Direct naar artikelinhoud
InterviewTelevisie

‘Als buitenlander moet je je uitsloven in de VS’. Evelyn Cools en Bo Mersie willen het maken in Amerika

‘Als buitenlander moet je je uitsloven in de VS’. Evelyn Cools en Bo Mersie willen het maken in Amerika
Beeld HUMO

In Iedereen beroemd ziet u elke week de wedervaren van enkele jonge, maar daarom niet minder vastberaden Amerika-gangers uit België. Zo jaagt Bo Mersie in Hollywood een carrière na, terwijl Evelyn Cools Stevie Nicks achterna zingt in New York. Als Mersie haar kompas volgt naar het oosten en Cools het hare richting het westen, dan hebben ze heel Amerika veroverd ter hoogte van Kansas.

Cools: “Mijn man en ik wonen vlak aan het water in New Jersey, recht tegenover Manhattan, wat lange tijd het epicentrum van de pandemie was. Ik werk thuis, maar hij moet telkens naar Rockefeller Center, vlak bij Times Square. Dat ligt er tegenwoordig verlaten bij. Zelfs op de metro is het stil. Eigenlijk is het een aangename manier om New York te zien, zonder de toeristen en het lawaai – zo zullen we de stad nooit meer meemaken.”

Mersie: “Ik woon in North Hollywood, boven de felbegeerde Hills en weg van de drukte. Ze noemen dat gebied ook wel eens de Valley of the Stars – ik vergelijk het een beetje met Brooklyn. Doordat het hier sowieso rustig is, is er met covid-19 op het eerste gezicht niet al te veel veranderd, buiten het feit dat alle fitnesszaken, salons, restaurants en bars toe zijn.

“Toen ik van New York naar Los Angeles verhuisde, weet ik nog dat ik dacht: wat is me dat hier voor een woestijn? (lachje) Alles ligt zo ver uiteen: je moet voor het minste de auto nemen. Dat desolate kruipt precies ook wat in de kleren, want ik vind de mensen hier over het algemeen minder sociaal dan in New York.”

Moest het voor jullie altijd al Amerika zijn, of wilden jullie gewoon weg uit België?

Mersie: “Ik heb altijd het gevoel gehad dat mijn lotsbestemming elders lag. Toen ik 5 was, zei ik tegen mijn mama: ‘Ík ga niet in België blijven wonen!’ Maar aan Amerika had ik nooit gedacht. Ik heb dat van de ene dag op de andere beslist. Ik was gestopt met de universiteit – dat was nooit de juiste keuze voor mij – en ik zat in zo’n typische early twenties-fase: help, wat moet ik doen met mijn leven? Ik ga er gewoon voor gaan! Ik heb toen auditie gedaan voor een acteerschool in New York, zonder er rekening mee te houden dat ik toegelaten zou worden. (lachje)

Cools: “Ook ik ben hier toevallig beland. Nadat ik in Londen Cultural & Creative Industries – een brede sociologische opleiding – had gevolgd, wilde ik graag in Amsterdam, Berlijn of L.A. wonen. De wereld lag open! En toen gingen mijn ouders en mijn jongste broer naar New York, voor papa's werk, en ik dacht: ‘De kans om daar even gratis te wonen, zal ik wellicht geen twee keer krijgen.’”

Voor Amerikanen is de American dream het hoogste goed. Wat betekent die voor jullie?

Mersie: “Als nieuwkomer valt de Amerikaanse mentaliteit meteen op: werken, werken, wérken. Tot op het gekke af. Ik gebruik de term American dream niet graag. Er is geen vangnet en dat zie je. Wat het interessant maakt voor mij om hier te zijn, is dat er hier veel meer jobs in mijn branche te rapen vallen.”

Cools: “Er heerst hier wel een start-up-, entrepreneurship drive die je in Europa minder hebt. Amerikanen doen er alles aan om hun droom waar te maken, terwijl Europeanen toch meer in de pas lopen. Daar suggereert men graag: ‘Zou je niet beter eerst een vaste job zoeken en dán proberen om muziek te maken?' De verwachtingen van de maatschappij wegen er zwaarder door. Hier doe je wat je wilt, er komt geen kritiek op je levensstijl. Ik heb hier al veel gelijkgezinden ontmoet. Ik werkte al een hele tijd in L.A. – waar ik ook nog gewoond heb – vóór iemand naar mijn cv vroeg. Je moet tónen wat je kunt. En ja, keihard werken.”

