Direct naar artikelinhoud
AchtergrondOnderwijs

Waarom de scholen toch open kunnen blijven, zelfs in code oranje of rood

Archiefbeeld.Beeld Eric de Mildt

Vlaams onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) wou dat alle leerlingen naar school konden blijven gaan. En zo geschiedde. Ook in code oranje en zelfs in code rood mogen scholieren naar de klas. In de praktijk zal de school zelf beslissen hoe de organisatie loopt. 

Wat is er beslist? 

Maandag is er rond middernacht afgeklopt hoe het onderwijs de komende maanden voortgaat. Tegen uiterlijk de herfstvakantie, die start op 2 november, moeten de Vlaamse scholen overschakelen naar code oranje. Alle leerlingen zullen nog steeds voltijds naar school kunnen gaan, maar de veiligheidsmaatregelen, onder meer voor het dragen van mondmaskers, zijn wel aangescherpt. 

Ook als er later nog een trapje hoger wordt geschakeld, en het onderwijs in code rood belandt, blijven de scholen open. Daarvoor zijn de oorspronkelijke draaiboeken aangepast. Scholen die dat willen kunnen wel nog steeds hun leerlingen vanaf het derde middelbaar van thuis lessen laten volgen. 

Weyts had er al langer op gehamerd om de leerlingen op school te houden, zodat kansarme leerlingen niet uit de boot zouden vallen. “De leerschade die sommige leerlingen tijdens de lockdown hebben opgelopen is groot”, zegt zijn woordvoerder Michaël Devoldere. “De draaiboeken dateren ook van voor de zomer, toen wisten we nog niet wat het zou geven om leerlingen in de coronacontext terug naar school te laten komen. Nu zien we dat de besmettingen op school veel lager liggen dan in de brede maatschappij.” 

Wat vinden de vakbonden, koepels en leerkrachten?  

Zoals het er oorspronkelijk uitzag, zouden leerlingen bij code oranje vanaf het derde middelbaar halftijds naar school komen. Maar nu mogen de scholen dus zelf beslissen wat ze doen. De koepels waren grote pleitbezorgers van die flexibiliteit. “Voor ons is het inderdaad belangrijk om scholen ruimte te geven”, zegt Pieter-Jan Crombez, woordvoerder van Katholiek Onderwijs Vlaanderen. “Geen twee scholen zijn gelijk. De infrastructuur of het lesaanbod kan anders zijn.”

De vakbonden hadden liever gezien dat er een beslissing was genomen voor heel Vlaanderen met duidelijke richtlijnen. Nancy Libert van de vakbond ACOD vindt dat Weyts de verantwoordelijkheid nu afwentelt op de schoolbesturen, die het dan maar moeten uitzoeken. 

“Binnen een lerarenkorps is er vaak geen eensgezindheid over afstandsonderwijs”, zegt Libert. “Dat maakt het moeilijk voor een directeur om er nu een beslissing over te nemen. Bovendien zijn er veel leerkrachten, die in verschillende scholen lesgeven, bijvoorbeeld voor een vak als godsdienst. Als er dan overal een andere regeling is, wordt het voor die personen wel erg moeilijk.” 

Er zijn op dit moment ook al scholen waar leerlingen een deel van de tijd naar school komen en voor de rest thuis voortwerken. Dat is onder meer in het KTA Zavelenberg in Sint-Agatha-Berchem het geval. 

“In de tweede en de derde graad zijn de meeste klassen bij ons gesplitst", zegt Martine Demol, leerkracht informatica. “Het aantal lesuren op school is verminderd en de leerlingen krijgen taken die ze dan thuis moeten oplossen. Dat geeft voor mij meer werk, maar voor mijn vak is dat makkelijk te organiseren. Voor praktijkvakken of Lichamelijke Opvoeding is dat natuurlijk een pak moeilijker.”

Weyts had er al langer op gehamerd om de leerlingen op school te houden, zodat kansarme leerlingen niet uit de boot zouden vallen.Beeld Photo News

Waarom willen veel scholieren toch liever thuis blijven? 

Op het overleg maandag waren naast de minister, de koepels en de vakbonden, ook de scholieren zelf van de partij. De Vlaamse scholierenkoepel VSK wijst erop dat veel leerlingen in het secundair de smaak van het thuiswerken best wel te pakken hebben, omdat ze zo zelf meer kunnen beslissen over hun dagindeling. Later opstaan om dan ook later door te werken, behoort thuis tot de mogelijkheden. 

“Het geeft de leerlingen meer zelfstandigheid en autonomie", zegt VSK-voorzitter Louis Notte. “Er zijn dus ook positieve punten aan. We roepen scholen dan ook op om dat te bekijken. Het is nog steeds mogelijk als de scholen ervoor kunnen zorgen dat ze met het afstandsonderwijs al hun leerlingen kunnen bereiken.” 

Ook over mondmaskers is maandagavond flink gediscussieerd. Voor secundaire scholen geldt er in code oranje een mondmaskerplicht, ook op de speelplaats. Maar: de leerlingen zouden hun mondmasker tijdens de pauzes  mogen afzetten als ze op anderhalve meter afstand van elkaar kunnen blijven. Voor de scholieren, die hun mondmaskers nu al een hele dag dragen voor de lessen, zou dat erg welkom zijn. “We zijn blij dat er op die manier ook vertrouwen gegeven wordt aan de leerlingen”, zegt Notte. “De virologen hebben gezegd dat we zo mensen kunnen redden, dus gaan we dat doen.” 

Maar het zal in de praktijk ook afhangen van de grootte van de speelplaats of een pauze zonder mondmasker haalbaar is. Scholen in grote steden hebben op dat vlak vaak minder ruimte. 

In de school in Sint-Agatha-Berchem gold de mondmaskerregel al, maar leerkracht Martine Demol ziet dat leerlingen zich er moeilijk aan houden. “Leerkrachten moeten hen op de speelplaats constant aanmanen om het weer op te zetten of afstand te houden”, klinkt het. “Er zijn ook veel leerkrachten die zich niet helemaal veilig voelen op school.” 

Wat leren we uit de besmettingscijfers op de scholen? 

Voor het onderwijs zijn het de CLB’s die de besmettingscijfers bijhouden en de contactopsporing doen. Uit hun cijfers blijkt dat dat het aantal besmette leerlingen twee weken nadat de scholen waren gestart 0,05 procent bedroeg. Begin oktober lag het aantal besmettingen op 0,15 procent van het totaal aantal leerlingen. 

Ook daar is er dus een lichte stijging. Maar experts wijzen erop dat het binnen de schoolmuren veel veiliger is dan erbuiten. “De indicaties van de CLB’s zijn bovendien dat die besmettingen niet op school zelf gebeuren”, zei biostatisticus Geert Molenberghs (KU Leuven/UHasselt) eerder al in deze krant. “Maar vooral in de sportclub of thuis.”

In Nederland pleit een groep onafhankelijke experts, het ‘Red Team’, er nu wel voor om de scholen te sluiten, omdat het aantal besmettingen onder tieners er hoog aan het oplopen is. Voor de Nederlandse scholen gelden er op dit moment ook nauwelijks maatregelen, zo klaagt het Red Team aan. Pas sinds deze maand is er een advies voor scholieren in het middelbaar om mondmaskers te dragen. 

Dat is dus een groot verschil met Vlaanderen. “De veiligheidsmaatregelen zijn bij ons nu nog eens aangescherpt”, zegt Molenberghs. “We hebben in het onderwijs gezien dat het wel degelijk goed lijkt te lukken, dus sta ik achter de beslissing om de scholen open te houden. We moeten geen probleem oplossen dat er niet is.”