Direct naar artikelinhoud
InterviewBrandweer Grenfell-drama

‘Een collega zei dat ik alles zou kwijtraken: mijn vrouw, mijn zoontje, mijn huis. Hij kreeg gelijk’

De Grenfelltoren in Londen werd in 2007 compleet verwoest door een brand. Daarbij kwamen 72 mensen om. Volgens een rapport was de brandweer de schuldige.

De zevendelige documentairereeks De onfatsoenlijken op Canvas geeft het woord aan mensen die zich afkeren van de politiek. Ze zijn boos en verontwaardigd, ze stemmen steeds talrijker voor linkse én rechtse populistische partijen. Maar waarom zijn ze zo boos? 

In de eerste aflevering komt de Londense brandweerman Ricky Nuttall (39) aan het woord. Hij neemt het niet dat het officiële rapport over de verwoestende brand in de Grenfelltoren in juni 2017 de schuld bij de brandweer legt. ‘Als je de brandweer de schuld geeft van het drama, hoef je geen onderzoek te verrichten naar de nalatigheid van het stadsbestuur of naar de politieke verantwoordelijken. Dan heb je een zondebok.’

Op 14 juni 2017 rukt Ricky Nuttall met zijn collega's in het holst van de nacht uit voor een brand in de Londense wijk North Kensington. De Grenfelltoren, een woonblok van 24 verdiepingen, heeft vuur gevat. In geen tijd staat het hele gebouw in lichterlaaie. Het is één brandende toorts als Nuttall er binnengaat, op zoek naar bewoners die te horen hebben gekregen dat ze in hun appartement moeten blijven tot de brandweer hen komt redden. Maar door de snelheid waarmee het vuur raast, overleven 72 mensen het inferno niet. Nuttall kan het wel navertellen. “Maar,” zegt hij, “mijn leven is uiteengevallen in vóór en na Grenfell.”

Ricky Nuttall: “Ik merkte het toen we naar de plek van het onheil reden: het was anders dan om het even welke andere brand die ik had bestreden. De toren stond aan de buitenkant al helemaal in de fik, pas daarna sloegen de vlammen naar binnen. Dat is ongebruikelijk.”

Bij aankomst mocht u niet meteen de toren in: u moest wachten.

“Niemand had ons gezegd dat we moesten wachten. Alleen, er gingen zoveel brandweerlieden naar binnen en er liepen zoveel bewoners naar buiten dat het dringen was op de trap. We moesten in een rij gaan staan om, elk om beurt, de brand te gaan bestrijden. Ik herinner me een brandweerman die de trap afliep toen zijn eerste beurt erop zat. Hij keek me doordringend aan en zei: 'Wees voorzichtig.' Daarna wendde hij zijn blik af. Oké, dacht ik, het is gevaarlijk daarbinnen.”

Merkte u dat niet aan de mensen die naar buiten werden gedragen?

“Ik voelde me alsof ik van de dokter slecht nieuws had gekregen. Dat nieuws registreer je nog wel, maar daarna sluit je jezelf af voor signalen van buitenaf. Ik wist dat het een taaie klus zou worden. Ik wist dat ik erin zou blijven als ik niet voor 100 procent geconcentreerd zou zijn, maar de rest ontging me.»

Eén trappenhuis: is dat niet weinig voor zo'n hoge toren?

“Volgens de nu geldende veiligheidsvoorschriften is dat weinig, maar de toren dateert van de jaren 60. Toen was het al heel wat als alle bouwvoorschriften werden nageleefd. Ik weet ook niet of twee trappenhuizen zo'n groot verschil zouden hebben gemaakt. Het zou anders geweest zijn.”

U ging met uw collega Leon naar boven.

“Een uitstekende brandweerman en een goede vriend: we kennen elkaar al tien jaar. Samen moesten we naar één van de hoogste etages, waar iemand een noodoproep had gedaan. Maar we waren behoorlijk zwaar geladen: een stormram van twintig kilogram, twee zuurstofapparaten van twintig kilogram, een camera en een brandslang van vijftien kilogram. En daar moet je nog het gewicht van onze beschermende kleding bij optellen. Zo strompelden we van verdieping naar verdieping, met nul zichtbaarheid en intense hitte.”

In het officiële Grenfell-rapport vertelde u dat u de chaos en het gekrijs na zeven verdiepingen achter u liet. Vanaf die hoogte werd het stil. Akelig stil.