En als je uit de boot valt...

Cools: “...dan kun je maar beter goed zwemmen. Het is hier gevaarlijk, in tegenstelling tot de relatieve veiligheid die wij in België genieten. De American dream is er alleen voor de happy few: wie faalt, heeft dat alleen aan zichzelf te wijten. De mensen rondom je en de overheid kijken niet naar je om, er worden geen cadeautjes uitgedeeld. Het leven houdt hier altijd een zeker risico in.”

Mersie: “Maar we zitten hier nog graag, hè! (lacht) Je moet gewoon een dikke huid hebben, en al zeker als buitenlander. Je komt hier aan zonder werk, moet je uitsloven om je te bewijzen... In België was ik best wat luxe gewend, hier was dat wel even anders: ik leefde opeens héél minimalistisch.

“Nadat ik van school was, was ik de eerste jaren bijna elke dag aan het werk. Daarna ging het beter en begon ik me ook meer thuis te voelen. Je moet dat aankunnen: hard werken, weg van huis zijn, én beseffen dat je tussen die Amerikanen altijd een beetje de vreemde eend in de bijt zult zijn. Het ís een ander volk: soms begrijpen ze mij niet zo goed, en vice versa.”

Cools: “En tegelijk zijn Amerikanen vaak veel opener dan Europeanen. Zij zijn niet bang om hun levensverhaal uit de doeken te doen. Dat is toch mooi? Als Belgen schermen we ons graag af, behalve in dichte kring. Amerikanen niet. Maar ik ben ook opgevoed in internationale scholen met de American touch: net een collegecampus uit de films. Voor mij ging de integratie dus best vlot. Ik denk dat ik het moeilijker zou hebben om mij in België goed te voelen.”

Hoelang heb jij in België gewoond? Jij hebt onder meer vertoefd in China, Maleisië, Hongarije, Engeland, Australië...

Cools: “Ik ben in Sint-Niklaas geboren, maar een jaar later zijn we voor de job van mijn vader verhuisd: eerst naar New York en L.A., daarna naar Duitsland – en zo ging het maar door. Sindsdien heb ik nooit meer in België gewoond, al gingen we wel altijd terug voor Kerstmis en de zomervakantie. We spraken Nederlands thuis, en we keken naar de Vlaamse tv. Maar ik heb nooit écht in België gewoond.

“Wie opgroeit in internationale scholen noemt men third culture kids: kinderen die het grootste deel van hun ontwikkelingsjaren níét in hun thuisland hebben doorgebracht. Die zijn door de band genomen rootless and restless: rusteloos, zonder thuisgevoel.”

Evelyn Cools.

Jij ook?

Cools: “In het begin dacht ik van niet, maar nu... Ik wíl me settelen, maar ik moet eerst die rusteloosheid een plaats geven. Ik moet míjn roots opbouwen. Ik worstel daarmee. Al begin ik mezelf wel beter te begrijpen.”

Mersie: “Ik heb vrienden en familie in Antwerpen, mijn thuisbasis. Maar omdat ik intussen al vijf jaar weg ben, voelt het toch ook een beetje alsof ik mijn wortels uit de grond heb getrokken en naar hier heb verplaatst. Maar voor jou, Evelyn, begrijp ik dat het een vreemde gewaarwording moet zijn om nergens een ankerpunt te hebben.”

Cools: “Hoe langer je weg bent uit je thuisland, hoe meer je andere gewoontes begint op te pikken. Elke cultuur heeft positieve en negatieve kanten: hoe meer je die ziet, hoe moeilijker het wordt om je op één plaats vollédig in je sas te voelen. Je bent altijd... tussenin.

“Dat heeft gelukkig ook voordelen. Ik ben niet bang om opeens naar een ander land of een andere stad te verhuizen. Net nog heb ik Brooklyn ingeruild voor New Jersey. Dat geeft mij vrijheid. Ik weet dat ik altijd en overal op mezelf kan rekenen.”

Heb je, sinds je hier bent, dat thuisgevoel al eens mogen meemaken?

Cools: “Ja, in L.A., of Californië in het algemeen. Ik heb er gewoond tussen mijn 1 en 4 jaar: daar heb ik nog altijd heel speciale herinneringen aan. Toen ik, jaren later, in mijn eentje vanuit New York een roadtrip ondernam naar daar, werd ik bevangen door dat fameuze thuisgevoel dat ik daarvoor nog nooit had ervaren. Dat ik Amerika nu als ‘mijn land’ begin te zien, heeft veel met die roadtrip te maken.”

