Direct naar artikelinhoud
InterviewHeidi Larson

Heidi Larson gaat voorop in de strijd tegen vaccintwijfelaars: ‘Feiten alleen volstaan niet’

Heidi Larson: ‘Als we nu mensen niet winnen voor vaccinatie, en covid maakt het erger, dan wordt het een puinhoop. Het is vijf voor twaalf.’Beeld NYT

Ook als het vaccin er is, is de coronastrijd niet gestreden. Want dan is het zaak om zo veel mogelijk twijfelaars te overtuigen zich te laten inenten. Heidi Larson (63) van het Vaccine Confidence Project - en getrouwd met de bekende Belgische viroloog Peter Piot - weet perfect hoe je dat doet. ‘Mensen geven niet om wat je weet, tenzij ze weten dat je om hen geeft.’

Slechts de helft van de Belgen is er zeker van dat ze zich zullen laten inenten tegen Covid-19 zodra er een vaccin beschikbaar is, bleek eind vorige week uit de gezondheidsenquête van Sciensano. Een deel van de aanzwellende groep twijfelaars zou zich laten leiden door de groeiende desinformatie over vaccins.

Heidi Larson (63), antropoloog en oprichtster van de Vaccine Confidence Project in Londen, is zonder twijfel de meest geschikte persoon om dat soort geruchten uit het milieu van antivaxers te bestrijden. Ze bracht twintig jaar door in door oorlog verscheurde, arme en onstabiele landen in de wereld, maar evengoed in rijke, geavanceerde landen, om te achterhalen waarom mensen aarzelen om vaccins te gebruiken. Ze is geobsedeerd door de oorsprong en evolutie van geruchten, die ze ‘collectieve probleemoplossing’ noemt, en is de meeste antivaxers – een term die ze te negatief vindt – gaan beschouwen als mensen met oprechte vragen en twijfels die behoefte hebben aan uitleg, niet zozeer als ongeschoolde wetenschapsontkenners. ‘Mensen schreeuwen het uit: luistert er iemand naar mij?’, schrijft ze in haar onlangs uitgebrachte boek Stuck: How Vaccine Rumors Start and Why They Don’t Go Away.

BIO • geboren op 21 april 1957 • Amerikaanse antropologe • directeur en oprichter van het Vaccine Confidence Project aan de London School of Hygiene & Tropical Medicine • doet vooral onder­zoek naar het publieke vertrou­wen in vaccins • dochter van een priester en een burgerrechten­advocate • groeide op in Massachusetts • getrouwd met de Belgische viroloog Peter Piot   

Het zijn drukke dagen voor geruchtenmanagers. Het Vaccine Confidence Project van Heidi Larson dat in 2010 van start ging, bestaat uit een vijftiental stafleden met een achtergrond in onder andere politieke wetenschappen, psychologie, mathematische modellen en epidemiologie. Ze houden nieuws, sociale media en groepsconversaties in de gaten in bijna elk land en in 63 talen, om geruchten op het spoor te komen die de aanvaarding van cruciale vaccins kunnen ondermijnen. Op basis van de harde data verzameld via onderzoek en enquêtes kan het team staven dat wat ooit een mineur probleem leek, is uitgegroeid tot een tastbaar en reëel gevaar.

In september publiceerde het team een artikel in het medische tijdschrift The Lancet dat op basis van gegevens van meer dan 284.000 volwassenen toonde hoe in 149 landen tussen 2015 en 2019 het vertrouwen in vaccins verschoof. In Indonesië bijvoorbeeld ging in die periode de overtuiging dat vaccins veilig zijn van 64 naar 50 procent. Moslimleiders hadden de veiligheid van een vaccin tegen mazelen, bof en rodehond in twijfel getrokken en een fatwa, een religieuze wet, uitgevaardigd die stelde dat het vaccin verboden ingrediënten bevatte.