“We liepen de trap op in een gebouw waarvan je niet wist of het zou blijven staan. Het had een hoog 9/11-gehalte. Gaandeweg sterft het rumoer uit en kom je steeds minder mensen tegen. En dan wordt het inderdaad akelig: je hoort alleen nog het vuur knetteren, je longen pompen en je hart in je borstkas bonzen.”

“Toen we boven waren aangekomen, begon ik tegen Leon te roepen omdat onze brandslang verstrikt was geraakt. Nu weet ik dat ik niet alleen riep uit woede en frustratie, maar ook uit paniek. Leon, die overigens minder lang in het vak zit dan ik, legde zijn hand op mijn schouder: 'Rick, maak je geen zorgen, het komt goed.' Dat had ik nodig, iemand die rustiger was dan ik. We ontwarden de knopen, we sloten de slang aan en ongelofelijk maar waar: er kwam water uit.”

“Het was er bloedheet: 550 graden Celsius op de bodem, 1.000 graden Celsius aan het plafond. Daarom bewogen we ons voort op onze knieën.”

Intussen ging het alarm af.

“Het signaal dat je zegt: ‘Je moet zo snel mogelijk naar buiten.' Het gebeurde terwijl we de knopen aan het ontwarren waren. Je hebt dan nog voor twaalf minuten zuurstof, dus je moet snel beslissen: 'Wat doen we met de tijd die ons nog rest?' Toen we de brandslang hadden aangesloten, hebben we kort overlegd: 'Gaan we dat appartement binnen of niet?' We besloten het niet te doen: we zouden die bewoners niet meer kunnen redden. Hoe kun je een naar alle waarschijnlijkheid bewusteloos lichaam in het aardedonker van boven naar beneden dragen als je zelf in zuurstofnood zit? Het was niet te doen. Je weet nooit wat je in een brandhaard aantreft. We besloten de deur niet te openen en geen reddingspoging te ondernemen. (zwijgt) Het is een beslissing die me de rest van mijn dagen zal achtervolgen. Het was een juiste keuze, maar een keuze die geen enkele mens ooit zou mogen maken: het komt niemand toe te oordelen over leven of dood.”

Hebt u ooit geweten wat zich achter die deur heeft afgespeeld?

“De bewoners hebben het niet overleefd. Maar ik zal nooit weten of ze nog leefden toen wij daar waren.”

Hoe bent u buiten geraakt?

“Leon en ik hebben een deel van onze apparatuur achtergelaten, dat was ballast. En misschien kon het nog dienen voor de reddingsploegen die na ons kwamen. De hoogste etages zijn we als kinderen afgedaald: met één hand op de leuning en één hand tegen de muur - we sprongen naar beneden om tijd te winnen. Halfweg de toren werd het weer druk en konden we maar stapje voor stapje vooruit. Maar goed, we zijn op tijd buiten geraakt.”

Wat zag u toen u weer buiten stond?

“In een halfuur tijd leek het een ander vuur te zijn geworden. Het gebouw, dat helemaal door de vlammen was opgeslokt, was onherkenbaar. Ik dacht: hoe zijn we daar in hemelsnaam uit gekomen?”

Maar u bent nog twee keer naar binnen gegaan.

“Eén keer om slachtoffers naar buiten te helpen, en één keer om er te zoeken. Eerlijk gezegd, ik weet het niet meer zo goed. Het was wazig in mijn hoofd. Alle adrenaline was op, zoals je ook overkomt na een ongeval of een gevecht. Je bent leeg. Ik voelde niets meer toen ik mijn vriendin aan de lijn kreeg. 'Op de televisie ziet het er niet goed uit,' zei ze. 'O,' zei ik, 'zitten we in het nieuws?' Ze vroeg of er mensen waren gestorven. Dat moest ik bevestigen. Waarop zij: 'Zeg me dat er geen kinderen bij zijn.' Op dat moment schoot ik vol.”

“Er brak een prachtige dag aan: blauwe lucht, zon. Een zomerdag waar elke Engelsman naar verlangt. Maar die setting was ongepast: het had donker moeten zijn, en bewolkt, en de regen had met bakken uit de hemel moeten komen. Ik keek naar de tweehonderd andere brandweermannen rondom me: ze waren allemaal van de kaart. Ze hadden dingen gezien die ze niet meer zouden vergeten. Maar ik wilde niet huilen in hun bijzijn. Ik zei: 'Liefje, ik moet ophangen, we horen elkaar straks.‘”

ARMOEDZAAIERS

Vreemd genoeg was het drama voorspeld. De burgerbeweging Grenfell Action Group had enkele maanden daarvoor nauw-keurig beschreven hoe snel het vuur om zich heen zou kunnen grijpen.

