Direct naar artikelinhoud
De bocht van Jambon: waarom de minister-president nu toch wil blussen
Achtergrond

De bocht van Jambon: waarom de minister-president nu toch wil blussen

Beeld Tim Dirven

Dan toch. Vlaanderen zal alsnog het voorbeeld van Brussel en Wallonië volgen. Er komen strengere coronamaatregelen aan. ‘Kostbare tijd is verloren gegaan.’

Vlaams ‘MP’ Jan Jambon zondag in De Zevende Dag: “Ik ga toch niet nu al mijn huis blussen omdat er misschien volgende week een brand uitbreekt.” Diezelfde Jambon gisterochtend in een persmededeling: “We volgen de ontwikkelingen van uur tot uur op en zullen alles blijven doen wat nodig is om de verdere verspreiding van het virus in te dijken.”

Een week is een eeuwigheid in de politiek, zo wil het gezegde, maar tegenwoordig is op een dag ook al ontzettend veel mogelijk. Een U-bocht  van een regeringshoofd bijvoorbeeld. De Vlaamse regering Jambon I zal dan toch niet wachten op het resultaat van de verstrengingen die het Overlegcomité vorige week besliste – wat tot zondag de overtuiging was. Net zoals Brussel en Wallonië wil Vlaanderen zo snel mogelijk zelf bijkomende maatregelen opleggen.

Bergamo

De Vlaamse ommezwaai heeft een dubbele verklaring. Ten eerste zijn er de Vlaamse besmettingscijfers: die laten intussen niets meer aan de fantasie over. Vlaanderen zit net zoals de rest van het land zwaar in de problemen. De toestand is nog niet zo erg als in Franstalig België – waar de ziekenhuizen alle moeite van de wereld hebben om de toestroom van nieuwe patiënten nog te slikken – maar veel beter staan we er ten noorden van de taalgrens niet voor. 

Overal vrezen de afdelingen intensieve zorg voor een rampscenario zoals eerder dit jaar in het Italiaanse Bergamo, waar doodzieke mensen op de gang van het ziekenhuis verzorgd moesten worden omdat alle bedden vol lagen. Met de snelheid waarmee de epidemie op dit moment aan kracht wint in Vlaanderen, is dat scenario niet zo heel ver meer van ons verwijderd.

Ten tweede zijn er de gouverneurs – de spreekbuizen van de 300 Vlaamse burgemeesters. Zij voelen dat de situatie uit de hand dreigt te lopen en zetten al dagenlang druk op de regering om in te grijpen. Nu, meteen, stante pede, asap. West-Vlaams gouverneur Carl Decaluwé benadrukt: “Ik ben voor een harde aanpak van het virus. Die les moeten we trekken uit de eerste golf. Laat ons de korte pijn verkiezen boven een ‘accordeonpolitiek’. Daar bestaat een draagvlak voor bij de bevolking. Als je dit virus klein wil krijgen, moet je durven ingrijpen.”

Andere gouverneurs geven hetzelfde aan: het kan zo niet verder. Limburgs gouverneur Jos Lantmeeters vergaderde gisteren met ‘zijn’ burgemeesters: “De schrik zit erin. Iedereen maakt zich grote zorgen over het oplopend aantal besmettingen. Het gebrek aan contacttracing en bronopsporing komt steeds terug. Ze kunnen de broeihaarden niet goed vinden.”

Traag

Vilvoords burgemeester Hans Bonte (sp.a) trekt al langer aan de alarmbel. Als kleine broer van Brussel wordt Vilvoorde zwaar getroffen door de tweede coronagolf. “De situatie is acuut”, benadrukt Bonte. “Kinderdagverblijven moeten sluiten, alle secundaire scholen in Vilvoorde zijn deels op afstandsonderwijs moeten overschakelen, er zijn lockdowns in woon-zorgcentra, de bezetting in de ziekenhuizen stijgt elke dag met een kwart. Dus ja: het is hier heel erg.”

Wat ook zeker een rol speelt bij de late reactie vanuit Vlaanderen: doorheen de coronacrisis lijken beleidsmakers zich keer op keer te laten vangen aan de exponentiële groei van het virus. Ergens valt dat te begrijpen: voor niet-specialisten is de voortdurende verdubbeling van een exponentiële stijging bijna onbevattelijk. Vouw een blad papier van 1 millimeter dik 42 keer doormidden, en het blad is dik genoeg om de afstand van hier tot de maan te overbruggen. 

Politici die wachten met ingrijpen tot de alarmen op rood staan, worden in snelheid gepakt door die duizelingwekkende exponentiële curve. “Natuurlijk is er te lang gewacht om strenge maatregelen te nemen. Er is veel kostbare tijd verloren gegaan”, zegt biostatisticus Geert Molenberghs (UHasselt). Hij wijst ook op de laatste Veiligheidsraad voorgezeten door toenmalig premier Sophie Wilmès – eind september. Toen werden nog versoepelingen aangekondigd. Dat terwijl het nu, amper een maand later, alle hens aan dek is. Veel mensen die de afgelopen tijd op intensieve zorg belandden, raakten kort na die laatste Veiligheidsraad besmet.

Brussel

Zelf wil Jambon niet spreken van een late U-bocht. Volgens zijn kabinet volgde hij de situatie steeds op de voet en was hij zich bewust van het gevaar. “Maar een blind opbod tegen Brussel en Wallonië heeft geen zin”, luidt het in zijn omgeving. “We voelen dat er nu paniek ontstaat over de bijzonder snelle groei van het virus, dus we moeten sneller schakelen.”

Lang niet iedereen ziet het zo. Ook niet binnen de eigen meerderheid. “Ze zijn altijd te laat”, vertelt een vooraanstaande bron over de Vlaamse regering. “N-VA blijft de strijd tegen corona aanzien als een ideologische kwestie. Volgens de partij hebben de problemen in Brussel en Wallonië vooral te maken met het zwakke linkse beleid daar.” Een andere hoge politieke bron zegt: “Terugkomen op dat verhaal is natuurlijk bijzonder lastig. Maar nu moet het wel.”

Bonte heeft geen goed woord over voor de aanpak van Jambon I. “Vorige week zie je grote problemen in Brussel, hoor je dat Luik in de miserie zit, en Vlaanderen zegt: voor ons is het nog niet nodig. Terwijl ik er al weken op wijs dat de situatie in de rand net zo erg is als in Brussel. Bovendien: zodra er in Brussel maatregelen worden genomen, zie ik dat hier in de straat. Het is één centimeter ver, dus die Brusselaars komen gewoon naar onze voetbalpleintjes.”