Direct naar artikelinhoud
ReportageSuperlabo

Op bezoek in het ‘superlabo’ dat ons uit deze chaos moet loodsen: ‘Op vlak van testen komt er een revolutie op ons af’

Professor Herman Goossens (UZA), labomanager Caroline De Vocht (rechts) en hoofd-laborant Jasmine Coppens (links) aan de slag in het Antwerpse ‘superlabo’ in opbouw.Beeld Pieter-Jan Vanstockstraeten / Photo News

Testen, testen, testen. Dat is wat veel landen die Covid-19 succesvol bekampen met elkaar gemeen hebben. Om dat te kunnen doen, heb je voldoende capaciteit nodig en daar wringt in België momenteel het schoentje. Maar er is beterschap in zicht: acht universiteiten bouwen sinds de zomer koortsachtig aan zogenaamde superlabo’s. Wij kregen een exclusieve rondleiding in het UZ Antwerpen. ‘Hier is dagenlang gewerkt en nachtenlang wakker gelegen. Maar de opstart komt er eindelijk aan.’

Video wordt geladen...

“Afgelopen zomer waren dit nog twee grote, doodgewone kantoorruimtes.” Caroline De Vocht wijst ons een lange gang aan en strekt haar armen wijd uit. “Deze héle oppervlakte, dik tweehonderd vierkante meter, is op enkele weken tijd omgebouwd tot één groot labo met acht verschillende lokalen. Eentje voor elke stap van het testproces.” 

Als manager van het labo klinische biologie van het het UZ Antwerpen is De Vocht samen met een team al sinds augustus dag en nacht bezig om de kantoren in het administratief gebouw van het ziekenhuis om te bouwen tot een gloednieuw, hoogtechnologisch labo waar dagelijks tot zevenduizend covidtesten geanalyseerd moeten kunnen worden. Dat is dubbel zoveel als enkele van de grootste labo’s in ons land, wat maakt dat we gerust mogen spreken over een ‘superlabo’. In zeven andere universiteiten in België - van Luik over Leuven en Brussel tot in Gent - worden simultaan dezelfde inspanningen gedaan. Het doel is om zo één groot testplatform te hebben dat dagelijks vijftig- tot zestigduizend coronatesten kan verwerken. Voeg daar de capaciteit van de private labo’s bij en ons land zou vlotjes honderdduizend testen per dag aankunnen. Enkele weken geleden had dat een feit moeten zijn. Althans, dat was de theorie.

Te voortvarend

Minister van Testen Philippe De Backer (Open VLD) kondigde deze zomer aan dat ten laatste begin oktober het prestigieuze netwerk van superlabo’s klaar zou zijn om te starten. Het zou van ons land de absolute testkampioen in Europa maken. Die aankondiging bleek echter te voortvarend. En dat wisten ze in Antwerpen al bijna meteen. 

“Toen we begin augustus de brief kregen van de regering met de vraag of we wilden starten met de bouw van een nieuw labo, wisten we dat het bijna onhaalbaar zou zijn om dat eind september klaar te hebben”, zegt professor microbiologie Herman Goossens. “Een labo bouwen is niet hetzelfde als een keuken installeren, hé.”

De Vocht knikt. “We werken zo snel we kunnen. Ik denk dat veel mensen onderschatten wat er allemaal komt bij kijken. Om te beginnen moet je voldoende ruimte vinden en dat is voor de meeste ziekenhuizen al niet evident. Wij hadden gelukkig deze twee kantoren vrijstaan en zijn die midden augustus beginnen ombouwen. Maar daarnaast zijn er nog zoveel zaken die in orde moesten gebracht worden.” De labomanager geeft toe dat ze de voorbije weken flink wat slapeloze nachten heeft gehad. “Bijna iedere dag staan we voor een nieuwe hindernis”, zegt ze. “Het is al een hobbelig parcours geweest.”

Geen reserve

Om te beginnen moest het UZA in ijltempo op zoek naar een twintigtal laboranten en vijftiental administratieve medewerkers. “Vooral die medisch laboranten zijn ontzettend moeilijk te vinden”, legt De Vocht uit. “Bijna iedereen die afstudeert als ‘medisch laboratorium technoloog’, heeft onmiddellijk werk. Ze gaan meestal aan de slag op de plek waar ze stage lopen. Er is dus geen reserve van mensen die je snel kan aanwerven.” 

