©  Karmen Ayvazyan

StuBru-ochtendstem Michèle Cuvelier: “Mijn middagdutje is heilig”

Een nachtraaf die elke ochtend om vier uur opstaat, dat is Michèle Cuvelier (28) in een notendop. “Ik plan maar één ontmoeting per dag in”, zegt de StuBru-presentatrice, “want anders gaat dat ten koste van mijn nachtrust.”

Jo Smeets

Wie is Michèle Cuvelier?

Deze West-Vlaamse zette vijf jaar geleden haar eerste stappen bij de radio. Sindsdien gaat het voor haar alsmaar in stijgende lijn: met de StuBru-programma’s ‘Zender’ (2015), ‘De Maxx’ (2016), de presentatie van ‘De Warmste Week’ (2018), haar deelname aan ‘De Slimste Mens’ (2018) en de voorbije twee jaar uiteraard met het naar haarzelf genoemde ochtendblok bij de jongerenzender.

Ook vandaag is Michèle al van vier uur uit de veren. Zoals elke dag van de werkweek, nu al twee jaar lang, om de radioluisteraars van zes tot negen door de ochtend te loodsen. Dat dat zwaar moet zijn voor een zelfverklaarde nachtraaf, werpen we haar toe. “Dat is zo”, antwoordt ze. “Maar wat helpt, is dat ik voor honderd procent voor mijn job leef. Er is haast voor niets anders plaats in mijn leven. Alles staat voor mij in het teken van die ochtend. Ik heb collega’s die kinderen hebben, die ik-weet-niet-hoeveel hobby’s beoefenen, maar ik heb dat allemaal niet. Dat kan zielig klinken, maar dat is het zeker niet, want ik kies daarvoor. De reden voor die keuze is dat ik niets aan het toeval wil overlaten. Zo is mijn middagdutje bijvoorbeeld heilig, dat schrap ik voor niets of niemand, want zonder ben ik de volgende ochtend niet fit genoeg.”

Welke offers breng je nog meer?

 ©  Karmen Ayvazyan

“Vorig jaar trad Vampire Weekend, de favoriete band van mijn lief, op in de AB. Normaal ga ik slapen om acht uur, maar het optreden begon pas om halfnegen en er stonden wel dertig songs op de playlist. Dus ben ik slechts vijf songs gebleven, om dat gevoel toch een béétje mee naar huis te kunnen nemen. Het had een fijne avond met mijn lief kunnen worden, maar helaas. Verder hou ik me aan één afspraak per dag. Vandaag ben jij dat, dus zie ik voor de rest van de dag niemand anders meer. Want dat zou ten koste van mijn nachtrust kunnen gaan. Time management, noemen ze dat zeker?”

Je wordt blijkbaar niet voor niets de hardst werkende vrouw van Studio Brussel genoemd.

“Linde (Merckpoel, red.) heeft dat eens gezegd, ja. Omdat ik hard werk, het is zo, een andere reden kan ik niet bedenken. Dat is zowel een zegen als een vloek. Ik ben continu alert, hou alles bij en ik kies er dan ook nog eens voor om zelf de muziek te kiezen voor mijn programma’s, wat tegenwoordig redelijk uitzonderlijk is. Maar ik zou het niet anders willen.”

Je was vast ook het vlijtigste Liesje van de klas.

(knikt) “Groepswerk? Wat was dat eigenlijk? Ik kende dat niet, want ik deed alles zelf. Ik kan het niet langer ontkennen: ik ben een dikke streber. Dat is mijn aard, ik kán niets half zijn gat doen. Als ik poets, poets ik meteen het hele huis.”

Dan ben je waarschijnlijk ook de baas in huis.

(lacht) “Misschien wel. Maar ik zet wél zelf de vuilzakken buiten.”

Maar jouw vriend moet zich wel aanpassen aan jouw schema?

