Man die prinses Amalia bedreigde gaat de cel in: “Hij heeft een ongezonde obsessie voor het koningshuis”

De Zwollenaar stuurde begin dit jaar onder invloed van alcohol een aantal bedreigende teksten naar het Instagram-account van de prinses en dat van een vriend van haar. Hij schreef dat hij haar iets wilde aandoen en zou verkrachten en dreigde haar op te wachten bij haar school. Ook probeerde hij een toneelvoorstelling te organiseren op haar school, met het kennelijke doel bij haar in de buurt te komen. 

Hij zou de prinses persoonlijk benaderen op Koningsdag. ‘Ja meisje, er is geen ontkomen aan’, schreef hij onder meer. Hij beschreef seksuele handelingen die hij haar aan zou doen. De teksten die hij stuurde waren zeer expliciet. Zo schreef hij onder meer: ‘I saw her into pieces’ (ik zaag haar in stukken), ‘ik haat je’ en ‘ik ben aan het sparen voor een pistool ik kom dan uit een riool om iemand neer te schieten en ik plas dan over je tieten’. 

Inmiddels zit de man al ruim tien maanden vast. Uit onderzoek in het Pieter Baan Centrum blijkt dat hij een lange geschiedenis van psychiatrische problemen heeft. Plaatsing in een psychiatrische kliniek of tbs met dwangverpleging werd door de deskundigen geadviseerd.

De rechtbank legt laatstgenoemde maatregel nu ook op, in combinatie met een gevangenisstraf van drie maanden. Volgens de rechtbank is gebleken dat de man een ‘ongezonde obsessie heeft ontwikkeld voor het koningshuis. De manier waarop hij daarmee omgaat vindt de rechtbank niet alleen zorgelijk, maar ook erg kwalijk en onacceptabel’. De rechtbank wijst erop dat de man in 2017 al eens werd aangehouden bij het huis van het koninklijk gezin, toen hij zei dat hij een ‘afspraak’ met de prinses had.

De advocaat van G. zei twee weken geleden dat niet vaststond dat de prinses de berichten gelezen heeft, en daarmee de bedreiging niet bewezen kan worden. De rechtbank gaat daar niet in mee: 'De prinses heeft de berichten gelezen en haar schoolvriend op de hoogte gebracht van de dreigende berichten. Zowel bij de prinses als haar vriend kon de vrees ontstaan dat waarmee werd gedreigd ook daadwerkelijk zou worden gepleegd’, staat in het vonnis.