Direct naar artikelinhoud
AchtergrondCoronavirus

Onderzoek: Europa kreeg besmettelijkere variant van coronavirus dan China

Het coronavirus ‘Sars-cov-2’, in de VS geïsoleerd uit een patiënt.Beeld AP

Het is dus écht zo. Het coronavirus dat de wereld overspoelt, is een agressievere variant dan het oorspronkelijke coronavirus dat eind vorig jaar op de mens oversprong in Wuhan. Dit zou zelfs mede kunnen verklaren waarom men in Europa meer moeite heeft dan in China om het virus onder controle te krijgen.

Het virus dat momenteel rondgaat in Europa en onder meer de VS heeft een minieme wijziging aan zijn uitsteeksels: een aminozuur ‘glycine’ (G) waar aanvankelijk het aminozuur ‘asparagine’ (D) zat. Door die subtiele chemische wijziging zijn de stekels waarmee het virus zich aan cellen vastzuigt wat soepeler. Dat geeft ze een evolutionair voordeel ten opzichte van de oorspronkelijke Chinese variant, tonen twee nieuwe onderzoeken nu aan.

In Zwitserland besmetten onderzoekers onder leiding van Volker Thiel van de Universiteit van Bern hamsters en fretten met de oude en de nieuwe virusvariant tegelijk. Na een week had de G-variant in haast alle dieren de overhand. Proefdieren die bij de besmette dieren in de kooi werden gezet, liepen in de regel de nieuwe variant op. Dat bewijst dat de mutatie het virus ‘een echt concurrentievoordeel geeft, vooral tijdens de besmetting’, schrijven de onderzoekers.

In de VS infecteerden andere wetenschappers intussen sommige hamsters met de oude variant en andere met de nieuwe. Dieren die met de G-versie besmet waren, maakten veel meer virusdeeltjes aan, bleek daaruit. Opnieuw bewijs dat het coronavirus in het begin van de epidemie een turboknop heeft gekregen waardoor het zich sneller kan vermeerderen.

Slomer

Bekend was de mutatie, D614G genaamd, al langer. Maar tot dusver kon er ook sprake zijn van toeval: misschien was het G-virus wel gewoon de vorm die Europa en de VS als eerste bereikte. ‘De vraag blijft hoeveel dit nu echt scheelt bij de mens’, reageert viroloog Marion Koopmans (Erasmus MC) desgevraagd. ‘Maar inmiddels wijzen alle experimenten toch wel echt in dezelfde richting: die van een virus dat gemakkelijker de overhand krijgt.’

Verleidelijk om te denken dat het ‘slomere’ Chinese virus ook makkelijker was om te bestrijden, erkent Koopmans. ‘Dat is wel iets wat door mijn hoofd speelt: dat we in Europa pech hebben gehad. Het verklaart zeker niet alles, maar misschien toch wel iets van het verschillende verloop van de epidemie in China en in andere landen.’

Dodelijker of meer ziekmakend is de G-variant gelukkig niet, noteert Thiel in de voorpublicatie van zijn onderzoek. Ook zijn er geen aanwijzingen dat er ineens een heel ander vaccin nodig is om het virus te bestrijden, blijkt uit de Amerikaanse experimenten.

Maar wat niet is, kan nog komen: kennelijk kan het virus op zijn reis door de wereld wel degelijk ‘functionele’ mutaties ondergaan, evolutionaire veranderingen die zijn werking een beetje veranderen. Dat geeft te denken over de nabije toekomst, als we het virus met vaccins onder druk gaan zetten, denkt Koopmans. ‘Dan is zoiets als deze mutatie wel wat er zou kunnen gebeuren.’

Opmars van het G-virus: uitkomst van een van de Zwitserse experimenten, op zes paren hamsters. Op de eerste dag werd telkens een van de hamsters besmet met zowel de G-variant (oranje) als de D-variant (blauw). In de dagen daarna ging de G-versie overheersen en raakten ook de andere hamsters met de G-versie besmet.Beeld Universiteit van Bern