“Thomas (Verbruggen, digital creative bij Studio Brussel, red.) en ik hebben samen een huis gekocht toen ik de ochtend mocht gaan presenteren. Omdat we wisten dat we mekaar anders nooit meer zouden zien. Als ik ga slapen om acht uur is hij soms nog maar net klaar met werken. Nogmaals: laat dit niet zielig klinken, want dit is het leven dat ik nu wil. Ooit, als ik ouder ben, zal ik misschien wel andere prioriteiten stellen, maar nu nog niet.”

Hoe zit het in de weekends?

“Wel… (lacht) Het werk kan er altijd wel eens komen tussen sluipen, dus ook in de weekends. Soms bereid ik op zondag mijn maandagprogramma voor, maar ik probeer daar geen gewoonte van te maken. Bovendien heb ik ook nog wat sociale contacten in te halen na mijn quarantaineperiode.” (Dit interview vond plaats voor de verstrenging van de maatregelen, red.)

In de zomervakantie werd je vervangen door ancien Roos Van Acker. Heeft ze dat goed gedaan?

“Zeker. Roos heeft een totaal andere stijl dan ik, maar ze is wel een volbloed presentatrice die haar vak door en door kent. Ze hoeft maar drie woorden te zeggen en je weet dat zij het is. (geeft een Roos Van Acker-imitatie ten beste) Ik doe Roos heel graag na. Met liefde, welteverstaan.”

Verbluffend! Doe dat eens in je programma, niemand zal het verschil merken. Los daarvan zit er een beetje Sofie Lemaire in jouw stijl…

(snel) “Ah! Dat vind ik een compliment, want ik heb nog les gekregen van Sofie. (denkt na) Ik kan maar hopen dat ik niet te hard klink als iemand anders. Maar ik vind wel dat alle StuBru-presentatoren ontzettend mooi praten. Wat dat betreft moeten we niet onderdoen voor Klara en Radio 1. Ik vind het ook belangrijk dat er niet al te veel dialect in de presentaties doorschemert. Op televisie is dat steeds meer het geval: dat kan misschien wel authentieker klinken, maar er mag wat mij betreft best wat spaarzamer mee omgesprongen worden.”

Heb jij een West-Vlaams dialect?

 ©  Karmen Ayvazyan

“Tuurlijk. Denk je dat ik in mijn vlekkeloos Nederlands tegen mijn bomma kan beginnen praten? Dan onterft ze mij!” (lacht)

Nog even over die arbeidsethos. Van wie heb je die?

“Mijn grootouders zijn boeren, zij hebben het, en bij mijn ouders zie ik het ook. Mama werkt bij de VDAB en papa is consultant, ze hebben het er bij mij ingehamerd dat het belangrijk is om actief te zijn, goed te studeren, hard te werken… Ik ben hen dankbaar voor het feit dat ze de lat hoog hebben gelegd voor mij, dat ze ervoor gezorgd hebben dat er genoeg in mijn rugzak stak toen ik aan het echte leven moest beginnen.”

“Ik heb één zus, en dan ook nog een halfzus en een halfbroer, want papa is hertrouwd. Onze namen beginnen allemaal met de letter M. Ik mag niet klagen over mijn jeugd, want die was relatief zorgeloos en simpel, daar in de velden van Ardooie.”

Was het ook simpel om op te groeien in een samengesteld gezin?

“Ik ben de oudste, mijn zus is vier jaar jonger, dus zat ik een beetje op mijn eigen eiland. Ik kon ongestoord mijn ding doen. (denkt na) Maar is een scheiding makkelijk? Natuurlijk niet, daar moet ik eerlijk in zijn. Ik was zeven toen papa vertrok, da’s sowieso al een rotte leeftijd, al bestaat er waarschijnlijk geen ideale leeftijd voor zoiets. Mijn vriendin was achttien toen haar ouders scheidden: ik zal niet zeggen dat het dan een pretje is, maar het is toch anders. Al was het maar omdat je de situatie beter kan begrijpen als je achttien bent. Op je zevende is dat al veel minder het geval. Je bent getuige van de situatie, je ziet die taxi klaarstaan en je beseft wel dat er iemand weggaat, maar je begrijpt op dat moment niet dat het definitief is. En mijn zusje was drie, zij begreep er al helemaal niets van. Maar goed, zulke dingen gebeuren nu eenmaal. En tenslotte heb ik nog een mooie jeugd gehad. En vooral: een warme thuis.”