In Polen is mede door de invloed van een goed georganiseerde antivaccinatiebeweging het vertrouwen in vaccins tussen november 2018 en december 2019 gedaald van 64 naar 53 procent.

We zitten volop in een wereldwijde pandemie, weldra komen vaccins van variërende kwaliteit op de markt, en dus zijn de gevolgen van vaccinscepsis uitermate groot. In de Verenigde Staten alleen al stelde een onderzoek van het Pew Research Center vast dat het aandeel van volwassen Amerikanen die zeggen dat ze zich ‘zeer zeker’ of ‘wellicht’ zullen vaccineren tegen Covid-19 tussen mei en september daalde van 72 tot 51 procent. In België zijn de cijfers zoals al vermeld gelijkaardig.

Groepsimmuniteit

Die trend wordt vaak in verband gebracht met de virale verspreiding van desinformatie via het internet, en dat speelt zeker een rol. Op een Zoom-vergadering in september met het projectteam van Verified, een door de VN geleide organisatie die de strijd aanbindt met desinformatie over mogelijke Covid-19-vaccins, presenteerde Alex de Figueiredo, hoofdstatisticus van het Vaccine Confidence Project, de bevindingen van een onderzoek naar de manier waarop negatieve berichten via sociale media inwerken op de beslissing van mensen om zich al dan niet te laten vaccineren tegen Covid-19.

In Groot-Brittannië werd aan 3.000 mensen gevraagd: als een Covid-19-vaccin zou bestaan, zou u het dan zeker nemen? Van de respondenten zei 54 procent ja. Vervolgens kregen de meesten een reeks negatieve posts op sociale media te zien, onder meer van David Icke, een Engelse complotdenker die beweerde dat een klokkenluider van Big Pharma gezegd had dat “97 procent van de ontvangers van een coronavaccin onvruchtbaar zal worden”. Het aantal respondenten die bereid waren een vaccin te nemen daalde daarna met 6 procentpunten.

Wetenschappers gaan ervan uit dat 60 à 70 procent van de bevolking een vaccin moet nemen om groepsimmuniteit te bewerkstelligen. Een terugval met 6 procentpunten kan dat doel al in gevaar brengen.

Vertrouwen in een vaccin is “even belangrijk als de effectiviteit ervan”, zegt Daniel Salmon, directeur van het Institute for Vaccine Safety aan de Johns Hopkins Bloomberg School of Public Health. “Vaccins redden geen mensenlevens, vaccinaties redden mensenlevens.”

Alles wat over virussen wordt gepubliceerd, wordt onder de loep gehouden door het Vaccine Confidence Project .Beeld NYT

Maar focussen op de juistheid van geruchten is naast de kwestie, heeft Heidi Larson geleerd. Tijdens de Zoom-vergadering met het projectteam van Verified, wilde een jonge vrouw van Larson weten hoe ze moesten omgaan met de data. Moesten ze zich niet richten tot socialemediabedrijven en ze onder druk zetten om de antivaccinposts te verwijderen?

“Ik geloof niet dat zo’n verwijdering het gevoel zal wegnemen”, zei Larson. “Als je morgen Facebook lamlegt, dan zal dit niet weggaan. Het zal zich hooguit verplaatsen.”

Het is een boodschap die Larson geeft aan gezondheidsministers, farmabedrijven, ngo’s en socialemediabedrijven die contact met haar team opnemen voor advies en hulp. Geruchten ontstaan op een bodem van twijfel, en het is die bodem die om aandacht vraagt. “Er is geen probleem van desinformatie”, zegt ze. “Er is een vertrouwensprobleem.”

Buitengesloten

De kleine kantoren van het Vaccine Confidence Project bevinden zich op de tweede verdieping van de statige London School of Hygiene & Tropical Medicine in Bloomsbury. In normale tijden zouden de stafleden uitzwermen over de wereld, van Japan en Laos tot Brazilië en Bosnië-Herzegovina, om onderzoek te doen, gegevens te verzamelen, netwerken op te zetten, te luisteren. Dat reizen stopte in maart.