(knikt) “Ze hebben mails naar de stad gestuurd en vragen gesteld, maar ze zijn genegeerd. Ze zijn tegen een muur van apathie aangelopen.”

Waarom was er zoveel apathie voor de brandveiligheid van een toren in North Kensington, één van de rijkste buurten in Londen?

“Racisme speelde misschien een rol: in Grenfell woonden heel wat vluchtelingen en migranten. Maar bovenal was het toch een sociale kwestie. Grenfell was de toren van de armen: mensen die overleven van minimumuitkeringen, die een sociale woning toegewezen hebben gekregen, die knokken om het einde van de maand te halen. Het maakt steeds minder uit of je zwart of wit bent. De vraag is: ben je rijk of arm? Als je arm bent, kijkt niemand naar je om. Zeker in North Kensington niet, waar je wat verderop de rijkste wijk van het Verenigd Koninkrijk hebt: miljonairs uit de hele wereld stromen er samen. Filmsterren, politici, voetballers: iedereen met geld heeft er wel een stek die 20 miljoen pond waard is. En aan de overzijde van de straat staan troosteloze woonkazernes, waar mensen huizen die niet weten of ze hun kinderen te eten kunnen geven. Dat is Londen.”

Het gerucht ging dat de Grenfelltoren moest verdwijnen: de vastgoedspeculanten aasden erop.

“Dat is mij niet bekend. Ik heb wel vernomen dat rijkelui uit Kensington en Chelsea hadden aangedrongen op een nieuwe look voor de toren, omdat die pijn deed aan hun ogen. Dat zou de belangrijkste reden zijn geweest om de toren in 2016 een nieuwe bekleding te geven. Ze wilden de buurt laten verfraaien: rijkelui zijn doorgaans niet zo gelukkig met armoedzaaiers in hun omgeving.”

De toren is toen bekleed met materiaal dat erg ontvlambaar was.

“Dat heeft het Grenfell-rapport duidelijk gemaakt: de bekleding deugde niet. Maar laten we eerlijk zijn: dat wist iedereen al veel langer, daar hadden we echt geen rapport voor nodig. Je zag het ook toen de toren in brand stond: de nieuwe bekleding werkte als een brandversneller.”

“In het Verenigd Koninkrijk heb je driehonderd torengebouwen met dezelfde bekleding. Ik garandeer je: als in die torens rijkelui hadden gewoond, was de bekleding één dag na het drama gestript. Dat is de wereld waarin we leven. Toen de Notre-Dame in Parijs was verwoest, werden binnen de paar dagen miljoenen opgehaald om ze te restaureren. Oké, het is een monument dat het verdient gerestaureerd te worden, maar zouden we niet eerst naar de mensen omkijken? Er zijn nog altijd slachtoffers van Grenfell die geen dak boven hun hoofd hebben.”

De toenmalige premier, Theresa May, zei in de na-sleep van de brand: 'Alle slachtoffers zullen binnen de drie weken weer onder dak zijn.'

“Ze hebben van de overheid een voorstel gekregen om elders te gaan wonen, maar sommigen hebben dat geweigerd omdat het niet de plek was waar hun leven zich afspeelde of omdat hun nieuwe woonst niet groot genoeg was, of om wat voor reden ook. Maar dat mag blijkbaar niet: je moet blij zijn met wat de overheid je aanbiedt. Hoe bekrompen is dat? Sommige slachtoffers hebben kinderen in de brand verloren. Je gaat die toch niet vertellen waar ze voortaan moeten leven? Laat een moeder die haar kind heeft verloren in Buckingham Palace intrekken, for fuck’s sake. Geef haar een plek waar ze opnieuw kan beginnen.”

“Maar dat gebeurt dus niet. De regering kijkt niet om naar arme mensen. Ze is alleen bezorgd om de rijken, de mensen die in buitenlandse belastingparadijzen verblijven, die kranten bezitten. Waarom zijn er zoveel armlastige scholen en ziekenhuizen in dit land? Waarom zit de politie zo krap bij kas? Waarom worden brandweerkazernes gesloten? Omdat de regering er niet om geeft.”

