Raad van State verwerpt beroepen tegen avondklok en sluiting horeca

 ©  BELGA

Op de avond dat het land in ‘verstrengde lockdown’ gaat, valideert de Raad van State de sluiting van de horeca en de avondklok. De Raad stelt dat de gecontesteerde wettelijke basis voor de coronamaatregelen volstaat.

Matthias Verbergt

De Raad van State heeft in twee arresten de verzoeken tegen de sluiting van de horeca en de invoering van de avondklok verworpen. De Raad stelt dat de regering wel degelijk de bevoegdheid had om de maatregelen te nemen en dat ze fundamentele rechtsbeginselen - zoals het recht op vrijheid van ondernemen, het evenredigheidsbeginsel of het recht op eerbiediging van het privéleven - niet schendt.

De Raad behandelde de afgelopen maanden al tientallen verzoeken om bepaalde coronamaatregelen te schorsen. Tot nu toe werden die allemaal afgewezen, vaak - maar niet altijd - op procedurele gronden. In dit arrest gaat de Raad uitgebreid in op de grond van de zaak.

Maatregelen passen binnen wet civiele bescherming

Vele coronamaatregelen raken aan fundamentele rechten. Een inperking van die vrijheden kan alleen bij wet. De coronamaatregelen staan steevast in een ministerieel besluit, dat op zijn beurt verwijst naar de wet civiele veiligheid uit 2007. Maar die ‘wet civiele veiligheid’ is gemaakt met het oog op acute en tijdelijke noodsituaties, zoals branden, ontploffingen of het vrijkomen van radioactieve stoffen.

Verschillende juridische experts stelden eerder in deze krant dat de wet geen basis bevat om langlopende vrijheidsbeperkingen op te leggen. Die redenering veegt de Raad van State in deze arresten van tafel. De Raad stelt dat onder civiele bescherming ‘ook besmettingen met een levend virus te kunnen worden begrepen’.

De minister van Binnenlandse Zaken heeft wel degelijk de bevoegdheid om de coronamaatregelen, die telkens in de tijd beperkt zijn, via ministerieel besluit op te leggen, zegt de Raad. Het feit dat de maatregelen voor het hele grondgebied gelden, is simpelweg een gevolg van de aard van ‘de calamiteit die te dezen wordt bestreden’.

Tegen rechters in Brussel en Charleroi in

De Raad gaat niet enkel in tegen experts, maar ook tegen enkele rechters. Een politierechter uit Charleroi weigerde in september een coronaboete op te leggen wegens ‘ongrondwettigheid’. Ook het Brusselse hof van beroep plaatste deze week vragen bij de wettelijke basis voor de maatregelen. Een beroep in kort geding van een groep tegenstanders van de coronamaatregelen werd wel verworpen, maar de rechters maanden de regering wel aan tot bijsturing.

De rechtbank hernam de bewoordingen uit deze krant over de wet op de civiele veiligheid. ‘Intussen heeft de Belgische Staat de tijd gehad om aan een nieuw wettelijk kader te werken waarin de basisprincipes en de limieten van al de nieuwe en meer langdurige coronamaatregelen en de ermee gepaard gaande sancties worden uiteengezet’, klinkt het verder.

De regering meent dat de huidige wettelijke basis volstaat. ‘De huidige aanpak om via ministeriële besluiten dringende maatregelen te nemen, is de meest effectieve aanpak en ­juridisch correct’, zei de woordvoerder van premier Alexander De Croo (Open VLD) eerder deze week.