Mersie: “Wacht, jij hebt van New York naar L.A. geréden?”

Cools: “Ja, dwars door de Midwest, en vervolgens via Colorado en de nationale parken. Ik wilde toch mijn spullen tot daar krijgen. (lacht) Toen mijn man en ik terug naar New York verhuisden, hebben we die roadtrip overgedaan, maar dan via de zuidelijke route.”

Ben jij nu volop aan het acteren, Bo?

Mersie: “Nog niet zoals ik het zou willen. L.A. pikt maar erg traag het gewone leven weer op. Er is zo weinig werk op dit moment... Producties starten héél voorzichtig terug op, maar één vals-positieve test en je kunt het vergeten. Je merkt aan de mensen dat ze het moe zijn. Nu, ik heb het geluk dat ik omringd ben door buitengewoon mooie natuur. Al bij al heb ik het goed hier. Ik weet dat het niet voor iedereen zo is.

“Dat ik nog niet veel acteerervaring heb kunnen opbouwen, maakte ook dat ik lange tijd heb moeten focussen op mijn modellenwerk. Het was de enige manier om de rekeningen te betalen. Als model was het ook makkelijker om een vast visum te krijgen. Maar eigenlijk ligt mijn hart niet daar.”

Je doet het wel al tien jaar: is het een glamoureuze variant van een bureaujob bij de bank?

Mersie: “(lacht) Eigenlijk wel. De vrijheid is leuk, en het feit dat je telkens nieuwe mensen leert kennen. Op zich is het redelijk hersenloos werk, maar het verdient goed. Met alle respect voor het vak – het vraagt toewijding en talent – maar ik heb meer creativiteit nodig.”

Bo Mersie.

ZERE TENEN

De verkiezingen staan voor de deur in de VS. Volgen jullie die op de voet?

Mersie: “Ja. Al trap je als Europeaan makkelijk op zere tenen. Mensen hebben in steen gebeitelde overtuigingen: het is geen makkelijk gespreksonderwerp. (twijfelt) Ik heb een gevoel voor wie ik zou stemmen, maar ik spreek mij er niet graag over uit.”

Cools: “Ik ook niet: we zitten hier allebei met een visum. (lacht)

Mersie: “Ik denk dat het niet goed is om volledig op te gaan in wat het nieuws je brengt. Niet dat ik meega in complottheorieën, maar ik stel mij de oprechte vraag: wat is er allemaal aan de gang? Welke belangen spelen er?»

Cools: “Het moeilijke met de Amerikaanse media is dat de zenders duidelijke politieke overtuigingen hebben. Eén centrale betrouwbare bron, zoals onze nieuwsprogramma’s, heb je hier niet: wel vijftig mastodonten die allemaal wat anders spuien. Hetzelfde feit wordt hier op twee zenders vanuit twee radicaal verschillende gezichtspunten benaderd.”

Mersie: “Wie zit er achter die zender en waarom brengt die zijn berichtgeving zo? Ik wéét niet hoe de vork aan de steel zit, dus vind ik het verstandiger om te zwijgen.

“Je merkt dat veel mensen een tikje bang worden van de politiek. Mijn vriend, die Amerikaan is, zei al: ‘Kom, wanneer het verkiezingen zijn, gaan we naar mijn familie in Miami. Dan zitten we veilig als er rellen uitbreken.’ We hébben dat al eens gedaan, vlak voor het begin van de lockdown in L.A.: toen had hij ook al door dat er iets schrijnends zat aan te komen. Zelf maak ik me minder zorgen.”

Cools: “Ik vind wel dat de politiek geen goede weergave is van Amerika als geheel. Ik geloof in de fundamentele goedheid van de mensen en de gemeenschap hier. Zoveel mensen sturen zoveel positiviteit de wereld in. Dat zal niet stoppen, los van wie er verkozen wordt. Deze verkiezing zal het land niet omgooien.

“Ik geloof ook in de nieuwe generatie, in jonge mensen, in de jongens en meisjes die net 18 zijn geworden en voor het eerst gaan stemmen. Uiteindelijk nemen zíj binnen de kortste keren toch de maatschappij over van de generatie die nu de plak zwaait. Echt, ik geloof in de jeugd.”

Mersie: “Als we lang genoeg van onze gsm kunnen blijven, tenminste.”