“We hebben nu een eerste minister, Boris Johnson, die naar donkere mensen verwijst als 'kroeskopjes met een glimlach als een watermeloen uit Bongobongoland'. Hij is de eerste burger van mijn land, zoals Donald Trump dat is in Amerika. Heb je nog meer bewijs nodig dat de wereld doorgedraaid is?”

In 2013 was Boris Johnson burgemeester van Londen en hij sneed fors in de uitgaven van de brandweer. Hij sloot kazernes: waarom?

“Het probleem is dat de Londense brandweer proactief werkt. We doen er alles aan opdat er zo weinig mogelijk branden zouden uitbreken. We doen ons werk zo goed dat we de overheid een argument aanleveren om minder geld aan ons te besteden: 'Er komen steeds minder branden voor.' Boris Johnsons uitgangspunt was geld. Hij wilde honderden miljoenen ponden besparen door kazernes te sluiten. Het gevolg daarvan was dat we soms te laat waren en dat mensen een broer of een zus, een vader of een moeder verloren. Een onherstelbaar verlies, maar Johnson moest de rekeningen laten kloppen.”

Was Grenfell het resultaat van veertig jaar bezuinigen op overheidsuitgaven, zoals waarnemers beweren?

“Ik ben te jong om daarover te oordelen, maar ik sluit me aan bij wat de vakbond van de hulpdiensten heeft verklaard: de privatisering van onze veiligheid heeft de regels soepeler gemaakt. Een privéonderneming die toezicht houdt op de brandveiligheid van een torengebouw, zal niet zo streng oordelen als wij indertijd deden. Er zijn te veel belangen mee gemoeid. De brandweer zou nooit de toestemming hebben gegeven voor het aanbrengen van die onveilige bekleding.”

‘Een andere veteraan van Grenfell wist wat ik doormaakte: ‘Als jij niet verandert, zul je alles kwijtraken: je vrouw, je zoontje, je huis.’ Hij kreeg gelijk.’

“Hopelijk zal het tweede Grenfell-rapport (dat in voorbereiding is, red.) duidelijk maken waarom die bekleding toch is gebruikt, en worden de mensen die 72 doden op hun geweten hebben, daarvoor ter verantwoording geroepen. Als je willens en wetens brandbaar materiaal op een torengebouw aanbrengt, moet je daarvoor gestraft worden. En óók als je mails en brieven van verontruste burgers negeert. Iedereen die door zijn optreden het leven van Grenfell-bewoners heeft ontnomen, moet voor het gerecht verschijnen.”

Drie jaar later is nog geen enkele politicus in staat van beschuldiging gesteld.

“Het gebeurt wel vaker dat gerechtigheid niet van toepassing is op politici. Hopelijk worden de schuldigen voor de rechter gebracht, maar de cynicus in mij twijfelt: zullen ze misschien een zondebok zoeken? Iemand uit het middenmanagement die de klappen voor de top opvangt?”

SCHULDGEVOEL

Op Facebook had u het, naar aanleiding van het eerste Grenfell-rapport, ook over zondebokken. U was verontwaardigd na de scherpe kritiek op de Londense brandweer.

“Kijk, als wij ergens aankomen, is het al fout gegaan. Wij controleren niet of de banden van je wagen wel voldoende zijn opgeblazen voor je aan een ritje begint. We dagen pas op als je, door een te lage bandenspanning, in een bocht tegen een andere wagen bent aangeknald. Het is niet onze schuld dat jij een ongeval hebt gehad, snap je?”

“Met Grenfell was het net zo: alles was al verkeerd gegaan toen wij werden ingezet. Toch was het centrale uitgangspunt van het onderzoek: 'Waar is de brandweer in de fout gegaan?' Ik heb er geen probleem mee dat onze acties onder de loep worden genomen. Als onze procedures niet deugen, moeten die verbeterd worden. Maar de eerste vraag lijkt me wel: hoe is deze vreselijke brand kunnen ontstaan? En daar hebben wij niets mee te maken.”

Waarom hebben de onderzoekers eerst naar jullie gekeken?

“Het is zoveel makkelijker om ons als een stelletje klunzen neer te zetten dat er niet in geslaagd is de bewoners van Grenfell te hulp te komen. Als je de brandweer de schuld geeft van het drama, hoef je geen onderzoek te verrichten naar de nalatigheid van het stadsbestuur of de politieke verantwoordelijken. Dan heb je een zondebok.”

Op Facebook was u behoorlijk emotioneel. U overwoog na vijftien jaar dienst op te stappen, schreef u.

