Direct naar artikelinhoud
AnalyseMaatregelen

Franstaligen gaan voor strenger regime, ook Vlaamse experts niet gerust: ‘Binnen 2 weken kan het te laat zijn’

De persconferentie van het Overlegcomité van vorige vrijdag.Beeld Photo News

Nog geen halve dag nadat het Overlegcomité verstrengde maatregelen aankondigde, voor het hele land, deed Wallonië er nog een schepje bovenop. Ook in Vlaanderen rijst bij experts en gezondheidsprofessionals de vraag: moeten we niet nog meer doen?

Als bij verrassing overvielen de verschillende regeringen in Franstalig België iedereen gisterenavond met de aankondiging van nog strengere maatregelen dan die van het Overlegcomité. Daar schuiven, naast vertegenwoordigers van de federale regering, ook de deelstaten aan. Brussel buigt zich vandaag over extra maatregelen.

De opvallendste maatregel die Waals minister-president Elio Di Rupo (PS) aankondigde, is de uitbreiding van de avondklok. Vanaf zaterdagavond mag er tussen 22 uur en 6 uur niemand op straat komen, behalve voor essentiële verplaatsingen zoals voor het werk of verzorging. Die avondklok geldt tot 19 november.

In rusthuizen wordt het bezoek beperkt tot een vaste bezoeker per inwoner, voor een periode van 14 dagen. De bevolking krijgt de vraag om maximaal met twee naar de winkel te trekken, telewerk wordt de regel tot 19 november en enkel min-12-jarigen mogen nog ploegsporten beoefenen. Ook worden alle fysieke lessen afgelast in het Franstalig hoger onderwijs.

Franstalig België neemt die extra maatregelen omdat Brussel en Wallonië de twee zwaarst getroffen regio’s van heel Europa zijn. Vooral de ziekenhuizen kreunen daaronder: in Luik start het leger een noodhospitaal op en Di Rupo lanceerde gisteren een oproep aan thuisverplegers en studenten verpleegkunde om bij te springen.

Dat een halve dag later al veel strengere maatregelen aangekondigd worden dan na het Overlegcomité, kwam voor velen onverwachts. Op het kabinet van premier Alexander De Croo (Open Vld) vinden ze van niet. “Dit is volledig in lijn met het plan dat Sciensano opgesteld heeft en afgeklopt werd door de ministers van Volksgezondheid. Het federale niveau voorziet een gemeenschappelijke sokkel aan maatregelen waarop de provincies vervolgens kunnen voortbouwen waar nodig.”

Hoe dan ook lijken de wittebroodsweken van de federale regering voorbij. Twee weken geleden oogstten De Croo en minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (sp.a) nog unaniem lof voor de kordate manier waarop ze het beheer van de corona-epidemie naar zich toe hadden getrokken, met heldere communicatie, concrete maatregelen en een duidelijk doel.

Ook wetenschappelijke experts betrokken bij het pandemiebeheer, zoals viroloog Marc Van Ranst (KU Leuven) of biostatisticus Geert Molenberghs (KU Leuven), knikten goedkeurend. Intussen is er bij diezelfde groep experts meer gemor te horen. “Ik vind dit nog altijd een heel gevaarlijke situatie. Het zou me niet verwonderen als er volgende week opnieuw een Overlegcomité is”, zei Van Ranst.

De vrees is dat de huidige maatregelen niet volstaan om de steile opwaartse curve van de epidemie snel om te buigen. Snelheid is nochtans geboden; in de ziekenhuizen is het alle hens aan dek om voldoende bedden vrij te maken.

Margot Cloet, gedelegeerd bestuurder bij de grote zorgkoepel Zorgnet-Icuro, is er niet gerust in. Zij ziet hoe de ziekenhuizen snel vollopen, terwijl het personeel nu al uitgeput is. Cloet benadrukt dat de psychosociale gezondheid van de bevolking vanzelfsprekend belangrijk is, maar de situatie in de zorg is volgens haar zo nijpend dat de fysieke gezondheid nu even voorrang moet krijgen. “Het plafond van de epidemie is nog lang niet bereikt, en dan is er nog een hele weg terug.”

Cloet is niet zeker dat de huidige set maatregelen ver genoeg gaat. “We nemen risico’s door bepaalde zaken nog toe te laten, zoals bijeenkomsten van tweehonderd mensen voor bepaalde activiteiten (in de cultuursector bijvoorbeeld, SKE/PG). We zullen pas over twee weken weten of het voldoende is en dan kan het te laat zijn.”

In het CHR-ziekenhuis in Luik is het alle hens aan dek om covidpatiënten op te vangen.Beeld Photo News

Ook epidemioloog Yves Coppieters (ULB) durft niet zeggen dat het huidige regime snel voor een ommekeer zal zorgen. “Ik begrijp dat het Overlegcomité de economie, de scholen en het welzijn van de bevolking wil bewaken. Maar het moet wel beseffen dat de maatregelen die het nu neemt geen garantie op succes zijn. Het waagt een gok, een sprong in het onbekende.”

“Er is niet veel tijd om in te grijpen”, benadrukt Coppieters. “Nu al is 25 procent van de bedden op intensieve zorg bezet door covidpatiënten. De verdubbelingstijd van die cijfers bedraagt op dit moment ongeveer zeven dagen.”

In politieke kringen leidt de vraag om strengere maatregelen tot tandengeknars. In een week tijd werd een avondklok ingevoerd, werd de horeca gesloten, zijn nauwe contacten flink gereduceerd, werd telewerk de norm, ligt een groot deel van de sportcompetities noodgedwongen stil, zijn de regels voor hoger onderwijs verscherpt en werd het publiek bij evenementen ingeperkt. “Sommigen doen alsof dat allemaal niets voorstelt. Maar we vragen al best veel van de mensen”, klinkt het bij een goedgeplaatste bron.

Volgens Coppieters en Cloet zijn er echter maatregelen met een beperkte kost die een belangrijk effect op de epidemie kunnen hebben. Zo werd in Wallonië de herfstvakantie verlengd van een week naar tien dagen. Cloet: “Misschien had men ook in Vlaanderen moeten nadenken over extra vakantie, zodat een aantal activiteiten even op een lager tempo zouden plaatsvinden.”

Coppieters vindt dan weer dat er veel meer nadruk gelegd mag worden op de verantwoordelijkheid van ieder individu. “Dat punt is op de persconferentie wel gemaakt, maar de boodschap had nog radicaler gemogen. Laten we allemaal onze activiteiten even stopzetten, laat enkel nog essentiële activiteiten doorgaan.”