Cools: “I know. (lacht)”

Welke thema’s houden jullie bezig?

Cools: “Het milieu. Als er een groene partij was, schaarde ik mij daarachter. Alles wat ik doe als artiest is geworteld in de natuur. We moeten voor de wereld zorgen, maar we dóén dat niet.”

Mersie: “Mij houden vooral de mensenrechten bezig, kinderbescherming in het bijzonder.”

Heeft jullie verblijf in Amerika gezorgd voor een andere kijk op racisme?

Mersie: “Toen ik in België woonde, was mijn houding: ‘Racisme? Dat zie ik niet!’ Maar dat was totaal fout. Weggaan uit België heeft me doen inzien dat ons land wel degelijk... (aarzelt) misschien niet altijd actief racistisch is, maar dat er in onze systemen en in onze gewoontes wel een latente discriminatie is geslopen. Er zit iets niet juist. Neem nu Zwarte Piet: leg dat hier maar eens uit. En onze strips: ik dacht daar als kind niet bij na, maar vaak gaat het wel om schadelijke stereotypes.”

Cools: “Aan internationale scholen heerst zo’n gevoel van gelijkheid: je stelt je absoluut géén vragen bij afkomst of uiterlijk. Het was een cultuurschok om uit die bubbel te worden getrokken. Al had die bubbel ook zijn problemen: hij was er vooral voor rijke expats. Toen ik in Amerika naar school ging, is mijn vriendenkring alleen maar diverser geworden.”

Mersie: “Als je uit je vertrouwde omgeving stapt, is de kans groot dat je je gezichtsveld verruimt. Je kijk op de wereld verandert door er meer van te zien. Ik kan het iedereen warm aanbevelen.”

Er is het afgelopen jaar veel te doen geweest rond Black Lives Matter. Hebben jullie mee geprotesteerd?

Mersie: “Nee, maar ik ben wel voortdurend informatie blijven inwinnen: documentaires bekijken, artikels lezen... Door Black Lives Matter besefte ik dat ik veel te weinig over de problematiek wist – ik doe mijn best om daar iets aan te doen.”

Cools: “In mijn directe kring was het een aardschok: we schrokken van de werkelijkheid, en we wisten dat we diep moesten nadenken. Iedereen denkt dingen zonder zich ervan bewust te zijn dat er een racistisch kantje aan zit. Cruciaal is: blijven bijleren, blijven praten en – vooral – blijven luisteren naar mensen met ervaringen uit de eerste hand.

“Op het moment dat Black Lives Matter op zijn hoogtepunt was, woonden wij in Brooklyn, waar het er vrij ruig aan toeging. Er waren marsen op straat, vlak aan ons appartement, en het begon onveilig aan te voelen. De meeste protesten – 99 procent – waren vredevol, positief en constructief, maar ’s nachts werd er wél vuilnis in brand gestoken, en een maand aan een stuk werd er elke avond vuurwerk afgeschoten. Speciale sfeer.”

Volgen jullie het politieke toneel in België?

Mersie: “Ik zou het eigenlijk moeten volgen, hè? Maar nee, hoor.”

Cools: “Ik wil wel geïnformeerd blijven, maar wil ook niet de hele dag aan mijn telefoon gelijmd zitten. En als ik té veel op alle nieuwsberichten focus, heeft dat een negatieve invloed op mij. Mijn mentale gezondheid en mijn creativiteit lijden daar echt onder. Een tijdlang, in het begin van corona, heb ik een maand of twee een creatieve block gehad. Niet simpel, want normaal gezien is muziek net mijn manier om dingen te verwerken.”

Evelyn Cools.

KAKKERLAKKEN

Bo, jij woont samen met enkele YouTubers. Evelyn, jij woont met je man en nog een koppel in één appartement. Is alleen wonen in Amerika financieel niet haalbaar?

Mersie: “Het zou mij wel lukken, maar ik heb bewust voor roommates gekozen. Toen ik hier aankwam, kende ik níémand. Het is fijn om samen te wonen met creatieve zielen die in dezelfde industrie zitten. Ik zei het al: L.A. is een woestijn, en in een woestijn heb ik liever mensen om mij heen.”