“Als brandweerman heb je geen eenvoudige baan: je krijgt vaak met de dood te maken. Mij maakt het niet uit of ik iemands overlijden had kunnen vermijden: ik neem het altijd persoonlijk. Een slachtoffer van een brand is een nederlaag voor mij. Elke dag zet ik mijn leven op het spel voor andere mensen, wie het ook zijn. Als ik op een dag Boris Johnson uit het vuur moet slepen, zal ik dat doen. Ik zal hem desnoods mond-op-mondbeademing geven.”

“Als je dan te horen krijgt dat je in penibele omstandigheden je werk niet goed doet, is dat een bittere pil. Je denkt: waarom doe ik dit nog? Alleszins niet voor het geld: als treinconducteur zou ik het dubbele verdienen om een hele dag op mijn krent te zitten en op de juiste knoppen te drukken.”

De Londense brandweer werd in het eerste Grenfell-rapport beschuldigd van 'doodslag door een organisatie'. Dat zat u hoog.

“Die beschuldiging impliceert nalatigheid. Je job niet goed doen. (Boos) Ik daag iedereen op deze planeet uit om het beter te doen dan mijn collega's en ikzelf in die nacht. Misschien kunnen enkelingen het, maar ik verzeker je: weinigen hadden die toren durven binnen te gaan, laat staan dat ze het er beter hadden afgebracht.”

De kritiek op de Londense brandweer betrof de chaos in de oproepkamer, maar vooral het 'blijf waar je bent'-protocol. Bewoners werden aangemaand in hun appartement te blijven tot de brandweer hen kwam redden. Daardoor zouden veel slachtoffers gevallen zijn.

“Het 'blijf waar je bent'-protocol werkt in een gebouw dat veilig is. Daarom gebruiken alle Engelse brandweerkorpsen het. Het werkt niet in een gebouw dat niet veilig is. Wij hadden graag vooraf geweten dat de toren met ontvlambaar materiaal was verfraaid.”

“We hebben het protocol in de loop van de nacht gewijzigd. Dat had misschien vroeger gekund, daarover ben ik het eens. Maar wie weet wat het juiste tijdstip was om tot massale evacuatie over te gaan? Dat kan zelfs de meest ervaren vuurbestrijder niet zeggen. Voor hetzelfde geld hadden mensen elkaar in het trappenhuis vertrappeld en hadden ze de brandweerlui gehinderd bij het blussen. De bewering van de auteur van het rapport, Sir Martin Moore-Bick, dat er meer mensenlevens gered zouden zijn als het protocol op het juiste tijdstip was gewijzigd, slaat werkelijk nergens op.”

“Ik geef wel toe dat onze oproepkamer werd overspoeld met telefoontjes: het was chaos. Het waren onmogelijke omstandigheden. Maar ons de schuld geven van de brand? Nee, dat pik ik niet.”

‘Na de brand voelde ik me intriest. Niets kon me nog raken, zelfs de spelletjes met mijn 3-jarige zoontje niet. Als ik om hem lachte, deed ik alsof.’

Dany Cotton, de commissaris van de Londense brandweer, zei achteraf: 'Als ik het opnieuw zou moeten doen, zou ik het op precies dezelfde wijze aanpakken.' Voor die uitspraak is ze moeten opstappen.

“Dany Cotton, die een geweldige commissaris was, is vier maanden vroeger met pensioen gegaan. In principe zou dat voor haar een fijne regeling moeten zijn, maar ik weet dat ze er kapot van is. Zo wilde ze niet eindigen. Ik mag niet in haar naam spreken, maar ik vermoed dat ze met ongegronde schuldgevoelens worstelt, net zoals ik dat doe. Ik weet dat ik me niet schuldig hoef te voelen, maar ik zit wel met het gevoel dat ik meer had kunnen doen.”

Wat kwelt u?

“Wat als ik die deur wel had geopend? Zouden die bewoners dan nog in leven zijn? Ik zal nooit weten of ik de juiste beslissing heb genomen. (Herpakt zich) In de afgelopen jaren heb ik wel aanvaard dat ik de best mogelijke beslissing heb genomen. Met dat besef moet ik voortleven, er valt ook niets meer aan te veranderen.”

“Laatst sprak Anthony Middleton (ex-elitesoldaat, nu tv-presentator, red.) op de televisie over iets soortgelijks. Hij heeft in zijn leven mensen vermoord. Ook hij vraagt zich weleens af of hij altijd het juiste heeft gedaan. Maar het verleden is voorbij en de toekomst is onzeker, alleen op het heden heb je grip. Zo probeer ik het ook: ik leef in het nu.”