Ben je wel eens onzeker?

“Elke dag. Wat heb ik nu eigenlijk goed gedaan? Heb ik wel de juiste platen gedraaid? Heb ik de luisteraar een fijne ochtend bezorgd? Heb ik iedereen voldoende bediend? Dat zijn de vragen die ik me voortdurend stel. Maar dat vind ik niet erg, want ik wil niet te zeker zijn. Zekerheid kan immers snel omslaan in arrogantie. En als ik me érgens aan erger, zijn het wel arrogante mensen in de media die denken dat ze het altijd bij het rechte eind hebben.”

Je hebt nu ongetwijfeld enkele namen in gedachten.

“Reken maar, maar die ga ik hier niet luidop zeggen. (lacht) Nee, de dag waarop ik mezelf niet meer in vraag stel en na mijn shift zeg: ‘Huppekee, ze zijn weer verdiend voor vandaag’, zou een slechte dag zijn voor de radio.”

Ben je nooit in de val van de arrogantie getrapt?

“Ik denk van niet. Omdat ik permanent streng ben voor mezelf.”

 ©  Karmen Ayvazyan

En wat doe je als anderen streng zijn voor jou in de sociale media? Als je een job hebt als die van jou, kan het niet anders dat je dagelijks een hoop digitale bagger over je heen krijgt.

“Zeker, vooral op Facebook. De mensen zeggen veel, en ik probeer de kogels te ontwijken in de mate van het mogelijke maar dat lukt natuurlijk niet als ze je ook nog eens taggen. Dan ontploft die bagger recht in je gezicht. Soms glijdt het van me af, soms doet het pijn. Ik stel me echt vragen bij wat mensen allemaal delen op de sociale media. Als de socials een spiegel zijn van onze maatschappij, zou je denken dat wij een verzuurd, verbitterd en complotdenkend volkje zijn. Maar goed, sommige bekende mensen hebben het veel harder te verduren dan ik. Deze week heb ik één keer ‘Domme kip, hou je bek’ gekregen, dat valt nog mee.”

Het is duidelijk dat je niet snel tevreden bent over je werk. Ben je sneller tevreden in het dagelijks leven?

“Het dagelijks leven, wat is dat? (lacht) Maar wacht! Ik ben beginnen sporten tijdens de lockdown, dat lijkt toch al sterk op een ingrediënt van een dagelijks leven, nee? Ik ben er alleszins trots op.”

In welke omstandigheden durf jij de controle uit handen geven?

“Met die vijf wekelijks terugkerende gasten die ik ontvang in mijn programma: zij zorgen voor onvoorziene omstandigheden waar ik weinig vat op heb. En verder durf ik de controle al eens uit handen geven tijdens feestjes, fijne avonden met vrienden, concerten en festivals… Kortom, tijdens alle leuke dingen die nu niet meer mogen.”

Hoe is het om achtentwintig te zijn?

