Direct naar artikelinhoud
AnalyseData

Belgische ziekenhuizen zijn op weg naar crash: ‘De vraag wordt nu hoeveel schade we oplopen’

Belgische ziekenhuizen zijn op weg naar crash: ‘De vraag wordt nu hoeveel schade we oplopen’
Beeld Wannes Nimmegeers

Als er niet snel een knik in de curve komt, botsen de ziekenhuizen volgende week op de limieten van hun capaciteit op intensieve zorg. De kans dat dat scenario vermeden kan worden, wordt met de dag kleiner. ‘Volgende week vrijdag ligt intensieve zorg vol.’

Dag na dag wordt de situatie in de Belgische ziekenhuizen precairder. Vandaag liggen evenveel covidpatiënten in het ziekenhuis als op de piek van de eerste golf. Het verschil is dat we nu de piek nog niet bereikt hebben. De curve blijft nog zeker even stijgen. Jan Stroobants (58), voorzitter van de Belgische Vereniging voor Spoedartsen, ziet de nabije toekomst somber in. “De tanker vaart hoe dan ook tegen de klippen”, zegt hij. Ook epidemioloog Pierre Van Damme (UA) waarschuwt daarvoor. Ons zorgsysteem zal volgens hem over een goeie week “kraken”.

Vooral de capaciteit op de afdelingen intensieve zorg (ic) is reden tot ongerustheid. Ons land kan in uiterste nood 2.000 ic-bedden vrijmaken voor covidpatiënten. Op dit moment is bijna de helft van die bedden ingepalmd, maar dat kan snel veranderen. In het huidige tempo verdubbelt het totaal aantal ic-opnames in ongeveer acht dagen. Volgens Sciensano-viroloog Steven Van Gucht liggen de afdelingen intensieve zorg zo vol tegen 6 november, volgende week vrijdag.

Dat hoeft niet noodzakelijk het geval te zijn, klinkt het evenwel. “We gaan ervan uit dat het tempo zal afnemen. Maar zelfs dan denk ik dat de kans groot is dat we gaan flirten met de grens van 2.000 mensen op intensieve zorg,” zegt Van Gucht. Ook biostatisticus Niel Hens (UHasselt, UAntwerpen) heeft weinig goeie hoop. “We zien in de curves dat we dat scenario hoogstwaarschijnlijk niet kunnen vermijden. Dag na dag wordt dat onwaarschijnlijker. De vraag wordt dan hoeveel schade we oplopen.”

Voorzichtige signalen

Van een vertraging in de ziekenhuisopnames is voorlopig weinig te merken, zegt Van Gucht. Anders is het gesteld met het aantal mensen dat besmet raakt met Sars-Cov-2. Er zijn voorzichtige signalen dat het virus aan kracht verliest. In Brussel bijvoorbeeld neemt het aantal nieuwe infecties nog steeds dag na dag toe, maar de verdubbelingstijd van dat dagcijfer is opgelopen tot zo’n drie weken. Dat is een eerste teken dat er mogelijk een knik in de curve aan zit te komen.

De dagelijkse besmettingscijfers moeten evenwel met een flinke korrel zout genomen worden. De reden daarvoor is dat op 21 oktober de teststrategie hertekend is. Sindsdien worden enkel nog patiënten met symptomen van Covid-19 getest. Wie geen symptomen vertoont, wordt niet getest. Dat betekent dat de cijfers voor en na 21 oktober niet te vergelijken zijn. 

Sciensano werkt wel aan een oplossing. “We weten van alle besmettingen of die mensen symptomen hadden of niet”, zegt Van Gucht. “We kunnen dus voor de voorbije weken een nieuwe curve tekenen met daarin enkel symptomatische personen. Zo krijg je een min of meer consistent beeld, al is de situatie niet ideaal.”

“De beste indicator die we nu hebben om de epidemie in kaart te brengen zijn de hospitalisaties en het aantal ingenomen ziekenhuisbedden”, zegt Hens. Het probleem daarmee is dan weer dat die cijfers enkel een nationaal beeld geven, en niet toelaten de epidemie per provincie te monitoren. Dat komt omdat patiënten uit Brussel bijvoorbeeld ook naar ziekenhuizen in Oost-Vlaanderen overgebracht worden. 

‘Geen enkel effect’

De grote onbekende is wat het effect zal zijn van de maatregelen die de voorbije maand genomen zijn, en wanneer dat effect zich zal tonen. Grosso modo duurt het zo’n 10 tot 12 dagen voor dat gebeurt. De eerste verstrengingen dateren van 6 oktober, toen onder meer de nauwe contacten teruggeschroefd werden naar maximaal drie. Hens: “Dat is communicatief zeer sterk gebracht door minister Vandenbroucke (sp.a), maar in de cijfers hebben we daarvan geen enkel effect gezien.”

Intussen werden stap voor stap strengere maatregelen afgekondigd. De afgelopen week werden evenementen en vrijetijdsbesteding flink aan banden gelegd. Maar die ingrepen komen te laat om te vermijden dat we op de grenzen van onze ic-capaciteit botsen, oordelen experts. “Daar bestaat weinig twijfel over. We hadden nooit in deze situatie terecht mogen komen.”

De gevolgen voor de zorg kunnen dramatisch zijn. Bedden zijn niet het grootste probleem: in hoge nood kan er nog extra capaciteit voorzien worden, bijvoorbeeld door herstellende patiënten naar revalidatiecentra te brengen. De echte flessenhals zit bij het personeel: er is geen blik nieuwe dokters dat je snel even kan opentrekken. Op intensieve zorg zijn bovendien gespecialiseerde artsen nodig. De eerste golf heeft geleerd dat de zorg aan de extra gecreëerde bedden niet even goed is als bij de reguliere ic-bedden.

Ook voor andere patiënten zijn de gevolgen niet min. In theorie kan iedereen die zorg nodig heeft, zorg krijgen. “Maar de realiteit is anders dan de theorie", zegt oncoloog Baki Topal (UZ Leuven).  Veel consultaties zullen bijvoorbeeld gebeuren via de telefoon. “Op die manier gaan heel veel interpretatiefouten gebeuren, want aan de telefoon kan je een probleem minder goed inschatten. De gevolgen kunnen dramatisch zijn. Maar we kunnen niet anders: dit zijn de middelen waarmee we het moeten doen. Dat is erg pijnlijk.”