Cools: “Wij zouden onze eigen plek kunnen betalen, maar we willen ook graag in een aangename buurt wonen, en in New York is dat niet zo evident. Mijn man en ik houden allebei van de natuur en de rust. Daarom zitten we nu in het familiale Weehawken, New Jersey. Ik heb een auto, geregeld trekken we verder de natuur in. Als we hier volledig alleen willen wonen, is dat te duur. Zeker omdat ik tijdens corona wat van mijn inkomen als geluidstechnicus heb moeten afstaan. We zijn ook allebéí onze droom aan het volgen, hè: mijn man traint nog om horlogemaker te worden bij het luxemerk Patek Philippe.”

Mersie: “(blaast) Wow.”

Cools: “We gaan allebei volop voor onze passie, en we beseffen dat we daarvoor compromissen moeten sluiten. Al valt dat goed mee, hoor. We hebben het appartement in twee gedeeld: alleen de keuken en de badkamer delen we. Met twee koppels is dat goed te doen. En als jonge mensen zijn we het gewend om roommates te hebben.”

In je eerste appartement in New York, Bo, kwamen de kakkerlakken uit de gootsteen gekropen.

Mersie: “(lacht) Heb ik dat op tv gezegd? Dat kon gebeuren, ja. Evelyn, jij weet dat waarschijnlijk ook: New York heeft een probleem met kakkerlakken. Hier heb ik er gelukkig nog geen gezien.”

Cools: “In L.A. heb je er nochtans ook. Toen ik in North Hollywood woonde, kletste er eens een kakkerlak naar beneden toen ik het douchegordijn opzijschoof: een gigantisch exemplaar, van zeker 10 kilo. (lacht) Ik ben vrij goed met ongedierte – spinnen, muizen, het doet me niks – maar voor dat monster ben ik toch één van mijn roommates gaan halen, die hem vermorzeld heeft met een slof.”

Mersie: “In L.A. heb je veel opossums, buidelratten, en wasberen. Die laatste zijn nog schattig, maar zo’n buidelrat: ieuw!

Evelyn, jij hebt net de ep ‘Misfit Paradise’ uitgebracht, die je helemaal zelf hebt bekostigd. Verdien je er iets aan?

Cools: “Helaas. In L.A. moest ik voltijds werken als geluidstechnicus om de ep te kunnen maken. Ik zou het fantastisch vinden om er geld mee te verdienen, maar tegelijk kan ik mij niets inbeelden waar ik liever geld aan zou uitgeven dan dit. Ik hoop op een carrière, maar het hoogste goed blijft mijn vrijheid.”

MOOI SNOETJE

Evelyn, jij hebt de wereld altijd verkend. Bo, jij begon eraan op je 16de, toen je als model naar Milaan trok.

Mersie: “Ik was vrij mager en groot, en dat was wat ze zochten. Ik was telkens één à twee maanden daar, niet te lang aan één stuk, want ik zat nog op de kunstschool. Mijn ouders vertrouwden mij. Mijn mama was wel een beetje ongerust, maar toen ze de eerste keer meekwam, zag ze dat ik er goed zat. Ik deelde in Milaan een kamer met Lize Feryn: een heel toffe. (lacht)

Bo Mersie.

Was het een leuk wereldje? Ik stel mij er vooral maaltijden van twee komkommerreepjes bij voor.

Mersie: “Ik heb van nature een snel metabolisme, dus ik moest geen extreme diëten volgen. Maar ik raakte wel gefixeerd op mijn gewicht. Het is een slippery slope. Van nature ben ik een perfectioniste. Ik wilde héél gezond eten, maar achteraf gezien denk ik: zo gezond was dat toch niet – het is toch niet waar een 16-jarige dag in dag uit mee bezig zou moeten zijn. Ook in die wereld moet je een dikke huid hebben: de druk is hoog, en de meisjes die hun intrede doen zijn jong en fragiel.”

Veel vieze venten tegengekomen?

Mersie: “Vieze venten heb je overal. (lachje) Ik heb nooit iets traumatisch meegemaakt, maar je merkt dat die mannen in machtsposities – en soms ook vrouwen – zich superieur voelen. Zij geven dan opmerkingen waar je je achteraf slecht bij voelt, ze kijken niet, maar ze loeren. Ach, je hebt er ook fantastische, geïnspireerde mensen.”

Cools: “In de muziekindustrie is het ook erg zeldzaam om een machtige vrouw tegen te komen. Dat is één reden waarom ik een technische richting ben gaan studeren. Mannen verwachten in de regel niet veel van het technische kunnen van een vrouw. Net daarom wilde ik de technische en zakelijke kant van mijn vak helemaal doorgronden. Tijdens een optreden wil ik de technici in de zaal exact kunnen zeggen wat ik wil. Ik wil mij zelfstandig en sterk voelen – ook als zakenvrouw.”

