Direct naar artikelinhoud
Staat van de Verenigde StatenAnalyse

‘Make Wall Street Great Again’ was juister geweest

President Donald Trump steekt een vuist op naar zijn supporters tijdens een campagnestop in Londonderry, New Hampshire.Beeld AP

Donald Trump noemde zichzelf ‘de grootste banenschepper die God ooit schiep’. Als president beloofde hij jobs terug te brengen die verloren gingen aan China. Wat is zijn balans, voor en na de pandemie?

Voor de covidcrisis: minder werklozen en armoede

Voor de Covid-19-pandemie toesloeg groeide de Amerikaanse economie gestaag onder Trump. Het bruto binnenlands product (bbp) steeg, na inflatie, met 2,2 procent in 2019, en 3 procent in 2018 – Trumps beste jaar maar 0,1 procent onder het beste groei-jaar van zijn voorganger Barack Obama in 2015. Dat zijn dus goeie cijfers, al waren ze lager dan de 4 tot 6 procent groei die Trump zijn kiezers beloofde.

Trump mag zich wel op de borst kloppen wat jobcreatie betreft, blijkt uit statistieken die verzameld werden door factcheckers van het Annenberg Public Policy Center. Tot en met het eerste kwartaal van zijn laatste jaar werden ruim 6 miljoen banen gecreëerd, een toename van 4,2 procent bij zijn inauguratie. De maandelijkse toename was met 185.000 banen wel iets trager dan Obama’s 216.000 jobs per maand.

Trump benadrukt dat zijn America First-aanpak – waaronder het heffen van miljarden dollars aan handelstarieven op Chinese producten – multinationals onder druk zette om overzeese banen terug te halen. Dat klopt, gedeeltelijk. Het aantal productiebanen in de maakindustrieën nam aanvankelijk toe. Waar ze onder president Obama nog afnamen met 192.000 eenheden werden er tot de coronapandemie toesloeg door Trump 470.000 méér gecreëerd.

Er zijn wel nuances te maken. In de maakindustrieën waren er afgelopen maart nog altijd 907.000 jobs minder dan in december 2007, het begin van de Grote Recessie. In de mijnbouwsector, die Trump in 2016 beloofde nieuw leven in te blazen, gingen 1.100 banen verloren.

Wat Trump er óók niet bij vertelt is dat de keerzijde van zijn handelsoorlog met China betaald werd door duizenden werknemers in de Amerikaanse landbouw, die door vergeldingen van Peking hun export in elkaar zagen storten. Alleen al in 2019 gingen 595 landbouwbedrijven over de kop, een toename met één vijfde en het hoogste niveau in acht jaar. Het wordt interessant om te zien of dit een weerslag zal hebben op het stemgedrag in rurale staten, die traditioneel Republikeins zijn.

De werkloosheidsgraad bereikte onder Trump wel het laagste niveau sinds december 1969: 3,5 procent in februari dit jaar. Het Bureau of Labor Statistics noteerde een werkloosheidsgraad van 4,7 procent toen Trump werd ingezworen – ook al ruim onder de historische norm van 5,6 procent, de maandelijkse mediaan sinds 1948. Half maart bedroeg ze 4,4 procent, voor de steile klim door het coronavirus begon.

Ook het gezinsinkomen nam toe tijdens de eerste drie Trump-jaren, met gemiddeld 6,2 procent. Volgens het Census Bureau lag de mediaan in 2019 op 66.790 dollar (56.519 euro).

De armoede daalde omgekeerd evenredig. Het aantal Amerikanen dat onder de armoedegrens leefde daalde naar 10,5 procent van de bevolking in 2019, het laagste cijfer sinds 1959 – al blijft dit cijfer hoog voor een rijk industrieland en treft armoede minderheden disproportioneel. Deze neerwaartse trend zette zich wel in onder vorig president Obama. De daling was sterker in zijn laatste jaren, - 1,3 procent in 2015 en -0,8 procent in 2016 dan tijdens de eerste twee Trump-jaren: respectievelijk -0,4 en -0,5 procent.

De bedrijfswinsten scheerden tot de pandemie hoge toppen onder Trump. In 2019 haalden ze 1,85 biljoen dollar (zo’n 1.580 miljard euro), juist onder het record van 1,86 biljoen in 2014. De aandelenmarkten op Wall Street topten nieuwe records begin dit jaar. De Dow Jones steeg bijna 40 procent, terwijl de Nasdaq verdubbelde in waarde.

Trump kan dat beurssucces verklaren omdat hij dereguleerde en vennootschapsbelastingen verlaagde. Zo daalden in 2017 bedrijfsbelastingen permanent van 35 naar 21 procent. De hoogste individuele belastingen gingen van 39,6 naar 37 procent tot 2025. Trumps belastingvoordelen gingen volgens het onderzoeksinstituut Tax Policy Center wel voor 60 procent naar de rijkste 20 procent Amerikanen. De lage inkomens profiteerden daar niet van. De bedrijven profiteerden ook van de biljoenen dollars ‘quantitative easing’, het bijdrukken van dollars door de Federal Reserve – wat onder president Obama begon om de economie te stutten. 