“Ik voel heel sterk dat dit een leeftijd is waarop ik op alle vlakken op een kantelpunt zit. Ik ben niet meer de prille twintiger die studeert of begint te werken, ik ben volwassener, meer verankerd. Ik kan ook niet meer om het even wat gaan doen want ik heb een huis gekocht en ben al enkele jaren met mijn lief. Ik zie ook veel leeftijdsgenoten die aan kinderen beginnen, en dan gaat het bij mij van: ‘Huh? Moet ik nu ook aan kinderen beginnen denken?’ Voor de duidelijkheid: ik heb geen plannen in die richting. Maar ik voel dus dat ik op een tweesprong zit. Een hele fijne plek, moet ik zeggen. Wat mooi is, is dat die jeugdige onbezonnenheid heeft plaatsgemaakt voor meer stabiliteit: vroeger werd je van de ene dag op de andere halsoverkop verliefd, dat zal me nu niet meer zo snel overkomen. Al vraag ik me ook af of het leven misschien te serieus zal worden als ik dertig ben, dat wil ik dan ook weer niet.”

Michèle Cuvelier, elke werkdag van 06.00 tot 09.00 uur op Studio Brussel

Drie ochtendrituelen van Michèle

Snoozen

“De ochtend begint bij mij sowieso met snoozen. Nu is het vijf minuten, maar naarmate het seizoen vordert gaat dat tot een kwartier. En eens uit mijn bed, ga ik voor snelheid: ik maquilleer me niet uitvoerig, mijn kleren liggen al klaar van de avond ervoor, snel tanden poetsen en op weg naar het werk. Er zijn mensen die extra vroeg opstaan om hun moment te kunnen hebben, maar da’s niks voor mij. Ik kan die slaap niet missen, dus slaap ik zo lang ik kan. En ontbijten doe ik wel op het werk.”

Ontbijten én werken

“Mijn ontbijt is altijd hetzelfde: havermout met vanille sojamelk en granola. Ik stop alles in een doosje, neem het mee naar de VRT en eet het op terwijl ik de ‘Catch of the Day’ van Studio Brussel voorbereid. Géén koffie voor mij, dat lust ik niet.”

Weekendkranten lezen

“De sociale media checken, dat doe ik ’s ochtends natuurlijk ook. Het is iets wat ik sowieso vaak doe, de hele dag door. Maar ik let er wel voor op dat ik er niet té veel tijd in stop. In ’t weekend is bijslapen mijn favoriete ochtendritueel. En de papieren krant lezen. Zwijgend, terwijl mijn lief en ik krantenkaternen uitwisselen. En dan staat er altijd wel een muziekje op.”

Vluggertjes van Michèle

Wat is jouw meest nutteloze talent?

“Ik kan tot tien tellen in het Japans. (voegt de daad bij het woord) Dat komt omdat mijn mama een tijdje in Japan heeft gewoond. Zij heeft het mij geleerd.”

Welke gewoonte leer je nooit af?

“Onthouden. Ik sla alles op. Ik vraag me af wanneer die harde schijf van mij eens vol zal zijn.”

Wat ligt er altijd in je auto?

“Een mondmasker. En waarschijnlijk ook ergens een leeg blikje cola.”

Eames of Ikea?

“Om budgettaire redenen moet ik hier Ikea antwoorden. En als dat het probleem niet was: Eames! Je zou die vraag aan mijn lief moeten stellen, want hij is bezeten van alles wat met design te maken heeft.”

Waar geef je geld aan uit?

“Aan kleren en reizen.”

Wie is jouw beste vriend?

“Het melige antwoord zou zijn: mijn vriend. Hij ís natuurlijk ook mijn beste vriend, maar ik moet hier toch Rashif uit Tessenderlo vernoemen. Ik leerde hem kennen toen ik in Antwerpen studeerde. Rashif is zoals ik: een harde werker, extreem perfectionistisch… Wij zijn soulmates, maar ik zie hem veel te weinig.”

Welk woord gebruik je te veel?

“Vroeger was het ‘mega’, nu is het ‘huppekee’.”

Ben je bijgelovig?

“Ik geloof niet in zwarte katten en ladders, maar ik ben wel vatbaar voor verhalen met spoken.”

Wie is de lekkerste BV?

“Doe maar Mathieu Terryn van Bazart, al was het maar omdat hij een croque monsieur-boek uitbrengt.”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Lees meer