Technici wenden zich graag tot de mannen op het podium, ook al wordt de band gerund door een vrouw.

Cools: “In L.A. was ik head of audio voor een livesoundbedrijf en elke keer als ik een man aan het opleiden was, dachten de bands die passeerden dat mijn ‘student’ de technicus was en ik de assistente. Ik heb het al meegemaakt dat ik, terwijl ik druk in de weer was in de sound booth, toch nog werd aanzien als barvrouw. ‘Hi lady, can we get a beer?’ (zucht) Die reacties zijn, spijtig genoeg, schering en inslag.

“Dat is vervelend, maar het heeft mij wel gepusht om extra goed te zijn. Ik heb méér te bewijzen, ik moet méér respect afdwingen, tónen dat ik goed ben, want men zal er nooit van uitgaan.”

Mersie: “Als blonde vrouw met een accent krijg je in Hollywood, merk ik, al snel een stempel. Als iemand mij voorstelt aan een producer gaat het vaak van: ‘Kijk, dit is Bo, kun je niks voor haar doen? Kijk hoe knap ze is!’ (hoofdschuddend) Ik heb het daar moeilijk mee. Ik zie dat veel vrouwen daarvoor staan te springen, maar ik wíl het niet. Alsjeblieft, boek mij omdat ik goed ben, niet omdat ik zogezegd een mooi snoetje heb.”

Als knappe blondine zul je wel opvallen, maar je belandt wel direct in een hokje.

Mersie: “En dat hokje heeft dikke, dikke muren.”

Wat waren jullie rotste jobs tot nog toe?

Mersie: “Ken je die voorbeeldfoto’s op de pakketjes van halloweenkostuums? Dáár moest ik dus voor poseren. Heel de dag carnavalskostuums aan- en uittrekken: in vol Harry Potter-ornaat, in amish-kostuums, in junglevodden... Ik dacht: waar zedde nu eigenlijk mee bezig? (lachje)

Cools: “Op één van mijn eerste avonden als geluidstechnicus in L.A. vond er in mijn club een dj-event plaats. Blijkbaar was het een hotspot voor prostituees – ik had een securityman om mij te beschermen – en twee daarvan had ik al de hele avond tegen de muur zien dralen. Toen de lichten aangingen, stonden zij in het midden van de dansvloer wanhopig te proberen om gasten mee te pikken: ze deden hun broek uit, begonnen te twerken... Raar zicht, hoor. Ik dacht: niet echt waar ik voor gestudeerd heb, maar het betaalt de rekeningen.

“Later organiseerde men in diezelfde club een burleske avond, waarbij ze palen hadden geïnstalleerd om te paaldansen. Ik moest toen ook voor de verlichting zorgen, maar dat plafond was zeker drie verdiepingen hoog. Ik moest met een ladder metershoog klimmen: best angstaanjagend, want dat ding was héél krakkemikkig. En ze hadden geen verzekering. Een paar weken later heb ik mijn opzeg gegeven. (lachje)

Houden jullie een einddoel voor ogen?

Mersie: “Als je doelen zet, raak je daar en dan stel je je weer nieuwe doelen. Het is een ladder die je maar blijft beklimmen: het zit in onze natuur om unsatisfied en hongerig te blijven, en alsmaar verder te gaan.”

Cools: “Ik verander constant mijn gedacht over hoe ik mij creatief wil uiten. Nu is dat muziek, maar ik heb nog zoveel andere ideeën. De eerste stap die ik nu zou willen zetten, is voor 100 procent kunnen leven van mijn muziek. Een simpel leven, zoals nu: ik heb niet veel nodig.”

En dán stinkend rijk dan wel wereldberoemd worden?

Cools: “Maybe! Al is de enige aantrekkingskracht van beroemd zijn voor mij: een podium hebben voor de dingen waar ik om geef, zoals het milieu. Het zou fantastisch zijn om echt een verschil te kunnen maken.”

Mersie: “Dat zou meteen het enige voordeel zijn, want ik ben ervan overtuigd: roem brengt niet het geluk met zich mee. Ik denk dat het eerder een negatieve invloed zou hebben op mij.”

Iedereen beroemd: American Dream, Eén, elke maandag, 19.45 uur

Bo Mersie.

© Humo