Toen brak de pandemie uit.

Pandemie richt bloedbad aan op arbeidsmarkt...

Samen met Covid-19 leed de Amerikaanse economie historische verliezen. Tussen februari en april werden maar liefst 22 miljoen mensen tijdelijk werkloos. Slechts de helft daarvan kon de vijf daaropvolgende maand terug aan de slag. Half september waren er nog altijd 3,9 miljoen mensen minder aan de slag dan toen Trump werd ingezworen. De werkloosheidsgraad steeg naar het hoogste niveau sinds WO II, tot 14,7 procent in april en blijft vandaag met 7,9 procent ruim 3 procent boven 2017. Het aantal Amerikanen onder de armoedegrens steeg half september terug naar 11,1 procent.

Het Cares-steunplan van het Congres, goed voor 2,2 biljoen dollar (1.860 miljard euro), verzachtte aanvankelijk de klap maar omdat bedrijven pas op het eind van het jaar de rekening maken is de vrees gegrond dat veel tijdelijk werklozen nog definitief hun baan gaan verliezen.

cijfers trumpBeeld DM

De maakindustrieën, die het eerst relatief goed deden onder Trump, werden nog harder getroffen: bijna 1,4 miljoen banen gingen verloren in maart en april. Ook daar kon pas de helft kon na de zomer terug aan de slag. In september waren 164.000 minder productiearbeiders aan het werk dan toen Trump werd ingezworen – maar net iets meer nog dan onder Obama.

In naakte cijfers kromp de economie in het tweede kwartaal van dit jaar met 31,4 procent – een dieptepunt sinds 1947. Ze zal volgens de Federal Reserve in het beste scenario het jaar eindigen met een gemiddeld verlies van 3,7 procent van het bbp in vergelijking met eind 2019. Het Rekenhof van het Congres gaat uit van een verlies van minstens 5,9 procent van het bbp, omdat de pandemie opnieuw aan kracht wint.

... maar niet op Wall Street

Analisten kijken met gemengde gevoelens terug op de economische Trump-jaren. “Trumponomics bereikte niet wat zijn voorstanders voorspelden”, oordeelde The Economist. Ze wijzen er op dat hij het begrotingstekort en de federale schuld nu de pan uit rijzen. De publieke overheidsschuld steeg met 6,6 biljoen dollar (5.600 miljard euro) onder Trump, en neemt nog toe nu de VS enorm veel moet lenen om de Covid-19-crash op te vangen. Met 21 biljoen dollar (1.778 miljard euro) staat de publieke overheidsschuld nu 46 procent hoger dan het begin van zijn presidentschap. De schuldgraad bedraagt nu 98 procent van het volledige bbp van het land, het hoogste percentage sinds 1948.

Maar Michael R. Strain, een economist van de conservatieve denktank American Enterprise Institute, wees onlangs in The New York Times op een opmerkelijke omslag in het economisch denken in de VS over het maken van schulden om de economie te steunen. De grotere schuldgraad werd verondersteld de intrestvoeten en inflatie te doen stijgen en privé-investeringen te stoppen, maar dat gebeurde niet. Dat komt omdat Trump er volgens hem in geslaagd is de heilige koe van de Republikeinen ‘om te allen prijze te besparen op de overheidsschuld’ af te voeren. President Trump legitimeerde deficit spending, eerder een klassiek Europees – en in de VS Democratisch – recept waarbij in tijden van lage rentevoeten veel geleend wordt om de economie te steunen.

Toch zit het venijn in de staart. De vraag is wíé in de economie het meest van deze overheidssteun profiteert: de arbeidsmarkt of de financiële markten? Toen de Federal Reserve in maart opnieuw geld bijdrukte kregen veel Amerikanen eenmalige cheques van 1.200 dollar (1.016 euro) en werden werkloosheidsuitkeringen tijdelijk verhoogd naar 600 dollar (508 euro) per week.  Een mooie geste was dat, maar een aalmoes bij het recente zegebericht van investeringsbank Morgan Stanley dat het van juli tot september 2,7 miljard dollar (2,3 miljard euro) aan recordwinsten verzamelde. Goldman Sachs deed het zelfs nóg beter met kwartaalwinsten van 3,62 miljard dollar (3 miljard euro), het dubbele van vorig jaar. David Solomon, de CFO van Goldman Sachs, verklaarde volgens The New Yorker enthousiast dat dit deels te verklaren is door de “nooit geziene monetaire en budgettaire steun door centrale banken en regeringen”.

Make Wall Street great again was in deze verkiezingscampagne voor Trump een feitelijk correctere slogan geweest.