‘Elke dag zet ik mijn leven op het spel voor andere mensen. Als ik op een dag Boris Johnson uit het vuur moet slepen, zal ik dat doen. Ik zal hem desnoods mond-op-mondbeademing geven.’

ALLES KWIJT

Naar verluidt was u bang om na het Grenfell-drama naar de kazerne terug te keren.

“De brandweerkazerne is een masculiene omgeving. Het vergt moed om ervoor uit te komen dat je mentale issues hebt. Misschien gaan collega's daardoor aan je twijfelen, vrezen ze dat je niet meer genoeg focus hebt en dat je een gevaar voor hen bent. Maar ik heb het uiteindelijk verteld. Enkele weken na de brand nam ik de telefoon op, en ik begon te huilen, vier uur aan een stuk. Ik had dringend hulp nodig.”

“Ik voelde me intriest, niets kon me nog raken, zelfs de spelletjes met mijn 3-jarige zoontje niet. Als ik om hem lachte, deed ik alsof. Ik was afgesneden van het dagelijkse leven. Voor mij was de wereld opgehouden met draaien. Er is een leven voor en na Grenfell. Die dag ben ik gebroken. Het is niet eenvoudig om jezelf daarna weer in elkaar te puzzelen.”

U hebt gebroken met de moeder van uw zoontje.

“We hadden al een poosje een volatiele relatie, maar Grenfell was wel een breekpunt. Ik ben thuisgekomen als een andere man, zei ze.”

Had ze gelijk?

(knikt) “Ik ben een vrolijke kerel, al kan ik ook behoorlijk mopperen. Een Ricky Gervais-type, zeg maar: ik ben dol op zijn humor. Maar na Grenfell bleef alleen het mopperen over, de humor sijpelde weg en ik werd om het minste boos. Hoe bozer ik werd, hoe meer ik ervan overtuigd raakte dat het de schuld van anderen was. Als zij maar eens met hun ellendige gedrag zouden ophouden, zou ik er beter aan toe zijn. Dat dacht ik echt. Ik had niet door dat ik het probleem was.”

“Tijdens een vakantie met vrienden in Spanje werd mijn zoontje Charlie op een avond humeurig. Het was laat en we hadden nog niet gegeten. Dus ik kocht hem snel een bord friet, maar hij had geen trek: 'Nee, papa, ik wil geen friet.' Mijn geduld raakte op en ik voelde de boosheid weer in me opborrelen: ik duwde de frieten in zijn mond. Waarop hij begon te huilen en ik hem bij zijn armen uit zijn stoel trok en uitschold voor het lelijkste dat je tegen een kind kunt zeggen. Mijn vriendin viel naar me uit: 'Ben je niet goed bij je hoofd, man?' Ik stormde weg en een vriend kwam me achterna. Hij is ook een brandweerman, ook een veteraan van Grenfell: hij wist wat ik doormaakte. Hij zei: 'Als jij niet verandert, zul je alles kwijtraken: je vrouw, je zoontje, je huis - alles waarvoor je zo hard hebt gewerkt.' Enkele maanden later kreeg hij gelijk.”

“Gelukkig heb ik op het werk professionele hulp gekregen. Ik hoefde niet in mijn eentje mijn depressie en mijn posttraumatische stressstoornis te overwinnen. Ik leerde over mijn angst en pijn te communiceren. Ik heb zelfs een gedicht over Grenfell geschreven, dat later tot een kortfilm is verwerkt.”

“De bewoners van Grenfell organiseren elke veertiende dag van de maand nog altijd een stille mars. Als het enigszins kan, ga ik erheen. Zo'n machtig gevoel: met duizenden in stilte marcheren en nadenken over wat op die ene dag verloren is gegaan. 'Voor altijd in ons hart' is de slagzin van de overlevenden van Grenfell. Dat is helemaal juist. De mensen van Grenfell zullen voor altijd een wezenlijk onderdeel van mijn leven zijn.”

Wat voelt u als u met hen opstapt?

“Eerst woede, nu vastbeslotenheid om, desnoods tot het einde der tijden, door te blijven gaan voor gerechtigheid. Ik voel veerkracht. Integriteit. Waarheid. Alle kwaliteiten waarover de bewoners van Grenfell beschikken, en politici niet.”

De onfatsoenlijken, vanavond om 21.15 uur op Canvas. 

© HUMO