Halverwege september, toen Larson nog eens binnensprong na een afwezigheid van enkele maanden, sloot ze zichzelf buiten en moest ze de sleutel van de veiligheidsagent lenen. “We zijn vergeten hoe we dit alweer moeten doen”, glimlacht ze.

Als Larson praat, is het zachtjes, en haar zinnen meanderen, zonder een zweem van het staccato dat eigen is aan mensen met overvolle agenda’s en te weinig tijd, zoals zij. In die week passeerde opnieuw een hele reeks projecten de revue: telefoongesprekken met gezondheidsambtenaren in India, Rwanda en Colombia; gesprekken met de University of California San Francisco en het magazine Wired; een online vergadering met onderzoekers aan Columbia University over het gebruik van computerlinguïstiek om emoties in filmpjes te interpreteren; een telefoontje met het hoofd gezondheidssamenwerking bij Facebook om te bespreken hoe de stroom boodschappen vanuit de Wereldgezondheidsorganisatie en de Centers of Disease Control and Prevention aan te pakken. “Ik voel me tegenwoordig soms net Grand Central Station in New York”, zegt ze. Dat treinstation is het grootste ter wereld, met 44 perrons en 67 sporen.

Vaccinscepsis is niet nieuw. De eerste antivaccingroepering dook op in Groot-Brittannië in de jaren 1850, toen de regering inenting tegen waterpokken verplicht wilde maken. Het beroemdste voorbeeld was Andrew Wakefield in 1998, een arts die een wijd gedeelde studie publiceerde waarin hij verkeerdelijk beweerde dat er een verband was tussen autisme en het vaccin tegen mazelen, bof en rodehond. Hij speelde daardoor zijn medische licentie kwijt. Het artikel werd twaalf jaar later ingetrokken, maar toen was de immunisatie in sommige landen al sterk achteruitgegaan.

Zachte diplomatie

De sociale media, opkomende antiglobaliseringsgevoelens en het toenemende wantrouwen van mensen hebben het probleem alleen maar groter gemaakt. Een van de redenen waarom vaccins zo omstreden zijn, zegt Larson, is dat elke persoon op de planeet ermee te maken krijgt. Ze zijn uitgevonden door wetenschappers die een jargon hanteren dat veel mensen niet begrijpen, ze worden verkocht door farmaceutische bedrijven die weinig vertrouwen inboezemen, en ze worden opgelegd door overheden die mensen nog minder vertrouwen.

Tegelijkertijd, schrijft ze in haar boek, zijn vaccins “een van de grootste wereldwijde samenwerkingsexperimenten uit de moderne geschiedenis”. Ze ondersteunen, zo stelt ze, “een soort zachte diplomatie om op zijn minst een elementair niveau van wereldwijde samenwerking in leven te houden”.

Om een probleem aan te pakken, is het cruciaal de omvang ervan te kennen. Met dat doel voor ogen zijn Larson en haar collega’s al tien jaar bezig met het ontwikkelen van meetinstrumenten, het documenteren van verhalen over vaccins en vertrouwensbreuken, het verzamelen van gegevens en academisch onderzoek om te achterhalen wat de acceptatie van vaccins ondermijnt en aandrijft.

Hun onderzoek heeft vooral aangetoond dat vaccinscepsis vaak een emotionele kwestie is, iets wat de medische wereld lang niet inzag. In 2019 plaatste de WHO vaccinscepsis in de top 10 van wereldwijde gezondheidsrisico’s. Volgens Larson was dat tien jaar geleden ondenkbaar geweest.

Toch heeft ze het gevoel dat de medische wereld zich nog niet genoeg bewust is van het probleem. “We zouden al veel verder moeten staan”, zei ze kort geleden aan de telefoon. Volgens haar was het “erbarmelijk” gesteld met de financiering van strategieën om vertrouwen op te bouwen.

“We moeten ons richten op de kantelpuntkwestie, want we schuiven amper op richting groepsimmuniteit”, zegt ze. “Wereldwijd stagneert de vaccinatiegraad, op sommige plekken neemt die af. Als we het nu niet doen, omdat we het gisteren niet deden, en covid maakt het erger, dan wordt het een puinhoop. Het is vijf voor twaalf.”

Peter Piot

Haar telefoon gaat. Het is haar echtgenoot, dr. Peter Piot, die belt van ergens anders in het gebouw. Piot is een bekende aidsonderzoeker, die in de jaren 70 het ebolavirus op het spoor kwam en directeur is van de London School of Hygiene & Tropical Medicine. De twee zouden dat weekend naar Brussel gaan en moeten hun reisplannen nog even bespreken.

Samen met haar Belgische man Peter Piot voor hun huis in Londen.Beeld NYT/ANDREW TESTA

Ineens is haar aandacht helemaal elders. Een lunchafspraak zo dadelijk, de reporter in het kantoor, de Zoom-vergaderingen voor de namiddag – alles moet wijken voor een ongedwongen gesprek over treinschema’s. Aan het eind van het gesprek zegt ze: “Ik heb niets omhanden, dat zou fijn zijn.”

Achteraf legt ze uit dat dat laatste een antwoord was op de vraag van haar man of ze mee kon lunchen met de Belgische koning. In de lente werd Piot besmet met covid, en koningin Mathilde, met wie hij al paar jaar samenwerkt voor aidsprojecten, had hem drie keer gebeld. Nu wilde de koning een afspraakje.

“Ik heb veel vergaderingen in Brussel volgende week”, zegt Larson. “Het was lief van hem om te vragen: heb je ruimte in je agenda?”

Larson heeft er een gevarieerde loopbaan opzitten, al was de focus volgens haar wel altijd gericht op de wijze waarop mensen beslissingen nemen. Na de universiteit trok ze met een beurs naar Israël om verschillen te onderzoeken in de manier waarop Israëlische en Palestijnse kinderen spelen, waarna ze ging werken voor Save the Children op de Westelijke Jordaanoever.

Vervolgens trok ze naar Nepal, voor zowel Unicef als Save the Children. Ze stelde er vast hoe internationale hulporganisaties er soms niet slagen om genoeg resultaten te boeken omdat ze de plaatselijke context niet genoeg begrijpen. “Ik zag mezelf alsmaar meer een antropoloog worden”, zegt ze. En dat werd ze ook, met een PhD van Berkeley.

Ze had zich voorgenomen terug te keren naar India of een ander land in Azië, maar in de plaats daarvan trok ze in 1990 naar Apple, om het bedrijf te helpen begrijpen waarom er bij leerkrachten weerstand was om in elk klaslokaal een computer te zetten. Voor het Palo Alto Research Center van Xerox onderzocht ze hoe een fax – toen wonderlijke nieuwe technologie – de werkdynamiek op kantoor beïnvloedde. Ze deed dat bij Unicef, een grote organisatie die ze goed kende en die twee faxmachines voor 600 mensen had.

“Dat was fascinerend”, zegt ze. “Ik zat daar in de kelder en volgde een fax door het gebouw heen – hoe vaak hij gekopieerd werd, waar hij tot actie leidde. Op bepaalde gebieden hielp het, op andere compliceerde het de zaken.”

In 2000 keerde ze terug naar Unicef en hield ze zich bezig met de strategie en de communicatie bij de uitrol van nieuwe vaccins en de uitbouw van nieuwe partnerschappen, zoals de Global Alliance for Vaccines and Immunization (nu de GAVI Alliance), die vaccins naar de armste kinderen ter wereld brengt. Ze stelde vast dat alsmaar meer landen geconfronteerd werden met verzet tegen de immunisatieprogramma’s, en ze kwam erachter welke fascinatie er uitgaat van de geruchtenmolen.

“Wat ik zo fijn vind aan geruchten, is dat ze evolueren”, zegt ze. “Ze muteren naarmate het verhaal gaat circuleren. Mensen passen een specifiek gerucht aan hun eigen situatie aan. En dan is dat weer vertrokken. Er zitten zo veel verhalen in, maar als wetenschappelijke gemeenschap kijken we maar naar één verhaal – en ja, dat is vaak ook belangrijk. Maar we moeten ook oog hebben voor het ruimere plaatje.”

Openbaring

Rond 2002 had Larson tijdens een reis naar Noord-Nigeria voor Unicef een professionele openbaring. Gezondheidswerkers bezorgden het poliovaccin deur aan deur, in een poging de ziekte uit te roeien op een van de laatste plekken in de wereld waar ze nog voorkwam. Maar de gouverneur van Kano boycotte de actie.

In de nasleep van 9/11 en de Amerikaanse reactie op die aanslagen liepen de antiwesterse gevoelens hoog op. Er begonnen geruchten over het vaccin te circuleren: het was een voorbehoedsmiddel om Nigeriaanse kinderen te steriliseren, het veroorzaakte aids, de CIA zat erachter... De boycot zou het polioprogramma uiteindelijk 500 miljoen dollar aan niet geboekte vooruitgang kosten, want de Nigeriaanse polio verspreidde zich naar twintig andere landen, waaronder Indonesië.

Larson sprak met een groep Nigeriaanse moeders die boos waren omdat ze ‘dom’ genoemd werden op de radio, gewoon omdat ze het vaccin weigerden. Ze zeiden tegen haar: ‘Als we dom waren, zouden we geen vragen stellen.’ Ze raakte ervan overtuigd dat je meer moet doen om mensen met twijfels over de streep te trekken.

“Ik stelde vast dat veel communicatiestrategieën gebaseerd waren op wat de wereld van de volksgezondheid en de mensen van de vaccinatie vonden dat het publiek moest weten”, zegt Larson. “Maar ze gingen niet in op wat de mensen bezighield, op hun twijfels, op hun vragen.”

Haar perspectief was uniek. “Heidi is de belichaming van de noodzaak om dit te bekijken door de ogen van de patiënt, en hoe die ertegen aankijkt, en wat de factoren zijn die hen zullen helpen om een beslissing te nemen voor henzelf, hun familie, hun ouders”, zegt dr. Bruce Gellin van het immunisatieprogramma van het Sabin Vaccine Institute.

“Deze vrouw keek in de toekomst”, zegt Carol Bellamy, CEO van Unicef tussen 1995 en 2005. “Ze riep niet: ‘De hemel valt op ons hoofd!’ Nee, ze riep: ‘Als we niets doen kan de hemel wel eens op ons hoofd vallen.’”

Binnen Unicef werd Larson bekend als de brandweer, vanwege de rol die ze speelde in het blussen van oplaaiende geruchten. Ze zag in dat een bredere aanpak aan de orde was. Bellamy: “We moesten luisteren, we moesten er gevoelig voor zijn, we konden die dingen niet gewoon negeren. We moesten ze ernstig nemen.” Een gerucht kan misschien op niets gebaseerd zijn, maar het geeft wel dieperliggende sentimenten weer waarmee je rekening moet houden.

Vanaf 2004 besteedde Larson een dag per week aan het bestuderen van vaccinweerstand aan het Harvard Center for Population and Development Studies. In 2010 richtte ze het Vaccine Confidence Project op. Sceptici zeiden haar dat haar aandacht voor geruchten die geruchten alleen zou versterken.

Ze wilden cijfers: hoe groot was het probleem precies?

“En ik zei: ‘Wel, we hebben geen cijfers. We moeten het meten’”, zegt Larson. In 2003 stonden Unicef en de WHO haar toe één vraag toe te voegen aan het jaarlijkse immunisatieformulier dat werd verdeeld onder inwoners van deelnemende landen. Die vraag luidde: ‘Hebt u het voorbije jaar te maken gekregen met negatieve mediaberichtgeving over vaccins?” 25 procent van de landen zei ja. “Daarmee was mijn punt gemaakt”, zegt ze. “Houston, we have a problem.”

Bloed gestolen?

In de voorbije vijf jaar leidde Larson een consortium gefinancierd door de Europese Unie dat in vier Afrikaanse landen actief is – Sierra Leone, Rwanda, de Democratische Republiek Congo en Oeganda – om vertrouwen en aanvaarding te creëren voor de tests met een ebolavaccin die er aan de gang zijn. Een van de elementen is de inschakeling van lokale ‘luisteraars’, die wekelijks samenzitten met artsen om informatie te delen over wat ze zoal horen in hun gemeenschap.

Op een bepaald moment deed het gerucht de ronde dat de gezondheidswerkers het bloed van deelnemers stalen. Het antwoord was dat slechts een kleine hoeveelheid bloed werd afgenomen. Ze toonden de staaltjes. De geruchten verdampten.

Op een ander moment ontstond onrust omdat de mensen een verzekering kregen aangeboden als onderdeel van tests. Ze dachten dat de wetenschappers ervan uitgingen dat er iets fout zou lopen. Het aanbod van een verzekering werd daarom op een andere manier geformuleerd: ‘We verwachten geen problemen, maar we zijn sterk begaan met uw gezondheid.’ Uiteindelijk namen veel mensen deel aan de testing, en velen kwamen ook terug voor een tweede dosis – een zeldzaam fenomeen in de openbare gezondheidszorg.

Voor Larson bewijst dat succes haar algemene strategie: vertrouwen opbouwen begint ermee dat je de juiste vragen stelt, en dat je moeite doet om te achterhalen welke dat zijn. Elke situatie, elke constellatie van problemen en geruchten, is anders. Bij ebola zijn de ‘luisteraars’ lokale mensen die opgeleid zijn om de juiste vragen te stellen en op de juiste manier te reageren. In Oost-Europa, waar het Vaccine Confidence Project de houding tegenover vaccins in sociale media onderzoekt, “stellen we niet alleen vragen, maar geven we ook antwoorden”, zegt Simon Piatek, hoofd sociale media in het team.

'We weten dat sterk wetenschappelijke boodschappen alleen niet werken en geen vertrouwen wekken.'Beeld NYT

Op dit moment circuleren geruchten online dat het griepvaccin mensen meer vatbaar maakt voor Covid-19. Larsons team werkt nu aan een boodschap die niet alleen overbrengt ‘Haal de griepprik’, maar ook: ‘Het griepvaccin maakt het risico op Covid-19 niet groter.’

“We weten dat sterk wetenschappelijke boodschappen alleen niet werken en geen vertrouwen wekken”, zegt Larson. En ook wie ze brengt is belangrijk: denk aan Kim Kardashian in de VS of een Bollywood-ster in India, en geen dokter met een witte jas die voor de WHO of de federale overheid werkt, zegt Piatek.

Dr. Seth Berkley, CEO van GAVI, noemt het werk van Larson een schoolvoorbeeld van hoe je succesvol een vaccinatieprogramma uitvoert – zelfs als de uitbraak volop bezig is of als er militaire conflicten zijn in de betrokken landen. “Je moet dat, zoals Heidi zo duidelijk uitlegt, doen in samenwerking met de plaatselijke gemeenschappen”, zegt Berkley. “Feiten alleen volstaan niet. We moeten ons evengoed richten op het hart van de mensen. Die vertrouwenskwestie is cruciaal.”

Nu alles in het werk wordt gesteld om vaccins en behandelingen voor Covid-19 te introduceren, zijn veel gezondheidsexperts bezorgd dat te weinig aandacht wordt besteed aan het psychologische en sociale voorbereidingswerk om dat succesvol te doen. “We bevinden ons midden in de grootste pandemie die we ooit zullen meemaken, en we beschikken niet over een coherente communicatiestrategie om het publiek mee te krijgen”, zegt Saad Omer, directeur van het Institute for Global Health aan Yale. “Het is hallucinant dat we niet focussen op serieuze investeringen in die kant van de interventie, onder meer om vertrouwen op te bouwen.”

Facebook

Larson voert al een poosje gesprekken met Facebook, dat worstelt met zijn rol als een van de grootste informatiebronnen. Sinds de pandemie toesloeg, stuurt het voor zijn 2 miljard gebruikers regelmatig boodschappen van de WHO, de CDC en soortgelijke organisaties uit: hoe belangrijk het is een mondmasker te dragen, social distancing in acht te nemen, de handen te wassen.

Maar welke van die boodschappen sloegen aan? Praveen Raja, hoofd gezondheidsinnovatie en partnerschappen bij Facebook, nam contact met Larson op nadat hij haar in een podcast had horen uitleggen hoe mensen het risico van vaccinatie afwegen tegen het risico om ziek te worden. “Ik heb nooit iemand gehoord met meer inzicht in de zaak”, zegt Raja.

De twee onderzoeken nu hoe het Vaccine Confidence Project het bedrijf kan helpen om effectievere boodschappen te formuleren, niet alleen voor een Covid-19-vaccin, maar ook voor het griepvaccin en vaccins voor kinderziekten, die alsmaar minder gebruikt worden. “Voor ons is het belangrijk te achterhalen welke boodschappen echt inspelen op wat de mensen nodig hebben”, zegt Raja. “Heidi weet dat.”

In november vorig jaar kreeg Larson een e-mail van Anna Watson, de stichter van Arnica, een netwerk van ouders in Groot-Brittannië die ‘bezorgd zijn over het vaccinatieprogramma en geïnteresseerd zijn in de rol van Natural Living’, meldt de website van de organisatie. Watson volgde het werk van Larson via haar blog en nieuwsbrief, kon haar benadering best smaken, en wilde haar weleens zien.

Dat is het punt waarop veel gezondheidsprofessionals twijfelen. De meesten hebben tijd te kort en zijn wat huiverachtig om zich te engageren voor wat moeilijke gesprekken dreigen te worden. Larson vindt dat ze dat precies wel moeten doen, en nodigde Watson, ondanks haar drukke agenda, uit in haar kantoor.

Watson noemde de ontmoeting later “veelbetekenend”. “Ze heeft oprecht het gevoel dat vaccinatie het allerbelangrijkste voor de volksgezondheid is, maar anderzijds heeft ze ook respect voor ouders die daarover moeten beslissen”, zegt ze. Larson zelf vindt dat het gesprek bewijst dat bruggen gebouwd kunnen worden tussen gezondheidsexperts en sceptici. “Ga het gesprek aan”, zegt ze. Vind een manier om te praten met mensen die het niet noodzakelijk met je eens zijn. “Zoek naar een aanknopingspunt.”

Larson beschrijft zichzelf als een “geduldige optimist”, op een moment waarop veel mensen zich noch geduldig noch optimistisch noemen. Haar kijk is gedeeltelijk antropologisch van aard: met begrip voor en empathie met de grillige complexiteit van de mens.

Het is ook een gevolg van de betrekkelijke eenvoud van haar diagnose: vertrouwen bouwen is een alledaags gegeven, iets wat een mentaliteitswijziging vergt, en niet zozeer een heel nieuw instrumentenarsenaal. De laatste tijd hanteert ze vaak een citaat dat toegeschreven wordt aan Teddy Roosevelt, en dat ze leende van dr. Jerome Adams, de Amerikaanse ‘surgeon general’: “Mensen geven niet om wat je weet, tenzij ze weten dat je om hen geeft.”

“Dat is er pal op”, zegt Larson. “Daar draait het vertrouwensdilemma om.”

Heidi Larson, Stuck. How Vaccine Rumors Start and Why They Don’t Go Away, Oxford University Press, 200 p., 22,30 euro.

© The New York Times