Autobouwer Ferrari heeft een slag thuisgehaald in de strijd rond het alleenrecht over de merknaam Testarossa. In Duitsland blijft het patent op het wagentype – dat al bijna een kwarteeuw niet meer gebouwd wordt – in handen van Ferrari.

De Testarossa, Italiaans voor ‘roodharige’, is een type met een voorgeschiedenis. Het model van Ferrari ging in 1984 in productie en rolde in 1996 voor het laatst van de band. In totaal produceerde de autobouwer net geen 10.000 exemplaren van de kenmerkende rode sportwagen.

Sindsdien is de Testarossa voornamelijk het onderwerp van verschillende rechtszaken geweest. Tijdens de zomer van 2017 spande Kurt Hesse, de directeur van de Duitse speelgoedfabrikant Autec AG, een rechtszaak in tegen de Italiaanse autobouwer. Hesse wilde de naam Testarossa gebruiken voor (elektrische) fietsen en scheerapparaten, zonder daarvoor een vergoeding te betalen aan Ferrari.

Bescherming genieten

De Duitse rechter gaf Hesse gelijk. Wanneer een merknaam langer dan vijf jaar niet meer gebruikt wordt, kan de merkhouder zijn rechten niet meer laten gelden, was zijn redenering. ‘Om bescherming te genieten, moet een bedrijf een naam ook echt gebruiken’, klonk het. ‘En dat heeft Ferrari al jaren nagelaten.’

Ferrari trok daarop naar het Europese Hof van Justitie, dat de autobouwer gelijk geeft. Een merknaam van een stopgezet product blijft gelden, zolang de eigenaar nog diensten levert of tweedehands goederen onder die naam doorverkoopt, luidde het oordeel. Aangezien Ferrari nog unieke onderdelen aanlevert en exemplaren van de Testarossa restaureert, is aan die voorwaarde voldaan.