Om dat te verhelpen kregen de universiteiten van de overheid uitzonderlijk de mogelijkheid om breder te rekruteren. “De diploma-vereisten zijn normaal gezien vrij strikt, maar voor dit project is daarvan afgestapt. Daardoor kwamen meer mensen in aanmerking. Onze personeelsdienst heeft dan zo snel mogelijk via alle mogelijke kanalen vacatures verspreid.” De reacties stroomden binnen. “Dat heeft ons aangenaam verrast. We kregen meer dan tweehonderd kandidaturen binnen. Veel mensen bleken extra gemotiveerd om te solliciteren, omdat ze een verschil wilden maken in de strijd tegen covid-19. Dat vond ik wel knap.” 

Vandaag is de rekrutering nog steeds in volle gang. “Het eerste deel van de nieuwe laboranten wordt nu opgeleid in een Luiks labo en wordt nadien ook hier verder opgeleid, pas dan zullen ze klaar zijn om te starten. Dat zal echter niet meteen op volle kracht zijn. We blijven nog tot het einde van het jaar aanwerven om het volledige team op de been te krijgen dat per dag zevenduizend testen kan verwerken.”

Beeld Pieter-Jan Vanstockstraeten / Photo News

Apple versus Samsung

Om zo’n grote hoeveelheid testen te verwerken heb je echter niet alleen veel handen nodig, maar ook veel machines. En dat in alle vormen en maten. Er zijn onder meer ovens die de stalen opwarmen, maar ook extractie-machines om het DNA en RNA uit het staal te ‘halen’ en PCR-machines waarmee de eigenlijke analyse gebeurt. “En al die machines komen vaak van verschillende leveranciers”, zegt De Vocht. “Al die leveranciers hebben verschillende leveringstermijnen of stoten zelf op problemen met hun voorraad. En dan moet je ook nog al het materiaal dat je nodig hebt om de eigenlijke analyse te kunnen doen apart bestellen: plastic tubes, pipet-tips, reageermiddel,... Noem maar op. Ook dat moet je vaak bij verschillende fabrikanten bestellen en daarbij treden soms problemen op.” 

Omdat het de bedoeling is dat alle labo’s binnen het nationaal platform met dezelfde apparatuur werken, heeft de overheid de bestellingen ervan naar zich toe getrokken. “Zij hebben inderdaad alles gecoördineerd. Een enorme karwei, want ze moesten voortdurend op zoek naar welke toebehoren compatibel zijn met de aangekochte machines.” 

In één van de lokalen van het labo tonen Goossens en De Vocht ons een machine waarvan de toebehoren voorlopig niet meer te vinden zijn. “En de andere, gelijkaardige toebehoren passen dan weer niet. Zulke zaken komen we vaak tegen. Veel fabrikanten maken hun producten zo specifiek dat ze énkel werken op toestellen van bepaalde leveranciers. Vergelijk het met Apple dat ervoor zorgt dat de laadkabels voor Samsung niet op hun iPhone passen. Iedereen schermt zijn stukje van de markt af. In een crisis zoals deze maakt dat alles natuurlijk veel ingewikkelder.”

Apple versus Samsung
Beeld Pieter-Jan Vanstockstraeten / Photo News

Weg uit de chaos

Toch zien ze in het UZA ondertussen licht aan het einde van de tunnel. “Alle machines zijn ondertussen geleverd en aangesloten. Ze moeten nu enkel nog van software voorzien worden en gevalideerd worden. Daarna komt Sciensano nog een audit uitvoeren en dan zijn we klaar om te starten. We hopen dat we na de herfstvakantie de eerste stalen kunnen verwerken.” 

Volgens Goossens zal de opstart van het nieuwe, nationale testplatform ons langzaam maar zeker uit de chaos kunnen loodsen. “De capaciteit zal fors toenemen. Dat zal ons in staat stellen om veel meer en hopelijk ook veel gerichter te testen. Daarvoor moeten we nu dringend een strategie ontwikkelen.” 

Professor Goossens gelooft dat de mogelijkheden om te testen binnenkort een pak uitgebreider zullen worden. “Er zal in veel meer sectoren getest kunnen worden: in scholen en bedrijven, maar ook bij de politie en bij andere hulpdiensten. We gaan dat kunnen doen dankzij een aantal serieuze revoluties: er zijn de snelle antigeen-testen die resultaat geven na amper een kwartier, maar ook de speekseltesten zijn veelbelovend. Die testen moeten nog steeds verwerkt worden in een labo via de PCR-procedure, maar het grote voordeel is dat de afname veel eenvoudiger kan gebeuren. Je spuugt in een plastic tube en je stuurt het staal naar het labo. Daar komt dus geen huisarts of verpleegkundige meer aan te pas. En dankzij het nationale testplatform zullen we normaal gezien zoveel capaciteit hebben dat we zo’n speekseltest binnen de 24 uur kunnen verwerken. Voeg daar de sneltesten bij en er openen zich heel wat deuren om de epidemie veel beter te beheersen.”