in Genk, dus zonder tussenkomst van de FOD Volksgezondheid. “Het plan is goed,” zegt directeur Bormans, “maar aan de toepassing moet nog worden gesleuteld.”
Toch geeft hij toe dat er ook een meer structureel probleem is: “Onze gezondheidszorg is fel regionaal georganiseerd. Binnen Vlaanderen hebben we wel vaak afstemming, maar niet met Wallonië en Brussel. Het is dus niet abnormaal dat dat niet onmiddellijk helemaal goedloopt. We hebben geen traditie van die overstroom van patiënten tussen regio’s.”
Bekijk hier het gesprek in "Het Journaal" met Marc Noppen (CEO UZ Brussel). Hij heeft het onder meer over het spreidingsplan van de ziekenhuizen:
